In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 7 maart 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen een politieambtenaar (eiser) en de korpschef van politie (verweerder) over de vaststelling van een tweede percentage blijvende invaliditeit. Eiser, die PTSS heeft opgelopen als gevolg van zijn werk, had eerder een vaststellingsovereenkomst gesloten met Achmea, de aansprakelijkheidsverzekeraar van verweerder, waarin hij finale kwijting verleende voor zijn aanspraken. Eiser verzocht om herziening van de smartengelduitkering en om vaststelling van een tweede percentage blijvende invaliditeit, maar dit verzoek werd door verweerder afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de Coulanceregeling PTSS, die na de vaststellingsovereenkomst was ingevoerd, een bijzondere omstandigheid vormde die het voor eiser onredelijk maakte om aan de eerdere afspraken gebonden te blijven. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit van verweerder en droeg hem op om een deskundige aan te wijzen die het tweede uitkeringspercentage vaststelt. Tevens werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser.