ECLI:NL:RBGEL:2018:380

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
5 januari 2018
Publicatiedatum
30 januari 2018
Zaaknummer
329632
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding over geheimhoudingsverplichtingen en onderzoek naar bedrijfsinformatie

In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, hebben de eiseressen, Transvision B.V., Trevvel B.V. en Cetorhinus Maximus B.V., een kort geding aangespannen tegen de gedaagden, [gedaagde 1] en [gedaagde 2], met betrekking tot geheimhoudingsverplichtingen en het onderzoek naar bedrijfsinformatie. De eiseressen vorderden onder andere dat de gedaagden zouden toestaan dat een door hen aangewezen ICT-deskundige onderzoek zou verrichten naar gegevensdragers van de gedaagden, en dat de gedaagden zouden meewerken aan het traceren van een laptop die in eigendom was van [gedaagde 2]. De achtergrond van de zaak ligt in een eerder vonnis van 20 oktober 2017, waarin de gedaagden waren veroordeeld tot het naleven van geheimhoudingsverplichtingen. De eiseressen stelden dat de gedaagden deze verplichtingen mogelijk hadden geschonden door vertrouwelijke informatie te delen met derden. De voorzieningenrechter oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat de gedaagden hun verplichtingen hadden geschonden, maar dat er wel aanleiding was om het onderzoek naar de laptop toe te staan. De vorderingen tot verder onderzoek naar de bedrijfsinformatie werden afgewezen, omdat de eiseressen niet voldoende aannemelijk hadden gemaakt dat de gedaagden nog in het bezit waren van vertrouwelijke informatie. De voorzieningenrechter besloot dat de gedaagden moesten meewerken aan het onderzoek naar de laptop, op straffe van een dwangsom.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/329632 / KG ZA 17-583
Vonnis in kort geding van 5 januari 2018
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TRANSVISION B.V.,
statutair gevestigd te Gorinchem, kantoorhoudende te Capelle aan den IJssel,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TREVVEL B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Rotterdam,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CETORHINUS MAXIMUS B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Rotterdam,
eiseressen,
advocaat mr. J.L.G.M. Verwiel te Breda,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde 1],
statutair gevestigd te [woonplaats], kantoorhoudende te [woonplaats],
2.
[gedaagde 2],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagden,
advocaat mr. T.J.C.M. Broekman te Utrecht.
Eisende partijen zullen hierna gezamenlijke Transvision c.s. worden genoemd. Gedaagde partijen zullen hierna gezamenlijk [gedaagde partij c.s.] en ieder afzonderlijk [gedaagde 1] en [gedaagde 2] worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met als bijlage het procesdossier van de kort gedingprocedure met zaaknummer C/05/326961 / KG ZA 17-482 bij deze rechtbank en van de kort gedingprocedure met zaaknummer C/10/538075 / KG ZA 17-1204 bij de rechtbank Rotterdam
  • de brief van 7 december 2017 met producties 2 tot en met 9 van Transvision c.s.
  • de nagezonden productie 1 bij de brief van 7 december 2017 van Transvision c.s.
  • de nagezonden vervangende pagina 34 van productie 1 van Transvision c.s.
  • de akte wijziging c.q. vermeerdering van eis van Transvision c.s.
  • de brief met producties 1 tot en met 5 van [gedaagde 1] c.s.
  • de nagezonden productie 6 van [gedaagde 1] c.s.
  • de mondelinge behandeling van 12 december 2017
  • de pleitnota van Transvision c.s.
  • de pleitnota van [gedaagde 1] c.s..
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Transvision houdt zich bezig met het organiseren en uitvoeren van personenvervoer, onder meer in de vorm van vraagafhankelijke deeltaxisystemen, kleinschalig personenvervoer en aanvullend openbaar vervoer. Trevvel (voorheen genaamd Lorem Focus B.V.) houdt zich bezig met kleinschalig personenvervoer en aanvullend openbaar vervoer. CM houdt zich bezig met kleinschalig personenvervoer, aanvullend openbaar vervoer en ambulancevervoer. Door middel van aandeelhouderschap vormen deze vennootschappen, tezamen met nog enkele andere vennootschappen, de Bios-Groep. Ook Connexxion Taxiservices B.V. (hierna: Connexxion) is actief op de landelijke markt van het kleinschalige personenvervoer en het ambulancevervoer.
2.2.
[gedaagde 1] houdt zich volgens het handelsregister van de Kamer van Koophandel onder meer bezig met de directie voeren over andere ondernemingen alsmede het uitlenen van personeel, een en ander in welke rechtsvorm ook. De bestuurders van [gedaagde 1] zijn [gedaagde 2] (gedaagde sub 2) en [bestuurder 1] .
2.3.
[gedaagde 2] is tot 21 juli 2009 aandeelhouder geweest van Transvision. [gedaagde 2] heeft bij de verkoop van zijn aandelen een non-concurrentiebeding ondertekend, op basis waarvan het hem gedurende drie jaar niet was toegestaan concurrerende werkzaamheden uit te voeren.
2.4.
In 2012 is het contact tussen [gedaagde 2] en Transvision herleefd en vanaf die tijd zijn tussen [gedaagde 1] en Transvision diverse overeenkomsten van opdracht tot stand gekomen en uitgevoerd. Zo heeft [gedaagde 2] namens [gedaagde 1] in het kader van die overeenkomsten van opdracht voor Transvision diverse functies als projectleider/directeur ad interim uitgevoerd.
Ook tussen [gedaagde 1] en Lorem Focus zijn vanaf 2016 verschillende overeenkomsten van opdracht gesloten, welke opdrachten namens [gedaagde 1] zijn uitgevoerd door [gedaagde 2] .
2.5.
