ECLI:NL:RBGEL:2017:3488
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing regularisatieverzoek inzake sociale zekerheidswetgeving van Rijnvarenden
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 5 juli 2017 uitspraak gedaan in een beroep tegen de afwijzing van een regularisatieverzoek door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Eiser, die van 1 januari 2007 tot en met 13 november 2007 en van 24 juli 2009 tot en met 31 december 2010 op een binnenvaartschip heeft gevaren, had verzocht om te worden vrijgesteld van het betalen van sociale verzekeringspremies in Nederland, omdat hij in Luxemburg premies had afgedragen. De rechtbank oordeelde dat de afwijzing van het verzoek door verweerder niet deugdelijk was gemotiveerd. De rechtbank stelde vast dat de brief van de Belastingdienst, waarop verweerder zich baseerde, onvoldoende duidelijk was om te concluderen dat eiser had moeten weten dat hij premieplichtig was in Nederland. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en oordeelde dat verweerder een nieuw besluit moest nemen, met inachtneming van deze uitspraak. Tevens werd verweerder veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding van € 1.000,- aan eiser wegens overschrijding van de redelijke termijn in de procedure, en tot vergoeding van het griffierecht en proceskosten.