ECLI:NL:RBGEL:2018:512
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ongeldigverklaring rijbewijs wegens alcoholmisbruik bij beginnend bestuurder
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 5 februari 2018 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure waarbij de ongeldigverklaring van het rijbewijs van eiser aan de orde was. Eiser, een beginnend bestuurder, was op 5 november 2016 aangehouden door de politie, waarbij een alcoholgehalte van 590 µg/l was vastgesteld. Naar aanleiding van deze aanhouding heeft de directie van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) een onderzoek naar de geschiktheid van eiser voor het besturen van motorrijtuigen opgelegd. Dit onderzoek, uitgevoerd door psychiater C.J.F. Kemperman, resulteerde in een diagnose van alcoholmisbruik. Het primaire besluit van het CBR om het rijbewijs van eiser ongeldig te verklaren werd op 7 augustus 2017 gehandhaafd in het bestreden besluit, waartegen eiser beroep instelde.
Tijdens de zitting op 12 januari 2018 heeft eiser zijn bezwaren tegen de besluiten toegelicht, bijgestaan door zijn gemachtigde mr. W. Vahl. De rechtbank heeft overwogen dat de psychiater voldoende onderzoek heeft gedaan en dat de diagnose alcoholmisbruik op een juiste manier is gesteld. Eiser heeft niet aangetoond dat de bevindingen van de psychiater gebrekkig zijn of dat het CBR zich niet op deze bevindingen had mogen baseren. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser niet de mogelijkheid heeft benut om een tweede deskundigenonderzoek aan te vragen, wat zijn positie niet versterkt. Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard, waarbij het besluit tot ongeldigverklaring van het rijbewijs in stand is gebleven. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van bestuurders om zich aan de verkeersregels te houden, vooral in het geval van alcoholgebruik.