[gedaagde 2] heeft tevens als projectleider voor het Project Belau gefunctioneerd. Dit project betrof de mogelijke verwerving van het bedrijf Qbuzz door Transvision en liep in de periode van augustus 2016 tot en met april 2017. In het kader van zijn projectleiderschap heeft [gedaagde 2] diverse e-mailberichten ontvangen waarin informatie is meegestuurd over onder andere omzetten, marges, inkoopwaardes, tussentijdse cijfers, jaarrekeningen en financiële stromen alsmede overzichten van aanbestedingen waarop Transvision heeft ingeschreven of voornemens is te gaan inschrijven.
2.6.
In al deze overeenkomsten van opdracht tussen [gedaagde 1] en Transvision en [gedaagde 1] en Lorem Focus is een zogenaamd geheimhoudingsbeding opgenomen. Dit beding vermeldt:

Geheimhouding
[gedaagde 1] garandeert geheimhouding met betrekking tot alle informatie, interne analyses, overwegingen, biedingen, etc. die betrekking hebben op dit project. Deze verplichting tot geheimhouding van vertrouwelijke informatie blijft voor [gedaagde 1] bestaan, ook na beëindiging van de overeenkomst.’
In sommige overeenkomsten zijn de woorden “die betrekking hebben op dit project” vervangen door de woorden “die betrekking hebben op deze aanbesteding”. In de overeenkomsten is tevens ‘exclusiviteit’ bedongen, omschreven als volgt:

Exclusiviteit
Gedurende de looptijd van deze opdracht zal [gedaagde 1] met betrekking tot de opdracht geen conflicterend belang vertegenwoordigen.’
2.7.
De overeenkomsten van opdracht tussen [gedaagde 1] en Transvision en [gedaagde 1] en Lorem Focus zijn inmiddels door voltooiing van de opdrachten beëindigd.
2.8.
De bestuurder van de Bios-Groep, [bestuurder 2] , is in maart 2017 in contact getreden met [gedaagde 2] over een mogelijke (verderstrekkende) samenwerking tussen hen. In dat verband heeft [gedaagde 2] aan [bestuurder 2] een voorstel voor de invulling van die samenwerking gemaild, op welk voorstel [bestuurder 2] bij e-mailbericht van 31 mei 2017 heeft gereageerd. Uit dit e-mailbericht volgt dat partijen het (nog) niet eens waren over het aantal te werken uren en de daarvoor te betalen vergoeding. Tussen (in ieder geval) [bestuurder 2] en [gedaagde 2] stond voor 12 juli 2017 een dinerafspraak gepland, voor verdere bespreking en het maken van eventuele afspraken over de voorgenomen samenwerking.
2.9.
Op 11 juli 2017 heeft [gedaagde 2] in een telefoongesprek met [bestuurder 2] kenbaar gemaakt dat hij vanaf 15 juli 2017 (fulltime) werkzaamheden voor Transdev/Connexxion zou gaan verrichten.
2.10.
Bij brieven van 11 juli 2017 hebben de directeuren van Transvision, Trevvel en de Bios-Groep aan [gedaagde 2] onder meer het volgende geschreven:
‘Vandaag namen wij kennis van het feit dat u een functie heeft aanvaard bij een concurrent. Dit heeft tot gevolg dat u per direct niet meer voor onze organisatie zal worden ingezet. Graag informeren wij u als volgt.
Voor alle zaken Transvision betreffende geldt voor u een geheimhoudingsplicht. Alle IP-rechten van projecten waar u bij betrokken bent geweest danwel waar u kennis van heeft genomen berusten bij Transvision en het is u niet toegestaan deze gebruiken.
Daarnaast verzoeken en zo nodig sommeren wij u alle documenten die u onder zich heeft en die Transvision of projecten van Transvision betreffen waaronder doch niet beperkt tot Valys en Belau, binnen 24 uur na verzending van deze brief per email in te leveren ten kantore van Transvision aan [adres] .
Gegevens welke op een gegevensdrager bevinden dient u te vernietigen en hiervan dient u eveneens binnen de gestelde 24 uur een proces verbaal van vernietiging te overleggen.
Tevens dient u zich te onthouden van het benaderen van personeel of andere voor Transvision werkzame personen.
(…)’
2.11.
In reactie op deze brieven heeft [gedaagde 2] namens [gedaagde 1] bij brieven van
12 juli 2017 bericht dat [gedaagde 1] alle documenten die in haar bezit waren betreffende Transvision, Trevvel en de Bios-Groep heeft vernietigd en dat de overeengekomen geheimhoudingsclausules zouden worden nagekomen, voor zover die met de aanschrijvende vennootschappen zijn gesloten.
2.12.
Per 15 juli 2017 is [gedaagde 2] op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd in dienst bij Connexxion getreden in de functie van Managing Director.
2.13.
Een medewerker van Connexxion heeft na indiensttreding van [gedaagde 2] op enig moment de vennootschap Korton Software B.V. benaderd, welk bedrijf software heeft ontwikkeld voor de uitvoering van de Valys-opdracht. Transvision c.s. maken bij de uitvoering van de Valys-opdracht gebruik van deze software.
2.14.
Bij brief van 7 augustus 2017 heeft Transvision vervolgens onder meer het volgende aan [gedaagde 1] en [gedaagde 2] geschreven:
‘Met de brief van 11 juli 2017 heeft Transvision u in relatie met de op 11 juli 2017 door u aangekondigde overstap naar Connexxion (onderdeel van Transdev Nederland Holding B.V.), reeds gewezen op de voor u geldende geheimhoudingsplicht. Wij hebben u inzake o.a. project Belau nadrukkelijk verzocht alle documenten welke u onder zich had te retourneren. Gegevens welke zich op een digitale gegevensdrager bevonden diende u te vernietigen. Tevens hebben wij u verzocht een proces verbaal van vernietiging te overleggen.
