Uit de contracten inzake de lease tussen [I] B.V. en [H] B.V. blijkt het volgende:
- Betoncentrale [J] (lessee) heeft de volledige beschikking dag en nacht over het gehuurde (de beton centrale, gebouwen en erfpacht). Lessor kan en mag volgens artikel 19 van de huurovereenkomst niet zonder toestemming en begeleiding van lessee het gehuurde betreden.
- Volgens belastingplichtige (lessor) loopt hij geen enkel risico meer en zijn alle kosten voor onderhoud, vergunningen en verzekeringen voor de huurder. Zie onder andere art 11.1, 12.2 en 14.4 van de huurovereenkomst.
- Art 3.4 van de huurovereenkomst geeft aan: “Partijen komen overeen dat huurder aan verhuurder een concept koop- c.q. leveringsakte zal toezenden, waarin de voor koop c.q. levering gebruikelijke bepalingen zijn opgenomen, waaronder in ieder geval:
- de bepaling dat de koopsom van het gehuurde en het recht van erfpacht groot € 2.000.000,00 (zegge twee miljoen euro) betreft;
- de bepaling dat de betaling van de koopsom en de verrekening van de lasten en eventuele huren zullen geschieden op de datum van de feitelijke levering, welke levering dient plaats te vinden op uiterlijk augustus 2013 of zoveel eerder als partijen overeenkomen”
- De huurprijs bedraagt € 141.700 per jaar. Dit is 7,1% van de oorspronkelijke koopprijs.
- In het huurcontract is ook een stuk opgenomen uit de intentieovereenkomst die (…) aan deze huurovereenkomst voorafging (…): “In voornoemde intentieovereenkomst is tevens de verplichting voor huurder opgenomen het gehuurde te kopen met ingang van uiterlijk 1 augustus 2013, mits het verhuurder van gemeentewege is toegestaan het gehuurde te verkopen aan huurder en huurder beschikt over alle ten behoeve van de bedrijfsvoering benodigde vergunningen en huurder met eventuele voorwaarde zijdens de gemeente kan instemmen; voornoemde verplichting tot koop c. q. overdracht expliciet onderdeel uitmaakt van de door huurder te betalen tegen prestatie aan verhuurder”.
- Lessee mag volgens de huurovereenkomst en volgens de belastingplichtige, uiterlijk 1 augustus 2013 het goed kopen/verwerven. Eerder is dus ook mogelijk.
- Artikel 17.1 van de huurovereenkomst geeft aan: “In geval een der partijen tekortschiet in de nakoming van zijn verplichtingen, zal een uit dien hoofde door de andere partij verlangde ontbinding alleen door rechterlijke tussenkomst kunnen bewerkstelligd, tenzij de situatie als voorzien in artikel 7:210 en/of 7:231 lid 2 BW voordoet”.