Uitspraak
10 januari 2018, 3 april 2018, 26 juni 2018, 21 augustus 2018, 30 oktober 2018,
14 november 2018, 22 november 2018, 22 januari 2019, 9 april 2019 en 30 april 2019.
1.De inhoud van de tenlastelegging
1.Heeft verdachte het geweld op het slachtoffer toegepast?
[getuige 4] gereden en heeft hij hem opgehaald. Verdachte is weer naar binnen gegaan en heeft seks gehad met een andere vrouw. Toen de andere vrouw weg was, kwamen twee Antilliaanse mannen binnen. Verdachte is door hen geslagen. Daarna is verdachte door een derde persoon van achter in zijn nek geslagen waardoor verdachte buiten bewustzijn is geraakt. Toen verdachte wakker werd, lag het slachtoffer op de grond in de woning. Verdachte is van zijn spullen bestolen. Omdat verdachte bang was dat de politie hem als dader zou zien, heeft hij alles wat hij heeft aangeraakt in tassen gedaan en deze tassen buiten gezet. Daarna is verdachte gegaan.
rechtbank: woning van [getuige 4] te Arnhem)naar de auto en reden ze samen weg. [15] De rechtbank wil op basis van deze verklaring wel aannemen dat verdachte en [getuige 4] die ochtend samen in de auto hebben gezeten. Op de camerabeelden van een pintransactie van verdachte om 9.43 uur, dus voordat verdachte volgens zijn verklaring terugkeerde naar de woning, is te zien dat verdachte zijn auto parkeert en gaat pinnen. In de auto wordt geen tweede persoon waargenomen. [16] [getuige 4] heeft ontkend met verdachte mee te zijn gegaan naar de woning van het slachtoffer. [17] De rechtbank vindt het dan ook niet aannemelijk dat [getuige 4] bij de woning van het slachtoffer is geweest. De lezing van verdachte vindt dus geen steun in de verklaring van [getuige 4] .
2.Is de dood van het slachtoffer aan verdachte toe te rekenen
(de rechtbank begrijpt: stoornissen van het)bewustzijn hebben opgeleverd. [22] Volgens de neuropatholoog, B. Kubat, is de aangetroffen traumatische beschadiging van de hersenen niet van dien aard dat dit het overlijden kan verklaren. De geweldsinwerking die tot de letsels heeft geleid kan eventueel hebben geleid tot/bijgedragen aan verstoring van het bewustzijn. Er werden geen terminaal-hypoxische veranderingen aan ganglioncellen aangetroffen, hetgeen goed kan passen bij snel intreden van het overlijden. [23] Het rapport van de neuropatholoog heeft patholoog Soerdjbalie-Maikoe niet tot andere inzichten gebracht. Zij wijst onder meer nog op de conclusie van de neuropatholoog dat er geen veranderingen zijn aangetroffen in het kader van zuurstofgebrek
(‘terminaal hypoxische veranderingen’)in de hersenen. [24]
De toxicoloog heeft verklaard dat het overlijden door de drugs kan worden verklaard, maar dat niet kan worden geconcludeerd dat dit tot de dood heeft geleid. Dit kan enkel als iedere andere doodsoorzaak kan worden uitgesloten. Het kan ook dat de drugs een bijdrage hebben geleverd aan de dood.
