Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep met zaaknummer 200.209.605/01,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, gaat het om een hoger beroep inzake alimentatieverplichtingen na een echtscheiding. De man en de vrouw, die in 2012 zijn gescheiden, hebben samen twee minderjarige kinderen. De man heeft verzocht om wijziging van de kinderalimentatie en partneralimentatie, waarbij hij stelt dat zijn financiële situatie is veranderd. De vrouw heeft in eerste aanleg een verzoek gedaan om verhoging van de alimentatie. Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder de wijziging van omstandigheden sinds de eerdere beschikking van de rechtbank. Het hof heeft vastgesteld dat de man zijn verplichtingen tot kinderalimentatie heeft nagekomen tot de uithuisplaatsing van de kinderen en dat de vrouw in 2015 een ouderbijdrage heeft betaald. Het hof heeft geoordeeld dat de kinderalimentatie per 30 maart 2015 op nihil kan worden gesteld, omdat de vrouw geen kosten meer heeft gemaakt voor de kinderen. Wat betreft de partneralimentatie heeft het hof de ingangsdatum vastgesteld op 1 januari 2016, maar de verzoeken van de man om de alimentatie op nihil te stellen zijn afgewezen. De vrouw heeft haar behoefte aan alimentatie niet voldoende onderbouwd, waardoor het hof heeft geoordeeld dat haar behoefte niet hoger is dan het bijstandsniveau. De grieven van beide partijen zijn in hun geheel afgewezen, en de eerdere beschikking van de rechtbank is gedeeltelijk vernietigd en gewijzigd.