Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het verzoek en het verweer
4.De beoordeling
copy-paste” versie is van zijn eerdere verzoek in 2018, aldus de vrouw. Hiermee jaagt de man haar op kosten en de vrouw is daarom van mening dat de man veroordeeld dient te worden in de kosten van onderhavige procedure. Mede om te voorkomen dat de man in de toekomst nogmaals onnodig zal gaan procederen.
copy-paste” versie betreft van zijn verzoek om partneralimentatie welke is ingediend in oktober 2018. De man heeft in zijn huidige verzoekschrift ter onderbouwing van zijn behoefte in aanvulling op zijn eerdere verzoekschrift naar voren gebracht dat hij heeft gesolliciteerd, maar dat het vanwege de coronacrisis lastig is om aan het werk te komen. Ter zitting heeft de man echter verklaard dat hij tot 1 mei 2020 in de manege werkzaam is gebleven en slechts heeft rondgevraagd in zijn nabije omgeving en dat hij deze handeling ziet als een sollicitatieactiviteit. Van enige onderbouwing is echter geen sprake en de gestelde activiteiten zijn, zoals overwogen, zonder meer als onvoldoende te kwalificeren. Verder heeft de man aangegeven dat er sprake is van een gewijzigde omstandigheid vanwege zijn medische problematiek, maar deze stelling heeft de man niet naar voren gebracht in zijn verzoekschrift en een toelichting op de in dat verband later ingediende producties V, VI en VII is pas voor het eerst op zitting gegeven. De man heeft bovendien nagelaten om aannemelijk te maken dat deze medische problemen zodanig zijn dat hij niet in staat is om betaalde arbeid te verrichten. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat de man zijn stellingen (zeker gezien de overwegingen van de rechtbank in de beschikking van 31 januari 2019) volstrekt onvoldoende heeft onderbouwd en dat dit ook voor de man van aanvang af duidelijk moet zijn geweest. Dat rechtvaardigt de conclusie dat de man met deze procedure de vrouw nodeloos op kosten heeft gejaagd.