ECLI:NL:RBGEL:2016:6445

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
1 december 2016
Publicatiedatum
29 november 2016
Zaaknummer
05/880562-14
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Groot onderzoek naar productie en handel in synthetische drugs met meerdere verdachten en criminele organisatie

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 1 december 2016 uitspraak gedaan in een omvangrijk strafproces tegen [verdachte 1], die wordt beschuldigd van deelname aan een criminele organisatie en het produceren, verwerken en verhandelen van synthetische drugs, waaronder MDMA. Het onderzoek, dat de naam 'Zilver' heeft gekregen, leidde tot de ontdekking van meerdere drugslaboratoria en de inbeslagname van aanzienlijke hoeveelheden chemicaliën en drugs. De rechtbank heeft vastgesteld dat [verdachte 1] van 8 september 2011 tot en met 3 juli 2014 betrokken was bij de productie en distributie van MDMA, en dat hij samen met medeverdachten handelingen verrichtte die gericht waren op de vervaardiging van deze drugs. De rechtbank heeft in totaal 14 zaaksdossiers besproken, waarin verschillende locaties en handelingen zijn betrokken. De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was voor de betrokkenheid van [verdachte 1] bij de productie van MDMA en andere drugs, en dat hij een leidende rol had binnen de criminele organisatie. De rechtbank heeft [verdachte 1] veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht jaar, waarbij de tijd in voorlopige hechtenis in mindering wordt gebracht. De zaak benadrukt de ernstige gevolgen van de productie en handel in synthetische drugs voor de volksgezondheid en de samenleving.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
team strafrecht
zittingsplaats Zutphen
parketnummers : 05/880562-14 en 05/780113-16
datum uitspraak : 1 december 2016
tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte 1],
geboren op [geboortedatum 1] te [geboorteplaats 1] ,
wonende: [adres 1] ,
thans gedetineerd in de PI Zwaag.
Raadsman: mr. R.D.A. van Boom, advocaat te Utrecht.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 6 oktober 2014, 5 december 2014, 2 maart 2015, 18 mei 2015, 20 juli 2015, 12 oktober 2015, 9 november 2015, 5 januari 2016, 21 maart 2016, 7 juni 2016, 5 september 2016, 6 september 2016, 8 september 2016, 15 september 2016, 16 september 2016, 19 september 2016 en 17 november 2016.

1.De inhoud van de tenlastelegging

De volledige tenlastelegging is opgenomen als bijlage bij dit vonnis. De rechtbank volstaat hier met de vermelding dat verdachte er – kort gezegd – van wordt verdacht dat hij al dan niet als medepleger op meerdere locaties:
1. MDMA en/of 2C-B en/of metamfetamine en/of amfetamine heeft bereid en/of vervaardigd en/of verwerkt,
2. ( pillen met) MDMA en/of 2C-B en/of amfetamine en/of metamfetamine voorhanden heeft gehad,
3. strafbare voorbereidingshandelingen heeft gepleegd gericht op onder meer de productie van synthetische drugs, en
4. heeft deelgenomen aan een criminele organisatie die gericht was op onder meer de productie van synthetische drugs.
De rechtbank overweegt over feit 1, zaaksdossier 4, dat zij de vermelding in de tenlastelegging dat de pleegperiode duurt tot en met 2 juli 2013, zo leest dat die periode voortduurt tot en met 2 juli 201
4. Daarnaast leest zij de tenlastelegging onder feit 1, zaakdossier 7, zo dat de periode vanaf 12 april 201
4aanvangt. Naar het oordeel van de rechtbank is er sprake van een kennelijke verschrijving: gelet op de inhoud van het zaaksdossier neemt de rechtbank aan dat bedoeld zal zijn 2014 als jaartal op te nemen.
