ECLI:NL:RBGEL:2019:1781
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- R.J. Jue
- J.H. van Breda
- H.J.M. Besselink
- Rechtspraak.nl
Last onder dwangsom wegens overtreding van de APV in verband met drugshandel
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 25 april 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een particulier, en de Burgemeester van de gemeente Ermelo. Eiser had beroep ingesteld tegen twee besluiten van de burgemeester, waarbij hem een last onder dwangsom was opgelegd wegens overtredingen van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) met betrekking tot drugshandel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de burgemeester op 16 oktober 2017 een dwangsombesluit heeft genomen, gevolgd door een invorderingsbesluit op 2 januari 2018, waarin een verbeurde dwangsom van € 5.000 werd ingevorderd. Eiser heeft tegen deze besluiten bezwaar gemaakt, maar de burgemeester heeft deze bezwaren ongegrond verklaard.
Tijdens de zitting op 21 februari 2019 heeft de rechtbank de argumenten van eiser en de burgemeester gehoord. Eiser betwistte de overtredingen en stelde dat de last onder dwangsom onbevoegd was opgelegd. De rechtbank oordeelde echter dat de burgemeester bevoegd was om handhavend op te treden, gezien de feiten die door de politie waren vastgesteld. De rechtbank concludeerde dat eiser betrokken was bij drugshandel, wat een overtreding van artikel 2:74 van de APV opleverde. De rechtbank heeft de beroepen gegrond verklaard, maar de rechtsgevolgen van de vernietigde besluiten in stand gelaten, en verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser.
De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de opgelegde dwangsom niet onredelijk hoog was en dat handhaving in dit geval gerechtvaardigd was, gezien de maatschappelijke impact van drugshandel. De rechtbank heeft de beslissingen op bezwaar vernietigd, maar de rechtsgevolgen daarvan in stand gelaten, en verweerder veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan eiser.