Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"1. Het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant 1], brigadier van politie, opgemaakt proces-verbaal, gedateerd 20 juni 2012, dossierpagina 3-11 (ordner 1 van het onderzoeksdossier), voor zover inhoudende als relaas en/of bevindingen van voornoemde verbalisant, zakelijk weergegeven:
In de plaats Kockengen, gemeente Stichtse Vecht, aan [a-straat 1], woont [verdachte]. Ook geeft zij aan mensen te helpen met diverse fobieën en angsten. [verdachte] gebruikt hiervoor een middel ibogaïne. Ibogaïne is de werkende stof afkomstig van een Afrikaanse plant, de Tabernanthe Iboga. [verdachte] is voor zover bekend niet geregistreerd als arts of anderzijds erkend hulpverlener ingeschreven. De behandelingen vinden plaats in en vanuit haar woning gelegen aan de [a-straat 1] te Kockengen.
Op 25 augustus 2011 is er een onwelwording op het adres [a-straat 1] te Kockengen. Hierbij heeft het slachtoffer, [slachtoffer], een hartstilstand gekregen na het innemen van vermoedelijk iboga c.q. ibogaïne. [slachtoffer] was op 25 augustus 2011 bij [verdachte] gebracht. In de woning van [verdachte] kreeg [slachtoffer] een dosis ibogaïne.
2. Het verhoor door verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3], respectievelijk inspecteur en hoofdinspecteur van politie Kanton Borgloon, genummerd TG.L2.001752/2012, gedateerd 13 april 2012, dossierpagina 557 (ordner 2 van het onderzoeksdossier) voor zover inhoudende als verklaring van [slachtoffer], zakelijk weergegeven:
Ik heb op 25 augustus 2011 bij [verdachte] (het hof begrijpt: verdachte) ibogaïne gebruikt. Ik had een hartstilstand daardoor. Ik kreeg de ibogaïne van [verdachte].
3. Het proces-verbaal van verhoor van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in de rechtbank Utrecht van 15 december 2011, voor zover inhoudende als verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven:
Het klopt dat ik [slachtoffer] (het hof begrijpt: [slachtoffer]) in behandeling heb gehad. U zegt mij dat ik daarbij het middel ibogaïne zou hebben gebruikt. Dat klopt, ik gebruik het middel iboga.
4. Het proces-verbaal van de terechtzitting van dit hof van 1 september 2015, voor zover inhoudende als verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven:
Ik behandel sinds 1999 mensen met ibogaïne. De personen die ik behandel, zijn verslaafden. Mensen die van opiaten afkomen, hebben afkicksymptomen. Ik weet hoe die eruit zien en hoe ik ze kan bestrijden. Ik geef doses die effect hebben.
Ik kan me niet herinneren wat er gebeurde op het moment dat [slachtoffer] onwel werd. Het onwelworden was een paar uur na de inname van ibogaïne.
5. Het rapport 'Ibogaïne, een anti-verslavingsmiddel (?)', opgemaakt door prof. dr. E.Ch. Wolters, neuroloog, gedateerd 3 januari 2012, dossierpagina 30-54 (ordner 1 van het forensisch dossier), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Bekend was dat ibogaïne werkzame stoffen bevat die vele neurotransmittersystemen in de hersenen tegelijkertijd kunnen activeren. Toen de uitgesproken neurotoxiciteit en later ook cardiotoxiciteit van ibogaïne aan het licht kwam, nam de populariteit van dit middel snel af.
Bijwerkingen van genoemde ibogaïne bestaan vooral uit de onherstelbare beschadiging van cerebellair weefsel bij doseringen uitstijgend boven 25 mg/kg, met tremoren en ataxie, alsook de inhibitie van de cholinesterase inhibitor waardoor cholinerge toxiciteit kan ontstaan met neurovegetatieve verschijnselen zoals bradycardie, verwardheid en zelfs een delirant toestandsbeeld.