1a. De bevoegdheid van de rechtbank
Voorzover verdachte in België feiten zou hebben begaan, in de vorm van het vervoeren van voor de productie van MDMA en/of de grondstof voor MDMA, PMK, bestemde chemicaliën, is de Nederlandse strafwet daarop van toepassing op grond van artikel 5, eerste lid, aanhef en onder 2o, van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze bepaling destijds luidde, in combinatie met artikel 2bis, eerste lid, van de (Belgische) Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, psychotrope stoffen, ontsmettingsmiddelen en antiseptica en van de stoffen die kunnen gebruikt worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen, artikel 6 van die wet, artikel 3 van het (Belgische) Koninklijk Besluit van 2 december 1988 tot regeling van sommige psychotrope stoffen en betreffende risicobeperking en therapeutisch advies en artikel 67 van het (Belgisch) Strafwetboek.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
parketnummer 05/880562-14
Aanleiding onderzoek
Op vrijdag 22 november 2013 is in België een Nederlandse vrachtwagen geobserveerd die onderweg bleek te zijn naar Nederland. De vrachtwagen was in Leuven geladen met chemicaliën. De vrachtwagen werd geobserveerd naar aanleiding van een tip dat de geladen chemicaliën gebruikt (zouden kunnen) worden voor de productie van synthetische drugs. Door de Belgische autoriteiten is Nederland verzocht de observatie over te nemen.
De Nederlandse autoriteiten hebben vanwege de verdenking dat deze chemicaliën voor de productie van synthetische drugs gebruikt zouden kunnen worden de observatie overgenomen en vastgesteld dat de vrachtwagen in Neede, gemeente Berkelland, aan de [adres 2] is uitgeladen. Op die plek werd gezien dat de lading in twee keer werd overgeladen in een kleinere vrachtwagen die op en neer reed naar een adres in het buitengebied van Borculo: de [adres 3] .
Op 23 november 2013 is op de [adres 3] in Borculo een doorzoeking gedaan, waarbij hulp is geboden door medewerkers van het Nederlands Forensisch Instituut (hierna: NFI) en door de medewerkers [naam 1] en [naam 2] van de Landelijke Faciliteit Ondersteuning Ontmantelen (hierna: LFO). In een schuur bij de woning werden grondstoffen aangetroffen, waaronder de in Leuven geladen chemicaliën, en apparatuur die ogenschijnlijk was bedoeld voor de productie van synthetische drugs. Ook zijn er sporendragers aangetroffen en in beslag genomen voor verder technisch onderzoek.
Vervolgens is een nader opsporingsonderzoek ingesteld dat aanvankelijk de naam ‘Chloor’ had, maar uiteindelijk de naam ‘Zilver’ heeft gekregen.
In het kader van dat opsporingsonderzoek zijn verschillende technische en tactische opsporingsmiddelen ingezet, zoals het verzamelen van (historische) telefoongegevens, financiële gegevens, informatie over de tenaamstelling van voertuigen, Kamer van Koophandel‑gegevens en gegevens uit het Kadaster. Daarnaast is er geobserveerd, zijn er registrerende bakens aan auto’s bevestigd en zijn er telefoons afgeluisterd. Ook is gebruikgemaakt van informatie van het Team Criminele Inlichtingen en zijn er rechtshulpverzoeken gedaan aan België. Er zijn ook diverse getuigen gehoord, waaronder omwonenden van verschillende locaties.
Eén en ander heeft ertoe geleid dat meerdere mogelijk relevante locaties in beeld kwamen.
Op 3 juli 2014 zijn er op diverse locaties doorzoekingen gedaan en aanhoudingen verricht. Zo zijn er doorzoekingen gedaan op de adressen: [adres 4] in Kortenhoef (zaaksdossier 2), [adres 5] in Middelie (zaaksdossier 4; op deze locatie heeft ook op 12 augustus 2014 een doorzoeking plaatsgevonden), [adres 6] in Putten (zaaksdossier 6), [adres 7] ( [unit 1] ) en [nummer 2] ( [unit 2] ) in Nederhorst den Berg (zaaksdossier 7), [adres 8] in Dedgum (zaaksdossier 8), [adres 9] in Zeewolde (zaaksdossier 9) en [adres 10] in Putten (zaaksdossier 10).
Later hebben nog doorzoekingen plaatsgevonden op de adressen: [adres 11] in Kockengen (zaaksdossier 3; op 28 augustus 2014), [adres 12] en [adres 13] in Maartensdijk (zaaksdossier 11; op 9 februari 2015), [adres 14] in Vinkeveen en [adres 15] in Amsterdam (zaaksdossier 12 ; beide op 28 november 2014).
Op de diverse locaties zijn (in totaal) grote hoeveelheden chemicaliën, drugs en drugsgerelateerde stoffen, goederen en apparatuur aangetroffen en in beslag genomen.
