Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
uitspraak van de meervoudige belastingkamer van
[X] , te [Q] , eiseres
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Arnhem, verweerder.
de Staat der Nederlanden (Minister voor Rechtsbescherming), te Den Haag .
Procesverloop
Overwegingen
“Belanghebbenden hebben, in weerwil van de overeenkomst van inbreng, de onderneming
niet economisch, feitelijk en boekhoudkundig ingebracht in Vastgoed. Beheer heeft als
vanouds en dus ook na een en dertig mei tweeduizend (31-05-2000) de gehele exploitatie
van de onderneming in alle opzichten, zowel feitelijk, economisch en fiscaal, als enige voor
haar rekening genomen en verricht. Zij heeft zich gedragen als eigenaar, heeft in alle
opzichten het risico van de onderneming gelopen en gedragen en heeft ook fiscaal daarover
afgerekend, hetgeen ook blijkt uit de goedgekeurde balansen en verdere (jaar-)stukken. Op
haar balans staan nog steeds de registergoederen als activa vermeld.
Vastgoed is na haar oprichting een slapende vennootschap gebleven waarin geen enkele
mutatie heeft plaats gevonden, hetgeen ook blijkt uit de goedgekeurde balansen en verdere
(jaar-)stukken. Op haar balans staat als enige post het aandelenkapitaal van achttien duizend
euro (€ 18.000,00).
Derhalve zijn de economische eigendom en het fiscale belang van de onderneming bij Beheer
gebleven, terwijl Vastgoed de registergoederen juridisch op naam heeft. (…)
I.C. Aanpassing en correctieBelanghebbenden komen tot de conclusie dat de huidige situatie moet worden gecorrigeerd.
Voor een goed begrip van de noodzaak van de reorganisatie is essentieel dat de overeenkomst
van inbreng als niet uitgevoerd wordt aangemerkt. (…)
Nu materieel Beheer de onderneming heeft gedreven sluiten belanghebbenden daarbij aan en
wensen de registergoederen ten name van Beheer te stellen. Beheer heeft dan niet alleen
economisch, maar ook juridisch de eigendom van al hetgeen tot de onderneming behoort
zoals door Beheer gedreven. (…)
Door die inbreng van de onderneming als niet gedaan aan te merken per de datum een en
dertig mei tweeduizend (31-05-2000) en terug te draaien tot die datum is het hoofddoel van
de reorganisatie relatief eenvoudig te bereiken.”
“goedemorgen [N] ,
deze mail wil ik sturen naar [P] ,
beste [P] ,
hierbij bevestigen [N] en ondergetekende onze interesse in de verwerving van
de aandelen van de Rijnbasis structuur (…). “
- [M] levert zijn aandelen in eiseres aan de door hem beheerste vennootschap [bedrijf M] BV. [bedrijf M] BV verwerft daarnaast 18 aandelen in eiseres van [bedrijf J] BV op 12 januari 2012;
- Eiseres keert € 1.777.181 dividend uit aan de toenmalige aandeelhouders waarna verrekening plaatsvindt met de rekening-courantvorderingen van de toenmalige aandeelhouders;
- Eiseres geeft 5.833.563 aandelen uit nadat een verhoging van het maatschappelijk kapitaal heeft plaatsgevonden middels een statutenwijziging;
- Eiseres stempelt haar aandelenkapitaal af en verrekent de kapitaalterugbetaling met de rekening-courantvorderingen van de toenmalige aandeelhouders.
“Daarnaast hebben we van de notaris begrepen dat de aandelen [bedrijf H] niet in bezit
komen bij de heren [S] , [N] en [P] zelf, maar bij familieleden en collega’s van
deze heren.”
“Vanaf 1 januari 2011 zijn de Aandelen voor rekening van Kopers en genieten Kopers de
lusten en dragen zij de lasten.”
Geschil
- Is bij eiseres in 2011 en de jaren daarvoor een doorlopend en reëel herinvesteringsvoornemen aanwezig geweest als bedoeld in artikel 3.54, eerste lid van de Wet inkomstenbelasting 2001 (Wet IB 2001) in samenhang gelezen met artikel 8, eerste lid van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb);
- Zo ja, heeft de feitelijke overgang van aandelen plaatsgehad vóór de levering van de onroerende zaken;
- Indien de overgang van de aandelen niet heeft plaatsgehad vóór de levering van de onroerende zaken, is dan sprake van een samenstel van rechtshandelingen met als doorslaggevend motief het ontgaan van artikel 12a van de Wet Vpb zodanig dat sprake is van fraus legis ten aanzien van de herinvestering in 2011 bij eiseres;
- Dient als gevolg van de akte van 13 februari 2008 de boekwaarde van de onroerende zaken hoger te worden vastgesteld, zodat de hir ten hoogste € 26.112 had kunnen bedragen. Voor het geval dat de rechtbank concludeert dat geen herinvesteringsvoornemen aanwezig is, de overgang van de aandelen vóór de levering van de onroerende zaken heeft plaatsgevonden of fraus legis aanwezig wordt geacht, kan volgens eiseres maximaal € 26.112 vrijvallen in de winst.
- Na ondertekening van de beknopte koopbevestiging op 20 november 2011 zijn er nog diverse aandeelhoudersbesluiten getekend door de “oude” aandeelhouders, zoals het dividendbesluit van 13 januari 2012 en het besluit genomen in verband met de levering aandelen [M] aan [bedrijf J] BV;
- De nieuwe aandeelhouders hadden tot 24 mei 2012 geen stemrechten en geen enkele zeggenschap;
- Het resultaat van eiseres kwam tot 24 mei 2012 toe aan de oude aandeelhouders;
- In de leveringsakte van 24 mei 2012 staat dat het risico op de aandelen overgaat per leveringsdatum. Het tenietgaan van de panden (bijvoorbeeld door brand) voor 24 mei 2012 komt voor rekening en risico van de verkopers.
(Nota naar aanleiding van het verslag, Kamerstukken II, 2000-2001, 27 209, nr. 6, p. 39-40)
De boekwaarde
Navorderingsaanslag 2012
Vergoeding van immateriële schade
Beslissing
schade tot een bedrag van € 100;
door eiseres geleden immateriële schade tot een bedrag van € 400;
- veroordeelt verweerder in de ene helft van de proceskosten van eiseres ten bedrage
van € 240;
- veroordeelt de Staat (Minister voor Rechtsbescherming) in de andere helft van de
proceskosten van eiseres ten bedrage van € 240;
- draagt de Staat (Minister voor Rechtsbescherming) op de andere helft van het
betaalde griffierecht van € 166,50 (50% van € 333) aan eiseres te vergoeden.
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;