Het feit dat er de laatste jaren geen klinisch onderzoek meer gedaan is, heeft naar alle waarschijnlijkheid te maken met de inmiddels gepubliceerde fataal verlopende behandelingen door de cardio- en neurotoxiciteit van ibogaïne.
De voornaamste bijwerkingen van (vooral hogere) doseringen ibogaïne zijn een al snel na inname optredende en 4-24 uur aanhoudende tremor en ataxie (een onvermogen zich goed gecoördineerd te bewegen met daardoor een verstoorde lichaams-balans), misselijkheid, braken en xerostomie (droge ogen), alsook een daling van de bloeddruk en hartslag, en soms het optreden van een verhoogde sinus arithmie, ventrikelfibrilleren en een verlengde QT interval.
Ibogaïne heeft een direct en indirect effect op het cholinerge transmissiesysteem in het autonome zenuwstelsel. Hierdoor kan zelfs al bij een uitgesproken lage dosering het sympathische zenuwstelsel geactiveerd worden, waardoor fight-or-flight reacties kunnen optreden met een verhoogd risico op ventrikelfibrilleren en/of verlengde QT interval.
In geval van hogere doseringen zal veeleer een parasympathische (vagale) overheersing ontstaan waarbij een geveinsde dood ('freezing') kan optreden en waarbij een plotse angstaanval met excitatie van de sympathische structuren in de linker hersenhelft eveneens tot ritmestoornissen kunnen leiden.
Gezien de uitgesproken cardio- en, vooral bij toepassing van hogere doseringen optredende, neurotoxiciteit - met name gezien de hierbij soms optredende dodelijke afloop na behandeling met ibogaïne - is dit middel door de Europese en Amerikaanse medische autoriteit niet erkend als geneesmiddel.
6. Het 'Rapport betreffende ibogaïne', opgemaakt door drs E. Fromberg, gedateerd 29 juni 2012, dossierpagina 73-95 (ordner 1 van het forensisch dossier), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
In het algemeen is ibogaïne niet zeer toxisch, maar er zijn twee zaken die hier om nadere aandacht vragen: invloed op het zenuwstelsel (neurotoxiciteit) en op het hart (cardiotoxiciteit).
We zagen al dat ibogaïne de hartfrequentie verlaagt evenals de slagkracht. Het meest recente onderzoek wijst uit dat ibogaïne de functie van een kaliumkanaal, dat zorgt voor de tijdige repolarisatie van de hartspiercel, remt, wat kan leiden tot hartritmestoornissen en plotselinge hartdood. Er bestaat dus een gevaar voor hartcomplicaties.
7. Het proces-verbaal van de terechtzitting van de meervoudige strafkamer in de rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, van 18 juni 2014, voor zover inhoudende als verklaring van deskundige E.C.M.J. Wolters, zakelijk weergegeven:
In 2013 is een artikel verschenen waarin gevallen gerapporteerd zijn van cardiotoxiciteit en waarvan wetenschappelijk is vastgesteld dat dit een effect was van het gebruik van ibogaïne. De bijwerkingen die zijn geconstateerd, zoals neurotoxiciteit, zijn zowel bij mensen als bij proefdieren vastgesteld. Als het gaat om neurotoxiciteit hebben we het over de in proefdieren geobserveerde aantasting en afsterving van zenuwcellen in de kleine hersenen. Er zijn in de literatuur gevallen bekend van mensen die een hartafwijking hadden en overleden zijn. Bekend is dat één man die met ibogaïne werd behandeld en waarvan duidelijk was dat hij een hartafwijking had, is overleden.
8. Het proces-verbaal van de terechtzitting van de meervoudige strafkamer in de rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, van 18 juni 2014, voor zover inhoudende als verklaring van deskundige E. Fromberg, zakelijk weergegeven:
Onderzoekers concluderen bij een bepaalde dosering ibogaïne dat neurotoxiciteit optreedt. Grondig vooronderzoek moet door een medicus plaatsvinden gelet op de cardio- en neurotoxiciteit van ibogaïne. Bij hartproblemen zou je niet in aanmerking komen voor de behandeling."