Uitspraak
Stichting Rijnstate Ziekenhuis
Rechtbank Gelderland
In deze zaak vordert de werknemer, die als verpleegkundige bij Stichting Rijnstate Ziekenhuis werkt, de betaling van onregelmatigheidstoeslag over zijn vakantie- en verlofuren. De werknemer stelt dat de onregelmatigheidstoeslag, die hij ontvangt voor het werken in onregelmatige diensten, ook tijdens zijn vakanties moet worden doorbetaald. De kantonrechter oordeelt dat artikel 7:639 BW, dat bepaalt dat een werknemer recht heeft op loon tijdens vakantie, van dwingend recht is en geen onderscheid maakt tussen wettelijke en bovenwettelijke vakantiedagen. De rechter wijst erop dat de onregelmatigheidstoeslag intrinsiek samenhangt met de beloning van de werknemer en dus ook tijdens vakantie moet worden doorbetaald. De vordering van de werknemer wordt gedeeltelijk toegewezen, waarbij een bedrag van € 4.757,89 aan onregelmatigheidstoeslag wordt toegewezen, vermeerderd met wettelijke verhoging en rente. Daarnaast wordt Rijnstate veroordeeld tot betaling van buitengerechtelijke kosten en proceskosten. De kantonrechter verwerpt de verweren van Rijnstate, waaronder het beroep op de cao-bepalingen, en stelt dat de wettelijke bepalingen voorrang hebben.