Op 12 juli 2017 heeft u (slechts) bevestigd dat u alle documenten die in het bezit van [gedaagde 1] waren heeft vernietigd. Dit bevreemdt ons gezien de hoeveelheid papieren documenten in uw bezit. Bovendien was dit niet conform onze brief en de door u getekende Confidentiality Agreement die zag op retournering.
Wij verzoeken u alsnog en indien nodig sommeren wij u een bewijs van vernietiging te overleggen van bijvoorbeeld het door u ingeschakelde archiefvernietigingsbedrijf of een door u afgelegde verklaring ten overstaan van een notaris.
(…)
Transvision ontvangt ook graag een bevestiging ten aanzien van vernietiging van digitale gegevens.
Daarnaast verlangt Transvision de bevestiging ook van u ( [gedaagde 2] ) in persoon. (…)
Eventuele papieren documenten die zich nog bij u persoonlijk bevinden dient u per omgaande te retourneren en digitale gegevens dient u per direct te vernietigen.
Om aan te kunnen tonen dat aan de verplichtingen jegens Qbuzz en Transvision is voldaan ontvangen wij graag binnen 10 dagen na dagtekening van deze brief:
- een bewijs van vernietiging van papieren documenten, welke u reeds op 12 juli 2017 heeft vernietigd, te overleggen van bijvoorbeeld het door u ingeschakelde archiefvernietigingsbedrijf of een door u afgelegde verklaring ten overstaan van een notaris waaruit de wijze van vernietiging blijkt;
- een bevestiging van een onafhankelijke partij, zoals bijvoorbeeld een onafhankelijke accountant, dat zich geen gegevens meer bij u persoonlijk en bij [gedaagde 1] bevinden, zowel op papier als digitaal.’
2.15.
[gedaagde 2] heeft (namens [gedaagde 1] ) niet op deze brief gereageerd.
2.16.
De Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk heeft op 1 september 2017 de Europese openbare Aanbesteding “Bovenregionaal vervoer (Valys)” ten behoeve van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport bekend gemaakt. Geïnteresseerde marktpartijen kunnen tot 30 oktober 2017 op de opdracht inschrijven. De opdracht wordt op dit moment uitgevoerd door Transvision in samenwerking met twee andere vennootschappen binnen de Bios-Groep. Met de opdracht is een omzet van circa € 60 miljoen per jaar gemoeid en daarmee is deze opdracht in Nederland de grootste aanbesteding op het gebied van taxivervoer. Transvision (samen met enkele andere vennootschappen binnen de Bios-Groep) en Connexxion hebben op de nieuw aan te besteden Valys-opdracht ingeschreven. Vanwege de omvang van de opdracht zijn de Bios-Groep en Connexxion (nagenoeg) elkaars enige concurrenten.
2.17.
Transvision c.s. hebben [gedaagde 1] en [gedaagde 2] op 29 september 2017 in kort geding gedagvaard. Transvision c.s. hebben in die procedure onder meer veroordeling van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] gevorderd om zich aan de geheimhoudingsverplichting jegens Transvision c.s. te houden, bij schending van die verplichting opgave te doen met wie [gedaagde 1] en [gedaagde 2] bedrijfsvertrouwelijke informatie van Transvision c.s. hebben gedeeld, alle bedrijfsvertrouwelijke informatie die [gedaagde 1] en [gedaagde 2] in het bezit hadden op 15 juli 2017 aan Transvision c.s. te retourneren en inzage te geven in en een kopie af te geven van alle digitale bedrijfsinformatie die [gedaagde 1] en [gedaagde 2] op gegevensdragers op datum vonnis onder zich hebben. Deze vorderingen zijn bij vonnis van 20 oktober 2017 op straffe van verbeurte van een dwangsom toegewezen.
2.18.
Naar aanleiding van het veroordelende vonnis van 20 oktober 2017 heeft [gedaagde 2] (door middel van zijn advocaat) Equilibristen gerechtsdeurwaarders en Probatius benaderd om de veroordeling tot het verstrekken van inzage en tot afgifte van alle digitale bedrijfsinformatie van Transvision c.s. na te komen. Op 22 oktober 2017 heeft een bijeenkomst van [gedaagde 2] en deze partijen plaatsgevonden. Deurwaarder [deurwaarder] heeft bij e-mailbericht van 22 oktober 2017 onder meer het volgende aan de advocaat van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] bericht:
‘Hierbij bevestigen wij dat wij conform uw instructies vandaag de gegevensdragers (Iphone, Macbook, Ipad van [gedaagde 2] / [gedaagde 1] en laptop van [bestuurder 1] / [gedaagde 1] ) onder ons hebben genomen. Deze gegevensdragers houden wij onder ons tot nader bericht. De aanwezige bestanden zullen worden onderzocht op relevantie en desgewenst worden gekopieerd teneinde deze in kopie af te geven aan Transvision c.s. Ook de externe data, waartoe wij inmiddels volledige toegang hebben verkregen, zullen volledig door ons worden gekopieerd en onder ons worden genomen. Tevens zullen wij tot vernietiging van data overgaan conform hetgeen de voorzieningenrechter heeft bepaald. Door ons zal pas tot restitutie van gegevensdragers worden overgegaan na permanente vernietiging van de data conform vonnis. Ten aanzien van de Iphone, Macbook en Ipad zijn wij overeengekomen dat alle data op deze gegevensdragers permanent zal worden verwijderd.
(…)’
2.19.