De resultaten van het opsporingsonderzoek zijn neergelegd in een eindproces‑verbaal van 28 juni 2015. Het eindproces‑verbaal is opgebouwd uit verschillende zaaksdossiers. Die zaaksdossiers zijn gekoppeld aan de verschillende hiervoor genoemde locaties. Op het eindproces‑verbaal zijn vervolgens aanvullingen gekomen. Dit heeft geleid tot in totaal 14 zaakdossiers:
[adres 3] te Borculo
[adres 4] te Kortenhoef
[adres 11] te Kockengen
[adres 5] te Middelie
N247 te Edam
[adres 6] te Putten
[adres 7] [nummer 1] en [nummer 2] [nummer 3] te Nederhorst den Berg
[adres 8] te Dedgum
[adres 9] te Zeewolde
[adres 10] te Putten
[adres 12] en [adres 13] te Maartensdijk
[adres 14] te Vinkeveen en [adres 15] in Amsterdam
Stroomstootwapen aangetroffen in Vinkeveen
Politieanalyse over de verdenking van het bestaan van een criminele organisatie
Daar waar de rechtbank tot een bewezenverklaring komt, zijn de bewijsmiddelen opgenomen in de desbetreffende bijlage bij het vonnis. In het vonnis zijn (bewijs)overwegingen opgenomen die specifiek zien op de afzonderlijke verdachte en in het vonnis wordt gereageerd op verweren die in de zaak van die verdachte zijn gevoerd.
De rechtbank stelt voorafgaand daaraan nog het volgende vast:
- MDMA, 2C-B, amfetamine en metamfetamine zijn middelen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I.
- Het NFI heeft een beschrijving gegeven van de relevante chemische processen. Het gaat om de vervaardiging van PMK (piperonylmethylketon) uit safrol via permierenzuuroxidatie van isosafrol (proces 1) en om de vervaardiging van MDMA (methyleendioxymethamfetamine) door reductieve aminering van PMK (proces 2).
Proces 1
Dit proces kent een drietal stappen.
Stap 1 (Omzetting van safrol in isosafrol)
Safrol wordt omgezet in isosafrol door het te mengen met een sterke base zoals natrium- of kaliumhydroxide in een geschikt oplosmiddel, bijvoorbeeld methanol, en dit mengsel enige uren te verhitten en te roeren. De gevormde isosafrol wordt zonodig door vacuüm- of stoomdestillatie gezuiverd.
Stap 2 (Omzetting van isosafrol in esters van isosafrolglycol en mierenzuur)
Het instabiele permierenzuur wordt vers gemaakt door mierenzuur en een waterige waterstofperoxide-oplossing met elkaar te mengen. Het permierenzuur wordt geleidelijk toegevoegd aan een oplossing van isosafrol in dichloormethaan waarin natriumbicarbonaat als suspensie aanwezig is. Bij deze reactie komt warmte vrij waardoor koelen noodzakelijk is, om te voorkomen dat het vluchtige dichloormethaan te veel verdampt en/of er onder invloed van een hogere temperatuur teveel bijproducten ontstaan. Omdat de permierenzuur niet mengt met de isosafroloplossing in dichloormethaan moet er goed geroerd worden om de reactie goed te laten verlopen. Na de reactie bevat de onderlaag (dichloormethaan) het tussenproduct dat bestaat uit esters (
rechtbank: een organische verbinding die wordt gevormd door reactie van een zuur met een alcohol) van isosafrolglycol en mierenzuur. Deze onderlaag wordt afgescheiden van de bovenlaag en het oplosmiddel kan worden afgedestilleerd.
Stap 3 (Afdestilleren van de esters van isosafrolglycol in PMK)
Het verkregen tussenproduct uit stap 1 wordt opgelost in methanol en gemengd met verdund zwavelzuur. Dit reactiemengsel wordt gedurende enkele uren verwarmd waarbij PMK wordt gevormd dat zich als separate laag afscheidt van het reactiemengsel. De PMK-laag wordt gescheiden van de zwavelzure laag en zonodig door vacuüm- of stoomdestillatie gezuiverd.
Proces 2
Ook dit proces heeft een drietal stappen, waarbij de eerste stap twee mogelijkheden heeft.
Stap 1A (Reductieve aminering met natriumboorhydride)
Aan een gekoeld mengsel van PMK, methanol of een ander alcohol en methylamine wordt stapsgewijs natriumboorhydride toegevoegd. Hierbij wordt de temperatuur van het reactiemengsel zo laag mogelijk gehouden door dit bijvoorbeeld in een vriezer te plaatsen. De PMK wordt hierdoor omgezet in een MDMA-base.
