No Brothers vordert dat de voorzieningenrechter bij vonnis in kort geding, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
primair
I. IJsselrust gebiedt tot het staken en gestaakt houden van activiteiten in strijd met het relatiebeding ex artikel 9.2 van de Koopovereenkomst, waaronder het instaan voor het staken en gestaakt houden door [naam 1] van activiteiten in strijd met het relatiebeding ex artikel 9.2 Koopovereenkomst, een en ander op straffe van een dwangsom van € 25.000,00 per overtreding van dit gebod en € 1.000,00 voor elke dag dat de schending van voormeld gebod voortduurt, althans een in goede justitie te bepalen dwangsom;
II. [gedaagde sub 2] gebiedt tot het staken en gestaakt houden van activiteiten in strijd met het relatiebeding ex artikel 1.1 van de ‘Overeenkomst [gedaagde sub 2] ’, een en ander op straffe van een dwangsom van € 25.000,00 per overtreding van dit gebod en € 1.000,00 voor elke dag dat de schending van dit gebod voortduurt, althans een in goede justitie te bepalen dwangsom;
III. IJsselrust veroordeelt tot betaling aan No Brothers , al dan niet als voorschot, van een bedrag ter hoogte van € 375.000,00 voor de overtreding van het non-concurrentiebeding, althans een boete door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen, binnen veertien dagen na dagtekening van dit vonnis;
IV. IJsselrust veroordeelt tot betaling, al dan niet als voorschot, van een bedrag ter hoogte van € 259.000,00 (€ 20.000,00 + € 239.000,00) voor de overtredingen van het relatiebeding door IJsselrust en/of [naam 1] , berekend tot aan 6 augustus 2019 en verder oplopend tot aan de dag der voldoening, althans een boete door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen, binnen veertien dagen na dagtekening van dit vonnis;
V. [gedaagde sub 2] veroordeelt tot betaling, al dan niet als voorschot, van een bedrag ter hoogte van € 289.000,00 (€ 50.000,00 + € 239.000,00) voor de overtredingen van het relatiebeding, berekend tot aan 6 augustus 2019 en verder oplopend tot aan de dag der voldoening, althans een boete door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen, binnen veertien dagen na dagtekening van dit vonnis;
subsidiair
VI. in geval de primaire vordering, al dan niet deels, wordt afgewezen, IJsselrust c.s. veroordeelt binnen veertien dagen na dagtekening van dit vonnis afschrift te verstrekken aan No Brothers van, althans inzage te verlenen in, bescheiden zoals genoemd onder randnummer 40 e.v. van de dagvaarding, een en ander op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 voor iedere dag dat IJsselrust en/of [gedaagde sub 2] nalatig blijft een afschrift dan wel inzage te verstrekken binnen de voornoemde termijn;
primair en subsidiair
VII. IJsselrust c.s. hoofdelijk (des dat de één betalend de ander zal zijn bevrijd), althans IJsselrust en/of [gedaagde sub 2] , veroordeelt tot vergoeding aan No Brothers van de buitengerechtelijke kosten door de voorzieningenrechter aan de hand van de wettelijke staffel buitengerechtelijke incassokosten in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente, eveneens binnen drie dagen na dit vonnis;
VIII. IJsselrust c.s. hoofdelijk (des dat de één betalend de ander zal zijn bevrijd), althans IJsselrust en [gedaagde sub 2] , veroordeelt tot vergoeding aan No Brothers van de proceskosten en de nakosten, zulks vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf veertien dagen na de datum van dit vonnis tot aan de dag der algehele voldoening.