In de daaropvolgende dagen is tussen de advocaten van Transvision c.s. en [gedaagde 1] en [gedaagde 2] uitvoerig gecorrespondeerd. Deze correspondentie zag onder andere op de wijze waarop het onderzoek naar de aanwezigheid van bedrijfsvertrouwelijke informatie van Transvision c.s. op gegevensdragers van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] zou moeten plaatsvinden. Namens [gedaagde 1] en [gedaagde 2] is daarbij het standpunt ingenomen dat het onderzoek in ieder geval in aanwezigheid van (een vertegenwoordiger van) Transvision c.s. zou moeten plaatsvinden.
2.20.
Equilibristen Gerechtsdeurwaarders heeft vervolgens tezamen met Probatius een onderzoek uitgevoerd. Op 4 november 2017 heeft deurwaarder [deurwaarder] een “proces-verbaal van vastlegging werkzaamheden inzake [gedaagde 1] c.s. / Transvision c.s.” aan de advocaat van Transvision c.s. betekend. Dit proces-verbaal vermeldt voor zover thans van belang:
’(…)
14. Vanaf zondag 20 oktober 2017 zijn de volgende werkzaamheden uitgevoerd:
a. alle aanwezige data van de gegevensdragers en vanuit de cloud/dropbox en andere externe opslagplaatsen en servers zijn gekopieerd naar de server van Probatius
b. de ICT-deskundige en ik hebben de diverse data verzameld en ondergebracht in één onderzoeksserver met daarop de onderzoek software AccessDataFTK
c. Bij de dataseparatie ten behoeven van de oplevering in het kader van de veroordeling 5.8 e.v. van het vonnis is de dataset binnen de onderzoek omgeving doorzocht met diverse relevante zoektermen. Deze zijn gebaseerd op de zoektermenlijst verstrekt door [gedaagde 2] en de zoektermenlijst verstrekt door mr. Verwiel (e-mail 27 oktober 2017 (Bijlage 3) De zoektermen zijn door ons geselecteerd op bruikbaarheid en op toegevoegde waarde ten opzichte van de andere reeds gebruikte zoektermen. Met name het gebruik van een aantal zeer korte zoektermen (zoals cm, usg, nvi, pwc en zcn) heeft heel veel nutteloze en niet relevante data opgeleverd (waaronder veel grafische en technische bestanden). De uiteindelijke termen zijn opgenomen in het overzicht zoektermen – Bijlagen 8 en C). De gecreëerde datasets tot stand gekomen met AccesDataFTL zijn vervolgens op aanwijzing van [gedaagde 2] door mij visueel gecontroleerd op de aanwezigheid van confidentiële correspondentie en vertrouwelijke bedrijfsinformatie van andere ondernemingen. Deze data zijn gelabeld en separaat opgeslagen.
d. Op zaterdag 28 oktober is door mij bij mr Verwiel een CD-rom met bestandslijst van alle bedrijfsinformatie ter inzage gegeven en een USB-stick met een kopie van alle bedrijfsinformatie zelf overhandigd (Bijlagen 4 en I); deze resultaten waren gebaseerd op de zoektermen die door [gedaagde 2] waren geformuleerd.
e. Op donderdag 2 november is door mij wederom bij mr Verwiel een CD-rom met bestandslijst van alle bedrijfsinformatie ter inzage gegeven en een USB-stick met een kopie van alle bedrijfsinformatie overhandigd (Bijlagen 9 en I); deze resultaten waren gebaseerd op extra zoektermen die door mr Verwiel waren aangereikt.
15. Een uitgebreid verslag van de diverse handelingen die zijn uitgevoerd door de ingeschakelde ICT-deskundigen is opgenomen in het logboek (Bijlage B).
16. Met onze werkzaamheden hebben de ICT-deskundige en ik naar onze beste vermogen grondig onderzoek gedaan naar alle bedrijfsinformatie en is voldaan aan de eisen van het vonnis ten aanzien van inzage geven in de bedrijfsinformatie en afgifte doen van een kopie van die bedrijfsinformatie.
(…)’
2.21.
De advocaat van Transvision c.s. heeft de aan hem door Equilibristen Gerechtsdeurwaarders verstrekte gegevens (nog) niet bekeken. Wel is namens Transvision c.s. aan [gedaagde 1] en [gedaagde 2] kenbaar gemaakt dat zij het niet eens zijn met de wijze waarop het onderzoek is uitgevoerd, omdat zij daarbij niet aanwezig mochten zijn en dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] daardoor niet op juiste wijze aan de veroordelingen uit het kort gedingvonnis van 20 oktober 2017 hebben voldaan.
2.22.
Op 7 november heeft tussen partijen een tweede kort geding plaatsgevonden bij de rechtbank Rotterdam. Reden voor dit kort geding was dat Transvision c.s. volgens [gedaagde 1] en [gedaagde 2] ten onrechte verzoeken deden die niet volgen uit de veroordelingen van het kort gedingvonnis van 20 oktober 2017. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hebben in die procedure onder meer gevorderd dat de voorzieningenrechter zal oordelen dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] op juiste en volledige wijze uitvoering hebben gegeven aan de (bedoeling van) de veroordelingen 5.8 tot en met 5.10 van het kort gedingvonnis van 20 oktober 2017 en de dwangsommen die daarop zijn gesteld op te schorten, althans te matigen tot nihil. Deze vorderingen zijn bij kort gedingvonnis van 14 november 2017 van de rechtbank Rotterdam afgewezen. In dat kader is onder meer overwogen dat onvoldoende aannemelijk is geworden dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] inzage hebben gegeven in en een kopie hebben afgegeven van alle zich op gegevensdragers van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] bevindende digitale bedrijfsinformatie van Transvision c.s. en dat op de voet van artikel 611d Rv enkel de rechter die een dwangsom heeft opgelegd op vordering van de veroordeelde de dwangsom kan opheffen, zodat enkel de voorzieningenrechter van de rechtbank Gelderland daartoe zou kunnen overgaan.
