Uitspraak
_________________________________________________________________ _
wonende te [woonplaats] ,
eiser, hierna te noemen: [eiser] ,
advocaat mr. E.A.C. Nijhof-Top,
wonende te [woonplaats] ,
verweerder, hierna te noemen: [verweerder] ,
Rechtbank Gelderland
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Gelderland op 4 juni 2018, is de procedure gestart door [eiser] tegen [verweerder], die niet is verschenen. De procesinleiding werd op 14 mei 2018 ingediend, met als uiterste verschijndag 16 mei 2018. Echter, er zijn geen stukken overgelegd waaruit blijkt dat het oproepingsbericht aan [verweerder] is betekend. Dit leidt tot de conclusie dat [verweerder] niet op de hoogte was van de zitting en dus niet kon verschijnen. De rechtbank oordeelt dat er geen verstek kan worden verleend tegen [verweerder] omdat niet kan worden vastgesteld dat hij de oproep heeft ontvangen. De rechtbank bepaalt dat [eiser] een afdruk van het vonnis en het oproepingsbericht bij exploot aan [verweerder] moet betekenen, met een nieuwe uiterste verschijndag van ten minste 14 dagen na de betekening. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot de betekening heeft plaatsgevonden.