Uitspraak
Record Industrie B.V.
1.De procedure
2.De (verdere) beoordeling
€ 400.000,00 met een verlies van bijna € 100.000,00. De positie is dan ook nimmer ingevuld, aldus Record.
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 6 juli 2018 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen Record Industrie B.V. en [verweerster]. De procedure volgde op een ontslagaanvraag die door Record was ingediend bij het UWV, welke was afgewezen. De kantonrechter heeft in zijn beoordeling de a-grond van artikel 7:669 lid 3 BW toegepast, waarbij hij de ex tunc benadering hanteerde. Dit houdt in dat het opzegverbod tijdens ziekte geen gelding heeft indien de ziekte is ingetreden na de aanvraag van de ontslagvergunning. De kantonrechter oordeelde dat [verweerster] ten tijde van de ontslagaanvraag arbeidsgeschikt was, maar later arbeidsongeschikt raakte. De kantonrechter concludeerde dat de ziekte van [verweerster] niet in de weg stond aan de ontbinding van de arbeidsovereenkomst, omdat de ziekte na de aanvraag van de ontslagvergunning was ingetreden. De kantonrechter heeft vervolgens de bedrijfseconomische redenen van Record voor de ontbinding van de arbeidsovereenkomst als voldoende aannemelijk beoordeeld. De kantonrechter heeft geoordeeld dat er geen passende functies beschikbaar waren voor [verweerster] en dat herplaatsing niet mogelijk was. De kantonrechter heeft het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst toegewezen en de arbeidsovereenkomst ontbonden per 1 september 2018. Tevens is aan [verweerster] een transitievergoeding van € 30.000,00 bruto toegekend, vermeerderd met wettelijke rente. Het verzoek om een billijke vergoeding werd afgewezen, omdat er geen sprake was van ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever.