ECLI:NL:RBGEL:2018:2748

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
4 juni 2018
Publicatiedatum
21 juni 2018
Zaaknummer
NL18.9184
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Burgerlijk procesrecht en de gevolgen van niet-betekening van een oproepingsbericht

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Gelderland op 4 juni 2018, is de procedure gestart door [eiser] tegen [verweerder], die niet is verschenen. De procesinleiding werd op 14 mei 2018 ingediend, met als uiterste verschijndag 16 mei 2018. Echter, er zijn geen stukken overgelegd waaruit blijkt dat het oproepingsbericht aan [verweerder] is betekend. Dit leidt tot de conclusie dat [verweerder] niet op de hoogte was van de zitting en dus niet kon verschijnen. De rechtbank oordeelt dat er geen verstek kan worden verleend tegen [verweerder] omdat niet kan worden vastgesteld dat hij de oproep heeft ontvangen. De rechtbank bepaalt dat [eiser] een afdruk van het vonnis en het oproepingsbericht bij exploot aan [verweerder] moet betekenen, met een nieuwe uiterste verschijndag van ten minste 14 dagen na de betekening. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot de betekening heeft plaatsgevonden.

Uitspraak

vonnis

_________________________________________________________________ _

RECHTBANK GELDERLAND
Civiel recht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer: NL18.9184
Vonnis van 4 juni 2018
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eiser, hierna te noemen: [eiser] ,
advocaat mr. E.A.C. Nijhof-Top,
tegen
[verweerder],
wonende te [woonplaats] ,
verweerder, hierna te noemen: [verweerder] ,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de procesinleiding
- het oproepingsbericht.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
De procesinleiding is op 14 mei 2018 ingediend. Zowel de procesinleiding als het oproepingsbericht vermelden als uiterste verschijndag 16 mei 2018. Stukken waaruit bezorging of betekening van het oproepingsbericht volgt zijn tot op heden niet ingediend.
2.2.
[eiser] heeft in de procesinleiding voor de gronden van zijn vordering verwezen naar de dagvaarding die als bijlage bij de procesinleiding is gevoegd. Blijkens dit exploot heeft de deurwaarder [verweerder] opgeroepen om te verschijnen op de rolzitting van deze rechtbank van 16 mei 2018, om 10.00 uur in de ochtend. Dit exploot van dagvaarding is aan de rechtbank toegezonden maar niet op de rol ingeschreven omdat de vordering door middel van een langs elektronische weg in te dienen procesinleiding moet worden ingesteld, zo blijkt uit een brief van de rechtbank aan mr. Nijhof-Top van 14 mei 2018. Op de rolzitting van 16 mei 2018 is [verweerder] niet verschenen.
2.3.
Uit het voorgaande volgt dat niet kan worden vastgesteld dat het oproepingsbericht aan [verweerder] is betekend en dus ook niet dat hij de beschikking heeft gekregen over de code waarmee hij kan verschijnen, laat staan dat hij ten minste 14 dagen de tijd heeft gehad voor beraad in dat verband (vergelijk HR 13 oktober 2017, ECLI:NL:HR:2017:2629, NJ 2017/420). Tegen [verweerder] kan geen verstek worden verleend.
2.4.
[eiser] dient een afdruk van dit vonnis, alsmede van het oproepingsbericht bij exploot aan [verweerder] te laten betekenen met aanzegging van een nieuwe uiterste verschijndag die is gelegen ten minste 14 dagen na de dag van de betekening.
2.5.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
bepaalt dat [eiser] uiterlijk op 18 juni 2018 het in 2.4. bedoelde exploot zal indienen,
3.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.B. Boonekamp en in het openbaar uitgesproken op 4 juni 2018.