Uitspraak
Verzonden d.d.
verwerende partij in (voorwaardelijke) reconventie,
eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie,
1.De procedure
De feiten
3.De vordering en het verweer in conventie en in reconventie
1. voor recht zal verklaren dat Dexia onrechtmatig heeft gehandeld jegens [eisende partij in conventie / verwerende partij in (voorwaardelijke) reconventie] en/of toerekenbaar is tekort geschoten,
2. Dexia zal veroordelen tot voldoening aan [eisende partij in conventie / verwerende partij in (voorwaardelijke) reconventie] van al datgene dat [eisende partij in conventie / verwerende partij in (voorwaardelijke) reconventie] aan Dexia heeft betaald onder de overeenkomst, vermeerderd met de wettelijke rente daarover,
3. Dexia zal veroordelen tot betaling van de buitengerechtelijke kosten van [eisende partij in conventie / verwerende partij in (voorwaardelijke) reconventie] ,
4. Dexia zal veroordelen in de proceskosten en de nakosten.
1. voor recht zal verklaren dat de overeenkomst met nummer 25301412 rechtsgeldig tot stand gekomen is, niet is vernietigd en niet blootstaat aan vernietiging,
2. voor recht zal verklaren dat [eisende partij in conventie / verwerende partij in (voorwaardelijke) reconventie] met betrekking tot deze overeenkomst niet is blootgesteld aan het risico op een onaanvaardbaar zware financiële last,
3. voor recht zal verklaren dat Dexia niets meer aan [eisende partij in conventie / verwerende partij in (voorwaardelijke) reconventie] verschuldigd is,
4. [eisende partij in conventie / verwerende partij in (voorwaardelijke) reconventie] zal veroordelen in de proceskosten.
4. De beoordeling
Waar dit aan de orde is, zal dan ook naar de in eerdere uitspraken weergegeven overwegingen en oordelen verwezen worden. Dit geldt in het bijzonder voor de uitspraken van deze rechtbank die gedaan zijn op 22 mei 2019 en die gepubliceerd zijn onder nummers
ECLI:NL:RBGEL:2019:2253 en ECLI:NL:RBGEL:2019:2254.
in conventie voortsvolmacht, verjaring en klachtplicht4.3. Dexia beroept zich op verjaring en het schenden van de klachtplicht. Ook betwist zij dat Leaseproces nog steeds over een geldige procesmachtiging beschikt. Ten aanzien van deze verweren wordt verwezen naar de bovengenoemde uitspraken van 22 mei 2019, waarin deze verweren zijn beoordeeld en verworpen. In de onderhavige zaak zijn geen feiten of stellingen aan de orde die tot een andere conclusie leiden.
werd ongevraagd benaderd door Spaar Select met het verzoek een afspraak te maken voor een huisbezoek om de financiële situatie van [eisende partij in conventie / verwerende partij in (voorwaardelijke) reconventie] door te nemen met een financieel adviseur van Spaar Select. Er is een afspraak gemaakt voor een huisbezoek. De financieel adviseur van Spaar Select (de heer [naam medewerker Spaar Select] ) is vervolgens bij hem thuis geweest. [eisende partij in conventie / verwerende partij in (voorwaardelijke) reconventie] had een aflopende spaarregeling. Er is gesproken over de wens van [eisende partij in conventie / verwerende partij in (voorwaardelijke) reconventie] om een financiële reserve voor de toekomst op te bouwen en eventueel een nieuwe auto te kopen. De adviseur heeft hem geadviseerd het spaargeld te gebruiken om een Direct Rendement Effect overeenkomst aan te gaan en daarmee een vermogen op te bouwen. [eisende partij in conventie / verwerende partij in (voorwaardelijke) reconventie] heeft besloten dit advies te volgen en is vervolgens de overeenkomst aangegaan. De adviseur heeft [eisende partij in conventie / verwerende partij in (voorwaardelijke) reconventie] niet gewaarschuwd voor risico’s.
(…) Met behulp van de adviseurs van Spaar Select wordt u wegwijs gemaakt in de wereld van belastingvrij sparen, lijfrentes, bedrijfssparen en spaarleasen. Zo kunt u alle spaarvormen met elkaar vergelijken, zodat u een afgewogen keuze kunt maken. (…) Ik zal u dan nader informeren over de interessante spaarprodukten die door de diverse verzekeraars worden aangeboden. (…)”.
Dexia voert aan dat hiermee niet kan worden aangetoond hoe het gesprek met de adviseur is verlopen en dat overigens niet blijkt dat sprake is geweest van een persoonlijk advies.
12 september 2017, ECLI:NL:GHDHA: 2017:2530, waarin is geoordeeld over de wetenschap destijds van Dexia, haar gerichtheid op het op grote schaal door tussenpersonen adviseren over effectenleaseproducten, ook door cliëntenremisiers, de wetenschap van Dexia van de op stelselmatig adviseren gerichte werkwijze van Spaar Select en het belang van Spaar Select als tussenpersoon. Dexia heeft de stellingen, die ook in de huidige procedure hierover zijn ingenomen, in het licht van deze uitgangspunten niet, althans niet voldoende gemotiveerd, weersproken.
Tegen de achtergrond van de eerdergenoemde werkwijze van Spaar Select en wetenschap van Dexia heeft [eisende partij in conventie / verwerende partij in (voorwaardelijke) reconventie] met het overgelegde stuk zijn stellingen voldoende onderbouwd, zodat ervan uit wordt gegaan dat sprake is geweest van advisering in de zin van artikel
41 NR 1999.
Dat sprake kan zijn van fiscaal voordeel is door [eisende partij in conventie / verwerende partij in (voorwaardelijke) reconventie] niet betwist, wel dat dit voordeel genoten is tot het genoemde bedrag. [eisende partij in conventie / verwerende partij in (voorwaardelijke) reconventie] verzoekt onderbouwing hiervan door Dexia. Dit verweer wordt gepasseerd. Het is aan [eisende partij in conventie / verwerende partij in (voorwaardelijke) reconventie] , die geacht mag worden over zijn eigen fiscale informatie te beschikken, om concreet verweer te voeren als hij meent dat de stelling onjuist is.
buitengerechtelijke kosten4.11. [eisende partij in conventie / verwerende partij in (voorwaardelijke) reconventie] heeft vergoeding gevorderd van buitengerechtelijke kosten. De Hoge Raad heeft zich recent in het arrest van 12 april 2019, ECLI:NL:HR:2019:590, over deze kwestie uitgesproken in een andere procedure over een effectenlease-overeenkomst, waarbij dezelfde gemachtigden betrokken zijn geweest als in de huidige procedure. Het arrest is dan ook bij (de gemachtigden van) partijen bekend. In het arrest is geoordeeld dat de buitengerechtelijke werkzaamheden die in die procedure door Leaseproces waren gesteld op grond van
art. 6:96 lid 3 BW in verbinding met art. 241 Rv niet voor vergoeding in aanmerking komen.
In de procedure van partijen zijn dezelfde buitengerechtelijke werkzaamheden gesteld als die, welke in het arrest aan de orde waren, namelijk het opstellen en versturen van enkele gestandaardiseerde stukken (zoals een klachtbrief, een opt-out verklaring en stuitingsbrieven), het voeren van een intakegesprek, het beoordelen van de haalbaarheid van de aanspraken van de belegger en het adviseren daaromtrent en het verzamelen van gegevens om de omvang van de aanspraken van de belegger te kunnen bepalen, zodat ook in dit geval geen aanspraak bestaat op vergoeding van buitengerechtelijke kosten.