In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 21 september 2017 uitspraak gedaan in een geschil over de ontvankelijkheid van bezwaren van een zelfstandig osteopaat tegen de voldoening van omzetbelasting over het derde en vierde kwartaal van 2014. Eiser, die lid is van de Nederlandse Vereniging voor Osteopathie (NVO), had vanaf 2013 omzetbelasting op aangifte voldaan en bezwaar gemaakt tegen deze voldoeningen. Echter, voor het derde en vierde kwartaal van 2014 had hij niet tijdig bezwaar gemaakt, omdat hij in de veronderstelling verkeerde dat hij zich had aangemeld voor een collectief bezwaar via de NVO. De rechtbank oordeelde dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was, omdat eiser had vertrouwd op de informatie van de NVO over het maken van collectief bezwaar. De rechtbank verklaarde de bezwaren ontvankelijk en oordeelde dat eiser recht had op teruggaaf van de ten onrechte betaalde omzetbelasting. De uitspraak op bezwaar van de Belastingdienst werd vernietigd voor zover deze de niet-ontvankelijkheid van de bezwaren betrof, en de rechtbank voorzag zelf in de zaak door de verzochte teruggaven toe te wijzen. De rechtbank verklaarde zich onbevoegd voor het verzoek om ambtshalve teruggave, omdat deze beslissing niet voor bezwaar vatbaar was.