In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 30 januari 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een Eritrese man, en de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank (Svb) over de toekenning van een aanvullende inkomensvoorziening ouderen (AIO-aanvulling). Eiser en zijn echtgenote zijn jarenlang gescheiden geweest, met eiser in Nederland en zijn echtgenote in Duitsland. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van duurzaam gescheiden leven, ondanks dat de echtgenoten elkaar nog sporadisch zien. Eiser heeft in 2018 een AIO-aanvulling aangevraagd, maar de Svb heeft deze aanvulling berekend naar de gehuwdennorm, wat eiser betwistte. Hij stelde dat de Svb ten onrechte aannam dat er geen sprake was van duurzaam gescheiden leven, omdat de feitelijke omstandigheden en de wil van de echtgenoten niet voldoende waren onderzocht. De rechtbank oordeelde dat de Svb onvoldoende rekening had gehouden met de feitelijke situatie van eiser en zijn echtgenote, en dat de juridische duiding van hun leefvorm niet correct was. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit van de Svb en herstelde de situatie door te bepalen dat eiser recht heeft op de AIO-aanvulling naar de norm voor een ongehuwde. Tevens werd de Svb veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten en het griffierecht.