Stap 1B (Reductieve aminering met behulp van een platinakatalysator en waterstofgas)
Een mengsel van PMK, methanol of een ander alcohol, methylamine en een platina bevattende katalysator wordt in een drukreactieketel geroerd terwijl waterstof over/door dit mengsel wordt geleid. De PMK wordt hierdoor omgezet in MDMA-base. Na de reactie wordt de platinakatalysator voor hergebruik of recycling afgescheiden door dit te laten bezinken of de oplossing te filteren.
Stap 2 (Afdestilleren van het alcohol en de methylamine)
De vluchtige hulpstoffen worden afgedestilleerd waarbij de ruwe MDMA-base achterblijft als olieachtige vloeistof. Het afgedestilleerde mengsel bestaat voornamelijk uit methylamine in de gebruikte alcohol met daarin lage concentraties MDMA, PMK en andere vluchtige syntheseverontreinigingen.
Stap 3 (Kristallisatie MDMA-base als HCl‑zout)
De olieachtige MDMA-base wordt omgezet in zout (een vaste stof). Deze kristallisatie wordt uitgevoerd door MDMA-base op te lossen in aceton en daar zoutzuur (als gas of als oplossing in water) aan toe te voegen. Het gevormde MDMA hydrochloride is slecht oplosbaar in aceton en kristalliseert uit. Dit kristallisatiemengsel wordt in de vriezer geplaatst waardoor de kristallisatie sneller verloopt en de opbrengst wordt verhoogd. De kristallen worden verzameld door middel van filtratie. De overgebleven vloeistof, zure aceton met daarin nog resten MDMA en syntheseverontreinigingen, kan opnieuw gebruikt worden voor kristallisatie alvorens te eindigen als afval. [2]
- [verdachte 1] (hierna: [verdachte 1] ) werd door [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] in dit onderzoek ‘ [bijnaam 1] ’ genoemd. [3] [verdachte 1] ontkent dat hij zo door hen genoemd werd. [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] hebben echter afzonderlijk van elkaar, meteen nadat een foto van [verdachte 1] werd getoond, verklaard dat zij die persoon kennen als ‘ [bijnaam 1] ’. Zij zijn bij deze verklaring gebleven en hebben bij herhaling verklaard over ‘ [bijnaam 1] ’. De rechtbank gaat er daarom vanuit dat, wanneer door [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] over ‘ [bijnaam 1] ’ wordt verklaard, [verdachte 1] wordt bedoeld. In de uitwerking van de verhoren van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] wordt deze naam op twee manieren gespeld, als ‘ [bijnaam 1] ’ en ‘ [bijnaam 1] ’. Bij de bespreking van de verschillende zaaksdossiers wordt met beide schrijfwijzen [verdachte 1] bedoeld.
- [verdachte 1] gebruikte ook de naam [verdachte 1] [4] en [verdachte 1] . [5] Hij heeft zich daarnaast uitgegeven als [verdachte 1] en [verdachte 1] . [6]
- [verdachte 1] is door medeverdachten in verklaringen ook aangehaald met zijn voornaam [verdachte 1] . Niet ter discussie staat dat met ‘ [verdachte 1] ’ [verdachte 1] wordt bedoeld. Wanneer een verklaring van een medeverdachte, waarin wordt gesproken over [verdachte 1] , als bewijs wordt gebezigd, haalt de rechtbank omwille van de leesbaarheid van het vonnis [verdachte 1] aan met diens achternaam.
- [medeverdachte 3] (hierna: [medeverdachte 3] ) werd door [medeverdachte 1] ‘ [medeverdachte 3] ’ genoemd. [7] [medeverdachte 3] ontkent dat hij door [medeverdachte 1] zo werd genoemd. De rechtbank heeft echter geen redenen om op dit punt te twijfelen aan de verklaring van [medeverdachte 1] . [medeverdachte 1] is bij deze verklaring gebleven en heeft bij herhaling verklaard over ‘ [medeverdachte 3] ’. De rechtbank gaat er daarom vanuit dat, wanneer in de verklaringen van [medeverdachte 1] over ‘ [medeverdachte 3] ’ wordt gesproken, [medeverdachte 3] wordt bedoeld.