De patholoog heeft het volgende verklaard: ”Het geweld op het hoofd kan wel hebben bijgedragen aan een verandering in het bewustzijn en hebben bijgedragen aan de dood maar het is niet de oorzaak van de dood. (…) Het geweld kan niet meer dan een bijdrage hebben geleverd. (…) Ik kan niet zeggen in welke mate het geweld heeft bijgedragen. (…) Het hersenletsel was sowieso niet voldoende om de dood te verklaren. Als het middelengebruik er niet was, was het slachtoffer mogelijk blijven leven. Het slachtoffer zou hier (
de rechtbank begrijpt: het hersenletsel) niet aan overlijden. Maar als iemand met zulk letsel wordt achtergelaten en niet behandeld wordt, dan weet je niet hoe het zal uitpakken. Het kan zijn daar haar bewustzijn verder daalt en dat zij overlijdt, of toch niet. (…) Het geweld op het hoofd geeft hersenfunctiestoornissen. Dit hebben wij echter niet kunnen aantonen. De drugs hebben daar ook al invloed op en daarnaast heeft het geweld mogelijk de verstoring die er al was door de drugs, verergerd. (…) Iemand die zijn bewustzijn heeft verloren, heeft ook hersenfunctiestoornissen. De hersenen coördineren de overige structuren van het lichaam. Dus ook andere organen zullen daaronder lijden. Maar als het letsel zodanige bijdrage heeft gehad, dan moet je wel zien in het lichaam. Mogelijk is het van invloed geweest op de organen maar dat staat niet op de voorgrond. Het is niet uitgesloten dat het geweld haar over de rand heeft geduwd.” De patholoog heeft voorts verklaard dat de dood ook was ingetreden als het geweld er niet was geweest. [25]
de patholoogverklaard: “Dat heb ik niet gezien in het lichaam.”
kanhebben gevormd in de gebeurtenissen die tot het overlijden hebben geleid.
De rechtbank stelt voorop dat de woorden ‘kan hebben gevormd’ duidelijk maken dat, voor een bevestigende beantwoording van de vraag naar de onmisbare schakel, niet vast hoeft te komen staan dat het geweld daadwerkelijk een rol heeft gespeeld bij het overlijden van het slachtoffer. Voldoende is dat het geweld daarbij een rol kan hebben gespeeld.
De patholoog heeft verklaard dat het geweld kan hebben bijgedragen aan een verandering in het bewustzijn en (
daarmee) aan de dood. Ook heeft zij erop gewezen dat als iemand langdurig met zulk letsel (
als dat van het slachtoffer) onbehandeld wordt achtergelaten, ongewis is hoe dat zal uitpakken, maar dat die persoon bij verder dalen van het bewustzijn kan overlijden.
Ook de toxicoloog benoemt de mogelijkheid dat eventuele effecten van stress als gevolg van het geweld de al aanwezige negatieve effecten van het drugsgebruik hebben versterkt en dat het geweld op die manier kan hebben bijgedragen aan (het sneller intreden van) de
dood.
Naar het oordeel van de rechtbank is op basis van het voorgaande de conclusie gerechtvaardigd dat het door verdachte op het slachtoffer uitgeoefende geweld een onmisbare schakel kan hebben gevormd in de gebeurtenissen die tot haar dood hebben geleid.
3.Bewezenverklaring
of omstreeks29 september 2017 in de gemeente Arnhem [slachtoffer 1] opzettelijk van het leven heeft beroofd, door die [slachtoffer 1] meerdere malen (met kracht), al dan niet met een zwaar voorwerp, op/tegen het hoofd en/of elders op het lichaam te slaan/stompen, ten gevolge waarvan die [slachtoffer 1] is overleden.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
[benadeelde 3] en [benadeelde 4] hebben zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding. Hierbij hebben zij de volgende bedragen gevorderd:
- [benadeelde 1] een bedrag van € 121,27 (overlijdensschade) en € 80,32 (proceskosten);
- [benadeelde 2] een bedrag van € 1.628,79 (overlijdensschade) en
niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partijen dient te volgen.
- reis- en verblijfkosten in Nederland voor de uitvaart;
- kosten rouwkleding;
- transportkosten inboedel;
[benadeelde 3] hebben ook een vergoeding gevorderd voor de proceskosten. Dit betreffen reis- en verblijfkosten die zijn gemaakt voor het bijwonen van de zitting(en). De benadeelde partijen zijn tijdens de inhoudelijke behandeling van de zaak bijgestaan door een gemachtigde.
De rechtbank zal daarom de vordering van de benadeelde partijen [benadeelde 1] , [benadeelde 2] , [benadeelde 3] ten aanzien van de proceskosten afwijzen.
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
een gevangenisstraf voor de duur van 11 (elf) jaren.
20 oktober 2017 tot aan de dag der algehele voldoening.