2.23.
De hierop volgende dagen hebben partijen getracht in onderling overleg tot een voor Transvision c.s. aanvaardbare oplossing met betrekking tot het uitgevoerde onderzoek te komen. Dit is partijen niet gelukt.
2.24.
Bij e-mailbericht van 29 november 2017 heeft de advocaat van Transvision c.s. aan de advocaat van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] onder meer het volgende geschreven:
‘Cliënten hebben begrepen dat er 2 november 2017 een bijeenkomst bij Transdev/Connexxion heeft plaatsgevonden, waarbij aanwezig waren vertegenwoordigers van KNV en vertegenwoordigers van de Staat. Tijdens dit werkbezoek is zowel door uw client als door [Meneer A] een presentatie gehouden.
Cliënten hebben belang om te verifiëren in hoeverre bovenregionaal vervoer (Valysvervoer) hier aan de orde is geweest. ik wil uw cliënt derhalve vragen en voor zover nodig sommeren, om mij uiterlijk aanstaande vrijdag voor 17.00 uur toe te zenden, de agenda voor het werkbezoek en een kopie van de beide presentaties die op 2 november 2017 zijn gegeven.
(…)’
2.25.
[gedaagde 2] heeft niet aan bovengenoemde sommatie voldaan en heeft de agenda voor het werkbezoek en de gehouden presentaties niet aan Transvision c.s. afgegeven.

3.Het geschil

3.1.
Transvision c.s. vordert – na vermeerdering van eis – bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hoofdelijk te gebieden Transvision c.s. toe te staan en te gedogen een door Transvision c.s. aangewezen ICT-deskundige van Fox-IT, gevestigd in Delft, onderzoek te laten verrichten naar en inzage te nemen in alle gegevensdragers van [gedaagde 2] en [gedaagde 1] , zoals die op zondag 20 oktober 2017 door [gedaagde 1] en [gedaagde 2] zijn afgegeven ter bewaring aan de deurwaarder, [deurwaarder] van Equilibristen Gerechtsdeurwaarders in Dordrecht, en naar alle data die in dat kader zijn veilig gesteld door de deurwaarder op of buiten die gegevensdragers en zoals nader gespecificeerd in het proces-verbaal van eerdergenoemde deurwaarder d.d. 4 november 2017, teneinde vast te stellen of [gedaagde 1] en [gedaagde 2] alle bedrijfsvertrouwelijke informatie van Transvision, Trevvel en Bios op die gegevensdragers aan Transvision, Trevvel en Bios hebben afgegeven, zulks conform het plan van aanpak gedateerd 7 december 2017 zoals door Fox-IT opgesteld en onder de navolgende voorwaarden:
a. [gedaagde 2] en [gedaagde 1] kunnen (voor eigen rekening) middels een eigen ICT-deskundige aanwezig zijn bij het onderzoek van Fox-IT;
b. Indien partijen tijdens het onderzoek geen overeenstemming kunnen bereiken over de zoektermen zal aan de voorzieningenrechter Rechtbank Gelderland worden gevraagd om aan te geven welke zoektermen volgens hem kunnen worden gebruikt bij gelegenheid van het bovengenoemd onderzoek;
c. indien en voor zover partijen tijdens het onderzoek geen overeenstemming kunnen bereiken over het inzage geven in de vertrouwelijke gegevens die voortkomen uit het onderzoek A, de beoordeling daarvan voor te leggen aan de voorzieningenrechter Rechtbank Gelderland;
d. de bedrijfsvertrouwelijke gegevens van derden zullen worden beschermd en gerechtvaardigd en zullen niet ter inzage komen van Transvision c.s.;
een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 50.000,00 per overtreding en per dag dat deze overtreding voortduurt, ingaande vier dagen na betekening van dit vonnis, tot een maximum van € 2.000.000,00;
II [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hoofdelijk te gebieden Transvision c.s. toe te staan en te gedogen dat met betrekking tot uit het onderzoek onder sub I van dit petitum verzamelde gegevens wordt vastgesteld of en in hoeverre [gedaagde 2] en [gedaagde 1] middels de hierboven genoemde gegevensdragers (direct of indirect) bedrijfsinformatie van Transvision, Trevvel en/of Bios hebben gedeeld, zulks in de meest ruime zin van het woord (onder meer door die informatie door te sturen, door te mailen, op een USB-stick te zetten, op een externe schijf te zetten en/of te printen, doch niet daartoe beperkt) met Connexxion, de met deze onderneming gelieerde vennootschappen (moeder, dochter en zustervennootschappen en alle bij die vennootschappen werkzame personen danwel met derden), zulks in de periode vanaf 1 januari 2017 en vervolgens [gedaagde 2] en [gedaagde 1] te gebieden, althans hen aan Transvision c.s. toe te staan en te gedogen de resultaten van dit onderzoek te delen met Transvision c.s., zulks conform het plan van aanpak gedateerd
7 december 2017, zoals door Fox-IT opgesteld en onder de navolgende voorwaarden:
a. [gedaagde 2] en [gedaagde 1] kunnen (voor eigen rekening) middels een eigen ICT-deskundige aanwezig zijn bij het onderzoek van Fox-IT;
b. Indien partijen tijdens het onderzoek geen overeenstemming kunnen bereiken over de zoektermen zal aan de voorzieningenrechter Rechtbank Gelderland worden gevraagd om aan te geven welke zoektermen volgens hem kunnen worden gebruikt bij gelegenheid van het bovengenoemd onderzoek;
c. indien en voor zover partijen tijdens het onderzoek geen overeenstemming kunnen bereiken over het inzage geven in de vertrouwelijke gegevens die voortkomen uit het onderzoek B, de beoordeling daarvan voor te leggen aan de voorzieningenrechter Rechtbank Gelderland;
d. de bedrijfsvertrouwelijke gegevens van derden zullen worden beschermd en gerechtvaardigd en zullen niet ter inzage komen van Transvision c.s.;