- [medeverdachte 1] werd ook ‘ [bijnaam 2] ’ of ‘ [bijnaam 3] ’ genoemd. [8] De rechtbank gaat er vanuit dat, wanneer in verklaringen of andere bewijsmiddelen over ‘ [bijnaam 2] ’ of ‘ [bijnaam 3] ’ wordt gesproken, [medeverdachte 1] wordt bedoeld.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de feiten 1, 2, 3 en 4, waarbij hij heeft opgemerkt dat verdachte moet worden vrijgesproken van feit 2 voor zover het gaat om het aanwezig hebben van de in Dedgum (zaaksdossier 8) aangetroffen drugs.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat er direct noch indirect bewijs is voor de productie van synthetische drugs, laat staan dat dit door verdachte gedaan zou zijn. Hooguit heeft in Borculo en Nederhorst den Berg verwerking, in de vorm van kristallisatie van MDMA-olie, plaatsgevonden. Voor zover de rechtbank zou oordelen dat er wel sprake is geweest van productie, heeft de raadsman naar voren gebracht dat de aangetroffen materialen volgens het Openbaar Ministerie passen bij meer dan tien productiemethodes. Volgens de raadsman past dit dan weer niet bij de impliciete stelling van het Openbaar Ministerie dat één persoon, te weten verdachte, al deze productiemethodes (tegelijk) in bedrijf heeft gehad.
De raadsman heeft aangevoerd dat geen sprake kan zijn van schakelbewijs, waarbij hij is ingegaan op de input (grondstoffen), de hardware/baksystemen, de productiemethodes en de output. In dit verband heeft de raadsman een tweetal voorwaardelijke verzoeken gedaan tot het horen van [verbalisant 5] en [verbalisant 6] als deskundige. De rechtbank begrijpt deze verzoeken als volgt:
Het eerste verzoek is gedaan omdat gerapporteerd wordt over pure PMK, terwijl dat volgens de raadsman niet bestaat. Alle PMK heeft (een geringe) synthesevervuiling. Daarnaast is het door [verbalisant 5] en [verbalisant 6] verrichte onderzoek niet volledig waar het gaat om onderzochte onzuiverheidspatronen in de op verschillende locaties aangetroffen PMK. Er is niet gekeken naar onzuiverheden (‘markers’) die gerelateerd zijn aan PMK uit piperonal of PMK uit piperonalglycidaat. Doordat het onderzoek niet volledig is, kan niet worden bepaald welke indicaties er zijn voor deze productiemethoden voor PMK en daarmee ook niet of er mogelijk verschillende producenten op de verschillende locaties hebben gewerkt. Op die manier wordt aan verdachte de mogelijkheid onthouden om zijn stelling (nader) te onderbouwen dat hij alleen facilitator was en er verscheidene producenten waren op verschillende locaties.
Het tweede verzoek, dat alleen ziet op het horen van [verbalisant 5] , heeft betrekking op zijn onderzoek naar de output (AH1049). De raadsman betwist de conclusies van [verbalisant 5] .
De raadsman heeft betoogd dat verdachte alleen een facilitator is geweest. Hij heeft alleen nieuwe, vrij verkrijgbare, chemicaliën en nieuwe baksystemen verkocht en geleverd. Daarnaast heeft hij apparatuur opgehaald voor modificatie en reparatie en deze vervolgens ook weer afgeleverd en heeft hij apparatuur schoongemaakt. Dit verklaart de DNA-sporen op kleding, handschoenen en gasmaskers en de aanwezigheid van een beperkte hoeveelheid chemisch afval in bijvoorbeeld Kockengen. Het gebruik van het bedrijf [naam 10] ., het gebruik van valse namen en het (laten) regelen van vervoer en telefoons past bij deze rol van verdachte. Hij is niet betrokken geweest bij het regelen van locaties. Verdachte heeft bij de politie verschillende klanten van hem nader aangeduid, maar hij weet niet wie er uiteindelijk produceert. Er is in dit verband door de raadsman op gewezen dat op verscheidene locaties DNA van onbekende personen is aangetroffen.
Andere gevoerde verweren die specifiek over een bepaalde locatie gaan, zullen (voor zover de rechtbank niet tot een vrijspraak komt) bij de beoordeling van dat zaaksdossier worden verwoord en besproken.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank zal allereerst ingaan op enkele verweren en enkele algemene punten bespreken.
De rechtbank ziet geen aanleiding de voorwaardelijke verzoeken tot het horen van [verbalisant 5] en [verbalisant 6] te honoreren. Zij acht het horen van deze twee personen als deskundige niet noodzakelijk.
