ECLI:NL:RBGEL:2018:4647
Rechtbank Gelderland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Schorsing van de intrekking van de Drank- en horecavergunning van een horecagelegenheid na betwisting van dronkenschap
Op 30 oktober 2018 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een zaak waarin de burgemeester van de gemeente Putten de Drank- en horecavergunning van een lokale kroeg per 1 november 2018 had ingetrokken. De intrekking was gebaseerd op een incident op 16 juli 2018, waarbij de politie constateerde dat de horeca-exploitant in kennelijke staat van dronkenschap in zijn eigen kroeg aanwezig was. De horeca-exploitant betwistte echter dat hij dronken was en voerde aan dat de horecagelegenheid op dat moment al gesloten was, met alleen nog enkele medewerkers aanwezig.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de burgemeester eerst nader onderzoek moest doen naar de feiten, aangezien het politie-rapport vragen opriep en er getuigen waren die de verklaring van de politie tegenspraken. De rechter vond dat het belang van de horeca-exploitant om alcohol te kunnen schenken zwaarder woog dan het belang van de burgemeester bij de intrekking van de vergunning. Daarom werd het besluit tot intrekking van de vergunning geschorst tot zes weken na het besluit op het bezwaar van de horeca-exploitant.
De voorzieningenrechter benadrukte dat de rapportage van de politie niet op ambtseed was opgemaakt en dat er onvoldoende bewijs was voor de dronkenschap van de horeca-exploitant. De rechter gaf aan dat de burgemeester in de bezwaarfase nader onderzoek moest verrichten om de situatie verder te verhelderen. De uitspraak resulteerde in een schorsing van het primaire besluit en een veroordeling van de burgemeester tot vergoeding van de proceskosten van de horeca-exploitant.