een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 50.000,00 per overtreding en per dag dat deze overtreding voortduurt, ingaande vier dagen na betekening van dit vonnis, tot een maximum van € 2.000.000,00;
III [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hoofdelijk te gebieden Transvision c.s. toe te staan en te gedogen dat een door Transvision c.s. aangewezen ICT-deskundige van Fox-IT, gevestigd in Delft, onderzoek te laten verrichten en maatregelen te nemen ter lokalisering van de laptop van het merk Apple, zoals die in eigendom toebehoorde aan [gedaagde 2] / [gedaagde 1] en daarbij volledige medewerking te geven aan dat onderzoek, waarbij na tracering en inbeslagname (zo nodig met behulp van een deurwaarder) van die laptop de ICT-deskundige Fox-IT de gelegenheid krijgt om nader onderzoek te doen conform het gestelde onder sub I en II, zulks conform het plan van aanpak gedateerd 7 december 2017, zoals door Fox-IT opgesteld en onder de navolgende voorwaarden:
a. [gedaagde 2] en [gedaagde 1] kunnen (voor eigen rekening) middels een eigen ICT-deskundige aanwezig zijn bij het onderzoek van Fox-IT;
b. Indien partijen tijdens het onderzoek geen overeenstemming kunnen bereiken over de zoektermen zal aan de voorzieningenrechter Rechtbank Gelderland worden gevraagd om aan te geven welke zoektermen volgens hem kunnen worden gebruikt bij gelegenheid van het bovengenoemd onderzoek;
c. indien en voor zover partijen tijdens het onderzoek geen overeenstemming kunnen bereiken over het inzage geven in de vertrouwelijke gegevens die voortkomen uit het onderzoek C, de beoordeling daarvan voor te leggen aan de voorzieningenrechter Rechtbank Gelderland;
d. de bedrijfsvertrouwelijke gegevens van derden zullen worden beschermd en gerechtvaardigd en zullen niet ter inzage komen van Transvision c.s.;
een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 50.000,00 per overtreding en per dag dat deze overtreding voortduurt, ingaande vier dagen na betekening van dit vonnis, tot een maximum van € 2.000.000,00;
IV [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hoofdelijk te veroordelen aan Transvision c.s. af te geven de presentaties die door [gedaagde 2] en [Meneer A] namens Connexxion/Transdevv zijn gegeven op 2 november 2017 tijdens een werkbezoek met een aantal ministeries (het werkbezoek, zoals beschreven in de agenda die is overgelegd als productie 7 bij dagvaarding), een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 50.000,00 per overtreding en per dag dat deze overtreding voortduurt, ingaande vier dagen na betekening van dit vonnis, tot een maximum van € 2.000.000,00;
V [gedaagde 1] en [gedaagde 2] te veroordelen in de proceskosten, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na betekening van dit vonnis.
3.2.
[gedaagde 1] en [gedaagde 2] voeren verweer en concluderen tot afwijzing van de vorderingen.
3.3.
Op de stellingen van partijen zal hierna, voor zover voor de beoordeling van dit geschil van belang, worden ingegaan.

4.De beoordeling van het geschil

4.1.
De vraag die de partijen verdeeld houdt is of er feitelijke en rechtsgronden zijn voor toewijzing van de vorderingen zoals die in dit kort geding zijn ingesteld. Van belang voor de beoordeling van de vorderingen is in de eerste plaats dat de situatie zoals die thans is niet dezelfde is als de situatie waarin bij vonnis van 20 oktober 2017 voorlopige voorzieningen zijn gegeven. Destijds was geheel onduidelijk of [gedaagde partij c.s.] nog over informatie van Transvison c.s. beschikten en zo ja, over welke informatie en wat er met die informatie was gebeurd. Door de wijze waarop [gedaagde partij c.s.] daarmee na aanschrijving en sommatie van Transvision c.s. zijn omgegaan en de verklaringen die [gedaagde 2] daarover heeft gegeven is veel onduidelijkheid daarover ontstaan. [gedaagde partij c.s.] hebben daarbij verdenkingen op zich geladen dat zij hun geheimhoudingsverplichtingen schonden. Daarom waren toen in het kader van die geheimhoudingsverplichtingen tamelijk vergaande maatregelen op hun plaats, zoals die in het eerdere vonnis zijn getroffen.
4.2.
Ter uitvoering van het eerdere vonnis heeft een onderzoek plaatsgevonden door een door [gedaagde partij c.s.] ingeschakelde deskundige en deurwaarder. Dat onderzoek is uitgevoerd op de wijze zoals beschreven in het proces-verbaal van de deurwaarder. Heel kort samengevat komt het erop neer dat aan de hand van trefwoorden gegevensdragers van [gedaagde partij c.s.] zijn doorzocht, bestanden waarin die trefwoorden voorkomen zijn veiliggesteld, een enkele gegevensdrager is vernietigd en van andere apparaten de digitale historie is gewist. Van de gevonden bestanden is een deel dat volgens de ingeschakelde personen bedrijfsinformatie van Transvision c.s. bevat, overgedragen aan Transvision c.s. Of [gedaagde partij c.s.] er verstandig aan hebben gedaan deze operatie niet in samenwerking met Transvision c.s. en/of door Transvision c.s. ingeschakelde deskundigen te laten plaatsvinden, valt te betwijfelen. Het eerdere vonnis bevatte daartoe echter niet een verplichting. Een expliciet daartoe strekkende voorziening was ook niet gevorderd en de wijze waarop de wel gevorderde voorziening moest worden uitgevoerd is toen niet een onderwerp van debat tussen de partijen geweest.
