Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
rechtbank: het slachtoffer) gaf [verdachte] (
rechtbank: verdachte) een klap. Twee minuten later gingen ze weer op de vuist. Toen was het overduidelijk dat de lange jongen de overhand had. [verdachte] had geen schijn van kans. Die lange jongen zei constant tegen [verdachte] dat hij moest stoppen en probeerde telkens weg te lopen. [verdachte] bleef achter de lange jongen aan komen en riep daarbij: “kom vechten dan, kom nu vechten dan.” [verdachte] gaf toen de lange jongen een trap en getuige dacht dat de lange jongen zich wat uit het gevecht terugtrok. [verdachte] kwam telkens weer terug bij die langere jongen. Toen het gevecht was afgelopen, kwam de politie. [7] Tegenover de rechter-commissaris heeft deze getuige desgevraagd gezegd niet de indruk te hebben gehad dat de lange man een wapen bij zich droeg. [8]
rechtbank: het slachtoffer) naar beneden kwam. Het slachtoffer was toen vrij ontspannen. Op dat moment ging verdachte zijn kleine behoefte doen. Dat deed hij achter de auto, terwijl [naam 4] met die jongen aan het praten was. Vervolgens kwam verdachte terug van het plassen. De houding van verdachte in het gesprek met het slachtoffer (na het plassen) was ontspannen, voor het gevoel van [naam 4] . [40]
3.Bewezenverklaring
of omstreeks27 september 2016 te Arnhem,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,[slachtoffer] opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven heeft beroofd, door met een vuurwapen (pistool)
een ofmeer kogels in het hoofd en
/oflichaam van die [slachtoffer] te schieten.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
moord.
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
- [naam 6] , tevens als wettelijke vertegenwoordiger van haar vier kinderen, vordering (in totaal) groot € 484.035,56, en
- [naam 7] , vordering groot € 10.000,00.
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
een gevangenisstraf voor de duur van 15 (vijftien) jaren;
benadeelde partij [naam 7] niet-ontvankelijkin zijn vordering;
- veroordeelt verdachte ten aanzien van het bewezen verklaarde feit tot betaling van
- verklaart de
- legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van de
- bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
mr. E.G.J. Broekhuizen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C. Aalders, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 21 november 2017.