Ten aanzien van eerste verzoek overweegt de rechtbank dat de conclusie van het NFI dat PMK is aangetroffen, niet betekent dat PMK in pure vorm is aangetroffen. Van complexe mengsels zijn alleen de hoofdcomponenten vermeld (zie onder meer AH432). Verder stelt de rechtbank vast dat het NFI ten aanzien van diverse locaties wel degelijk onderzoek heeft gedaan naar verschillende productiewijzen. Zoals in Borculo (zie onder meer AH432, onder punt 6 en punt 7), Dedgum (AH854 onder punt 3 en punt 9) en Putten, [adres 6] (AH897 onder punt 7).
Onvoldoende aannemelijk is geworden dat het onderzoek in dit opzicht onvolledig is geweest. De rechtbank overweegt daarbij dat de raadsman ook géén concrete gegevens heeft aangedragen, waarmee het standpunt dat er verscheidene producenten en daarmee verschillende productiemethoden waren, voldoende is onderbouwd. De verklaringen van verdachte hierover zijn niet of nauwelijks concreet te noemen en niet verifieerbaar. Evenmin zijn duidelijke sporen aangetroffen die wijzen op derden die mogelijk hebben geproduceerd.
In de stellingen van de raadsman zonder meer ziet de rechtbank dan ook onvoldoende grond voor het oordeel dat getwijfeld moet worden aan de volledigheid en juistheid van de onderzoeken dan wel aan de deskundigheid van [verbalisant 5] en [verbalisant 6] .
Ten aanzien van het tweede onderzoek overweegt de rechtbank dat dit ziet op AH1049. De rechtbank heeft op de zitting van 5 september 2016 besloten dat dit stuk niet als processtuk aan het dossier wordt gevoegd. Om die reden wordt dit verzoek, mede gelet op het hiervoor overwogene, afgewezen.
Ten aanzien van de betrouwbaarheid van de verklaringen van [medeverdachte 1] overweegt de rechtbank dat deze medeverdachte op onderdelen concreet en aantoonbaar juist heeft verklaard. Ook heeft [medeverdachte 1] zichzelf belast en heeft hij, tijdens een autorit met de politie, enkele locaties aangewezen. Daarom heeft de rechtbank geen reden de verklaringen van [medeverdachte 1] volledig terzijde te schuiven. Wel zal zij behoedzaam omgaan met verklaringen over de wetenschap bij [medeverdachte 1] van bepaalde zaken, nu niet altijd duidelijk is waarop die wetenschap is gebaseerd. Op dat punt is tijdens de verhoren meermalen onvoldoende doorgevraagd.
De rechtbank zal het zesde politieverhoor van de medeverdachte [medeverdachte 2] niet voor het bewijs gebruiken. Uit een toelichting op de uitwerking van dit verhoor blijkt dat door de verbalisanten niet werd mee‑getypt tijdens dit verhoor omdat [medeverdachte 2] snel en veel praatte en plotseling van onderwerp veranderde. Na afloop van het verhoor bleek de opnameapparatuur een storing te hebben gehad. Daarop heeft de verbalisant alsnog aantekeningen gemaakt op basis van zijn eigen herinneringen. Het betreft echter een verhoor waarin veel verschillende onderwerpen werden besproken waarmee het verhoor niet eenvoudig van aard was. Dit klemt te meer daar uit de woordelijke weergave van de andere verhoren naar voren is gekomen dat [medeverdachte 2] niet altijd even helder heeft verklaard, met name niet over tijdsindicaties maar ook niet over welke informatie hij van wie kreeg.
[medeverdachte 2] heeft de uitwerking door de verbalisant niet ondertekend, omdat hij dit schijnbaar nooit doet. Onduidelijk is of het verslag van het verhoor wel aan hem is voorgelezen en wat zijn mening was over de samengevatte weergave van het verhoor. Al met al maakt dit dat de rechtbank de samengevatte weergave van het zesde verhoor van [medeverdachte 2] onvoldoende op waarde kan schatten en het om die reden verder buiten beschouwing zal laten.
Ten aanzien van feit 1 (onder andere productie )
Met betrekking tot zaaksdossier 1 (Borculo)
Onder verwijzing naar de bewijsmiddelen die in de bijlage over zaaksdossier 1 zijn opgenomen, oordeelt de rechtbank dat in Borculo MDMA is bereid en/of vervaardigd.