4.3.
Tegen deze achtergrond is de vraag of de geheimhoudingsverplichtingen van [gedaagde partij c.s.] in de omstandigheden zoals die nu zijn nadere voorlopige voorzieningen rechtvaardigen en nodig maken zoals die thans zijn gevorderd. Daarvoor zou slechts aanleiding zijn indien Transvision c.s. tot op zekere hoogte aannemelijk hadden gemaakt dat het eerdere onderzoek onvoldoende en/of onvolledig is geweest en/of verdenkingen heeft opgeleverd dat [gedaagde partij c.s.] in strijd met hun geheimhoudingsverplichting nog (bedrijfs)informatie (van Transvision c.s.) hebben achtergehouden of gedeeld met derden. Dat hebben Transvision c.s. niet gedaan. Voorop staat dat er op zichzelf geen aanleiding is om aan de juistheid en de betrouwbaarheid van het door de deurwaarder en Probation uitgevoerde onderzoek en de getroffen maatregelen te twijfelen. Probation heeft mede aan de hand van de door Transvison c.s. aangeleverde zoektermen de gegevensdragers van [gedaagde partij c.s.] doorgelicht. Van die door Transvision c.s. opgegeven zoektermen heeft Probation twee categorieën niet overgenomen. De ene categorie betreft kleine woordjes of afkortingen. Daarvan heeft Probation afgezien omdat die te onbepaald waren en daardoor een overvloed van niet relevante hits zouden opleveren, zo is ter zitting namens [gedaagde partij c.s.] verklaard, welke verklaring de voorzieningenrechter aannemelijk voorkomt. De tweede categorie betreft onder andere een aantal namen van personen van Connexxion, zoals de CEO van Connexxion, [Meneer A]. Daarvan is kennelijk op verzoek van [gedaagde partij c.s.] afgezien omdat zoeken op die termen het gevaar zou opleveren dat vertrouwelijke informatie van Connexxion (waar [gedaagde 2] in dienst is) bekend zou (kunnen) worden bij Transvision c.s. Dat is begrijpelijk in aanmerking genomen dat de veroordelingen in het eerdere vonnis erop waren gericht om vast te stellen over welke bedrijfsinformatie van Transvision c.s. [gedaagde partij c.s.] (op enig moment) nog beschikten en te verzekeren dat zij daarover niet meer zouden kunnen beschikken. Temeer ook omdat er, gegeven de concurrentiestrijd, in datgene wat van [gedaagde partij c.s.] kan worden gevergd in het kader van hun geheimhoudingsverplichtingen de spanning zit dat weliswaar bedrijfsinformatie van Transvision c.s. niet bij Connexxion terecht moet komen, maar omgekeerd bedrijfsinformatie van Connexxion ook niet bij Transvision c.s.
4.4.
Transvision c.s. hebben erop gewezen dat het onderzoek heeft uitgewezen dat [gedaagde partij c.s.] nog wel beschikten over bedrijfsinformatie van Transvision c.s., hoewel [gedaagde partij c.s.] voordien steeds hebben beweerd dat zij alles hadden vernietigd en gewist. Het kan echter niet worden vastgesteld of en in hoeverre [gedaagde partij c.s.] er zich van bewust waren dat de gevonden informatie zich nog op gegevensdragers van hun bevond. Uit het overgelegde rapport van Northwave valt af te leiden dat ook nadat een gebruiker gegevens heeft gewist en verwijderd zodanig dat hij zelf geen toegang meer tot die gegevens heeft of kan krijgen, die gegevens toch ergens aanwezig blijven en door deskundigen weer kunnen worden teruggehaald. Van welke aard de bij het onderzoek gevonden informatie van of betreffende Transvision c.s. is, is grotendeels onduidelijk. Van alle gevonden informatie is een gedeelte dat in de visie van [gedaagde partij c.s.] en/of Probation en/of de deurwaarder bij Transvision thuishoort aan Transvision c.s. overgedragen. De raadsman van Transvision c.s. heeft echter ter zitting verklaard dat hij de enveloppe waarin die informatie is aangeleverd niet heeft opengemaakt. Bij gebreke van kennisneming van de inhoud van de aangetroffen informatie kan in de inhoud van de aangetroffen informatie dan ook geen aanwijzing gevonden worden dat het onderzoek onvolledig is geweest en dat nader onderzoek zoals gevorderd is aangewezen. Voor het overige zijn er geen concrete feiten en omstandigheden gesteld die voldoende grond opleveren voor nadere onderzoeken A en/of B. Het enkele wantrouwen van Transvision c.s. omdat zij zelf niet (met eigen deskundigen) bij het onderzoek zijn betrokken is daarvoor onvoldoende. Wat betreft onderzoek B komt daarbij nog specifiek het volgende. Dat onderzoek is erop gericht om vast te stellen of [gedaagde partij c.s.] bedrijfsinformatie van Transvison c.s. met derden hebben gedeeld. Zoals in het eerdere vonnis is overwogen zullen Transvision c.s. tot op zekere hoogte aannemelijk moeten maken dat [gedaagde partij c.s.] hun geheimhoudingsverplichting hebben geschonden of dreigen te zullen schenden. Omdat Transvision c.s. dat niet hadden gedaan, is de vordering die strekte tot veroordeling van [gedaagde partij c.s.] tot opgave van de namen van personen met wie zij informatie hebben gedeeld slechts voorwaardelijk toegewezen. In aanmerking genomen dat Transvision c.s. kennelijk eerder geen aanleiding zagen veroordeling te vragen van [gedaagde partij c.s.] tot medewerking aan een onderzoek naar mogelijk delen met derden van bedrijfsinformatie van Transvision c.s. en geen concrete feiten en omstandigheden zijn aangevoerd waarom daarvoor nu wel aanleiding zou bestaan, vindt de voorzieningenrechter onvoldoende grond voor een onderzoek daarnaar zoals thans door Transvision c.s. gevorderd.
