Uitspraak
wonende te [plaats] ,
eiseres, hierna te noemen: [eiseres] ,
advocaat mr. M.P.H. van Maanen Winters,
wonende te [plaats] ,
verweerder, hierna te noemen: [gedaagde] ,
advocaat mr. B.J. Al te Arnhem.
1.De procedure
2.De feiten
worden toegedeeld:
groot (…) € 72.232
worden toegedeeld:
) groot (…) € 72.232,50.
3.Het geschil
4.De beoordeling
) heeft twee weken voor zijn overlijden mij het volgende gevraagd. Of ik zijn vrouw en kinderen bij zou willen staan, hier op heb ik direct met ja geantwoord. (…) Ook wil ik vermelden dat het zijn uitdrukkelijke wens was dat alles wat hij heeft opgebouwd naar vrouw en kinderen gaat en dat het restaurant door blijft draaien. (…)”
“(…) De heer [gedaagde] is vanaf het begin onafgebroken in loondienst geweest bij “ [bedrijf] ”. (…) Gedurende de periode 1999 tot aan zijn overlijden heeft(… erflater, rb)
geen enkele maal aan mij te kennen gegeven dat(… [gedaagde] , rb)
toe zou treden tot de onderneming of dat hij hiertoe plannen had. (…)
gesproken over de toekomst van de onderneming. Hierbij heeft(… erflater, rb)
het volgende aangegeven: > (mede) vanwege de matige verhouding met zijn broer(… [gedaagde] , rb)
wilde hij de bedrijfsvoering aanpassen (…)
aangeven dat de werkrelatie met zijn broer (…) inmiddels zo matig was geworden dat hij overwoog om een ontslagprocedure te starten. Dit voornemen was zo concreet dat ik ook met(…erflater, rb)
heb gesproken over de (hoogte) van de transitievergoeding bij ontslag van(… [gedaagde] , rb)
. (…)
gehad (…)
om aanreiking van alle relevante stukken die de nalatenschap betroffen, dus testamenten, huwelijke voorwaarden e.d.
) volmondig ja toegeroepen.
) zeer duidelijk in de laatst weken voor zijn overlijden aangaf dat al zijn bezittingen volledig aan zijn vrouw en twee zonen toekwamen.”
“(…) Kort voor het overlijden van(… erflater, rb)
in aanwezigheid van [betrokkene 5] , [betrokkene 4] en mijn neef(… erflater, rb)
. Mijn neef was bijna bewusteloos en terminaal. De twee heren hadden het over het uitsluiten en isoleren van (…[gedaagde] , rb
). En dat hij geen rol meer zal krijgen. Veder heeft (…erflater, rb
) erop gereageerd en beantwoorde: “ [gedaagde] is mijn broer, hij zit in mijn hart en wil hem belonen en jullie zullen nooit problemen met hem ondervinden”.Naar het oordeel van de rechtbank is in deze verklaring geen weerlegging te vinden van de bedoeling van erflater dat [eiseres] en de kinderen zijn erfgenamen zouden zijn.