In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 6 november 2019 uitspraak gedaan in een geschil over gemeentelijke belastingen, specifiek de leges voor een omgevingsvergunning. Eiser, die een omgevingsvergunning had aangevraagd voor de bouw van een woning, kreeg een nota van leges van € 8.481,51 gepresenteerd door de heffingsambtenaar van de gemeente Beuningen. Eiser maakte bezwaar tegen deze aanslag en stelde dat verweerder onvoldoende inzicht had gegeven in de raming van de baten en lasten voor het jaar 2017, wat volgens hem in strijd was met artikel 229b van de Gemeentewet, de zogenaamde opbrengstlimiet.
De rechtbank oordeelde dat de overgelegde cijfers door verweerder te summier waren en dat eiser hierdoor niet in staat was om te formuleren over welke posten twijfel bestond. De rechtbank stelde vast dat verweerder niet voldoende informatie had verstrekt over de ramingen, en dat de aanpassing van de begrote opbrengst gedurende het jaar niet als onderbouwing kon dienen. De rechtbank vernietigde de nota leges en verklaarde het beroep van eiser gegrond. Tevens werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 1.532, en moest het door eiser betaalde griffierecht van € 47 worden vergoed.
De uitspraak benadrukt het belang van transparantie en voldoende onderbouwing door de heffingsambtenaar bij het vaststellen van leges, en bevestigt dat de opbrengstlimiet niet overschreden mag worden zonder adequate verantwoording.