4.5.
Bij de afwijzing van de vorderingen gericht op de onderzoeken A en B speelt ook een rol dat er bij de wijze waarop Transvision c.s. die vorderingen hebben ingekleed en die onderzoeken uitgevoerd wensen te zien een groot risico bestaat dat er nieuwe conflicten (en procedures) tussen de partijen zullen ontstaan over de uitvoering, de gevonden informatie, vervolgmaatregelen enz. Zoals ter zitting met de partijen besproken is het, indien het tot een nieuw onderzoek komt, aangewezen dat dit door een onafhankelijke deskundige geschiedt. Indien de partijen het daarover niet eens kunnen worden dan staat het Transvision c.s. vrij een verzoek voorlopig deskundigenbericht bij de rechtbank in te dienen.
4.6.
Ten aanzien van onderzoek C ziet de voorzieningenrechter aanleiding voor een ander oordeel. Anders dan tijdens het vorige kort geding heeft [gedaagde 2] deze keer een verklaring erover afgelegd hoe de vernietiging van de laptop in zijn werk is gegaan en wanneer die ongeveer heeft plaatsgevonden, te weten enkele weken na 11 augustus 2017. Uit het rapport van Northwave valt af te leiden, zoals hiervoor al werd overwogen, dat informatie vrijwel nooit definitief van gegevensdragers kan worden verwijderd maar door deskundigen in beginsel steeds weer kan worden teruggehaald en dat het definitief ontoegankelijk maken van informatie uiteindelijk alleen door fysieke destructie van de gegevensdrager kan worden bewerkstelligd. Dat zal in het algemeen zo zijn, het verklaart echter nog steeds niet waarom [gedaagde 2] met die laptop zo heeft gehandeld als hij zegt te hebben gedaan. Overeind blijft dat het juist voor de hand had gelegen die laptop gereed te houden om door onderzoek aan te tonen over welke bedrijfsinformatie van Transvision c.s. [gedaagde partij c.s.] op die laptop beschikten en wat daarmee is gebeurd. Dat [gedaagde 2] zonder enig bewijs veilig te stellen die laptop zou hebben vernietigd, roept nog steeds de verdenking op dat [gedaagde partij c.s.] er belang bij hadden om onderzoek aan die laptop onmogelijk te maken. Enige vorm van bewijs ervan dat hij de laptop werkelijk heeft vernietigd, heeft [gedaagde 2] tot op heden nooit geleverd en evenmin enig bewijs ervan dat hij informatie op de laptop niet elders heeft opgeslagen. Die kan hij op een usb-stick hebben opgeslagen. Onderzoek van de laptop zou dat kunnen uitwijzen. In dit opzicht is er gezien ook de oordelen in het eerdere vonnis aanleiding om [gedaagde partij c.s.] te veroordelen mee te werken aan een onderzoek ernaar of die laptop toch niet in enigerlei vorm bestaat. Transvision c.s. hebben daarbij een voldoende spoedeisend belang, zoals in de aard van de vordering besloten ligt. Indien de laptop getraceerd kan worden, kunnen Transvision c.s. daarop zo nodig bewijsbeslag doen leggen, na een daartoe verkregen verlof van de voorzieningenrechter en vervolgens zonodig een vordering tot inzage instellen in het bewijsmateriaal dat via het bewijsbeslag is veiliggesteld. In deze beperkte zin zal de vordering onder 3 worden toegewezen.
4.7.
Wat betreft het gevorderde onder 4 geldt het volgende. Die vordering strekt ertoe om vast te stellen of [gedaagde 2] het verbod in het vorige kort geding vonnis om zich bij Connexxion op enigerlei wijze bezig te houden met de Valys-aanbesteding heeft overtreden. Het ligt echter in beginsel op de weg van Transvision c.s. om tot op zekere hoogte aannemelijk te maken dat dat het geval is. Dat hebben zij onvoldoende gedaan. Zoals ter zitting is besproken, berust het kennelijk in hoge mate op interpretatie of de presentaties betrekking of voldoende betrekking (kunnen) hebben op Valys. Uit de stellingen van Transvision c.s. kan onvoldoende worden opgemaakt dat die presentaties wel voldoende betrekking hebben op Valys. Bij gebreke daarvan zou de afgifte van die presentaties de mogelijkheid inhouden dat Transvision c.s. de beschikking krijgen over bedrijfsinformatie van Connexxion. Overigens is wel de vraag hoe vertrouwelijk die informatie is, nu het kennelijk om een door de branche van taxivervoerders georganiseerde bijeenkomst ging. Dit deel van het gevorderde zal worden afgewezen.
4.8.
Omdat beide partijen deels in het ongelijk zijn gesteld, zullen de kosten van de procedure worden gecompenseerd.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
gebiedt [gedaagde 1] en [gedaagde 2] te gedogen en Transvision c.s. toe te staan dat een door Transvision c.s. aangewezen ICT-deskundige van Fox-IT, gevestigd in Delft, onderzoek zal verrichten en maatregelen zal nemen ter lokalisering van de laptop van het merk Apple, zoals die in eigendom toebehoorde aan [gedaagde 1] en [gedaagde 2] , en daarbij volledige medewerking te geven aan dat onderzoek, een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 50.000,00 per overtreding en per dag dat deze overtreding voortduurt, ingaande vier dagen na betekening van dit vonnis, tot een maximum van € 2.000.000,00 is bereikt,
5.2.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.3.
compenseert de proceskosten in die zin, dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.B. Boonekamp en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. E.H.J. Krijnen op 5 januari 2018.