Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van
[eisers] , te [woonplaats] , eisers
Procesverloop
Overwegingen
€ 22.000. Het adviesbureau is er daarbij van uitgegaan dat op de peildatum van 20 januari 2015 de waarde van de woning van eisers € 500.000 bedroeg en dat deze waarde als gevolg van het nieuwe bestemmingsplan is gedaald tot een bedrag van € 478.000.
Ten tweede is de afstand tussen de woning van eisers en de woningbouw onevenredig kort.
Ten derde is een waardedaling van 4% niet gering, aldus eisers.
De planologische ontwikkeling past naar haar aard en omvang binnen de ruimtelijke structuur van de omgeving. De locatie sluit goed aan op de bestaande woningen in Rozendaal. Aan de rand van een kern dient bovendien rekening gehouden te worden met een uitbreiding van de kern. De planologische ontwikkeling sluit qua bebouwingsdichtheid en -hoogte minder goed aan op de bestaande woningbouw.
De planologische ontwikkeling past binnen het planologisch beleid, omdat niet is gebleken dat deze in strijd is met enig planologisch beleid. Bovendien komt uit de toelichting van het bestemmingsplan naar voren dat in de verstedelijkingsvisie een indicatief woningbouwprogramma is opgenomen van circa 60 woningen voor de gemeente Rozendaal. De Del is de enige woningbouwlocatie in de gemeente. Daarnaast komt uit de toelichting naar voren dat in het kader van de realisatie van de woningbouw reeds in december 2011 een ontwerpbestemmingsplan in procedure is gebracht.
Verder komt aan de korte afstand geen zelfstandige betekenis toe. De omvang van de waardevermindering van de woningen wordt bepaald door de afstand van de woningen tot de locatie waar de ontwikkeling heeft plaatsgevonden, zodat het ervoor dient te worden gehouden dat de korte afstand reeds in de waardevermindering van de woningen is verdisconteerd. Voor zover het afstandscriterium wel een rol speelt is de afstand niet zodanig klein dat dit een aanpassing van de drempel rechtvaardigt. De bestaande buurwoningen bevinden zich op kortere afstand en voorts zijn de afstanden van de planologisch mogelijk geworden woningen voor een woonwijk als normaal te betitelen.
Verder volgt de rechtbank verweerder in zijn standpunt dat de planologische ontwikkeling kan worden aangemerkt als passend binnen de bestaande ruimtelijke structuur, omdat deze qua functie aansluit bij de bestaande bebouwing in de onmiddellijke omgeving. Immers, de locatie van de planologische ontwikkeling grenst aan de noordoost zijde aan een bestaande woonwijk.
Verweerder wordt daarentegen niet gevolgd in zijn standpunt dat de planologische ontwikkeling binnen het in een reeks van jaren gevoerde planologische beleid past. De enkele stelling dat de planologische ontwikkeling niet in strijd is met enig planologisch beleid impliceert niet dat deze daarbinnen past. De rechtbank is niet gebleken van enig planologisch beleid dat fungeert als voorbode voor de planologische ontwikkeling. Verweerder verwijst enkel naar de integrale visie. De integrale visie bevat, onder andere, volkshuisvestingsbeleid dat betrekking heeft op subregionale afstemming van woningbouw. De integrale visie is daarmee naar het oordeel van de rechtbank geen planologisch beleid. Nu niet is gebleken van ruimtelijk beleid op grond waarvan de planologische ontwikkeling te verwachten was is de rechtbank, met inachtneming van het hiervoor uiteengezette toetsingskader, van oordeel dat verweerder het planschaderapport op dit punt niet aan het bestreden besluit ten grondslag had mogen leggen. Het bestreden besluit is in zoverre niet deugdelijk gemotiveerd.
Beslissing
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde bestreden besluit;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eisers tot een bedrag van € 2.004,-;
mr. T. Gelo, griffier.