De rechtbank volgt de raadsman niet in zijn betoog dat het kristalliseren van MDMA-olie als het verwerken van MDMA moet worden aangemerkt. Het kristalliseren van MDMA-olie leidt tot het eindproduct van de productie van MDMA, te weten MDMA in de vorm van een vaste stof die verwerkt kan worden in XTC‑pillen.
Over de tenlastegelegde periode overweegt de rechtbank dat er op 21 mei 2013 een hennepkwekerij in de schuur bij de woning op het adres [adres 3] in Borculo is opgerold. [9] Hoewel niet exact duidelijk is wanneer het laboratorium is ingericht en in werking is getreden, wijst de rechtbank ook op de verklaring van buurman [getuige 3] , die aan het eind van het voorjaar 2013 vaten met chemicaliën heeft gezien bij de [adres 3] in Borculo . Rond dat moment en in elk geval ná 21 mei 2013 zal het drugslaboratorium in werking zijn getreden.
Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit de opmerking in AH021 – waarin een door de LFO uitgevoerde reconstructie van productieopstellingen met in Borculo aangetroffen apparatuur wordt beschreven – dat de ketels werden voorzien van de ontbrekende onderdelen, niet dat in Borculo onderdelen ontbraken of dat daar niet een in werking zijnde productieopstelling kon worden gerealiseerd. De LFO heeft in AH905 geconstateerd dat alle essentiële onderdelen aanwezig waren. De in Borculo aangetroffen apparatuur was niet aangesloten. De LFO heeft voor haar reconstructie, op haar eigen locatie in Amsterdam, de onderdelen aangesloten om tot een in werking zijnde productieopstelling te kunnen komen.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat het verdachte is geweest die op het adres [adres 3] in Borculo MDMA heeft bereid en/of vervaardigd. De bewijsmiddelen zijn opgenomen in de bijlage over zaaksdossier 1.
Niet aannemelijk is geworden dat verdachte ten aanzien van Borculo alleen facilitator zou zijn geweest. Er zijn geen concrete, verifieerbare, aanwijzingen voorhanden dat anderen dan de personen die in dit onderzoek als verdachte zijn aangemerkt, bij het laboratorium daar betrokken zijn geweest. Niet is gesteld of gebleken dat bij de levering uit België op 22 november 2013 anderen aanwezig zijn geweest. Als verdachte slechts een klant bediende is het opvallend dat de levering op die datum, die van begin tot eind is geobserveerd en een aanzienlijke hoeveelheid chemicaliën betrof, geen enkele aanwijzing heeft opgeleverd van één of meer personen in wiens of wier opdracht verdachte zou hebben gehandeld. Toen het laboratorium op 23 november 2013 werd opgerold heeft er een ontmoeting tussen verdachte en een aantal medeverdachten plaatsgevonden. [10] Dat daar ook een opdrachtgever bij zou zijn geweest zoals verdachte in tweede instantie heeft verklaard, vindt geen steun in andere bewijsmiddelen en is mede daarom niet aannemelijk geworden. Verder is relevant dat in de schuur, waar de apparatuur en de grondstoffen in beslag zijn genomen en waar de productie heeft plaatsgevonden, ook géén sporen van andere personen (dan verdachte) zijn gevonden.
Er is geen bewijs voorhanden dat sprake is geweest van medeplegen. Van dat onderdeel zal verdachte dan ook worden vrijgesproken.
Met betrekking tot zaaksdossier 2 (Kortenhoef)
De rechtbank constateert dat zaaksdossier 2 sterke aanwijzingen bevat voor juistheid van de stelling dat op enig moment op het perceel [adres 4] te Kortenhoef sprake is geweest van het bereiden of vervaardigen van MDMA, dan wel van het verwerken daarvan. Zo zijn in de schuur/het botenhuis en op de zolder van de woning sporen van MDMA aangetroffen, zijn er aan de productie van MDMA te relateren stoffen aangetroffen in het oppervlaktewater, dat grenst aan het perceel, en was het minigemaal bij de woning op het perceel aangetast door
– vermoedelijk – chemicaliën. Op grond van de processtukken en het verhandelde ter zitting kan echter niet met voldoende zekerheid worden vastgesteld wanneer die sporen zijn ontstaan en evenmin door wie zij zijn veroorzaakt. De rechtbank is daarom van oordeel dat op grond van deze onderzoeksresultaten en de overige inhoud van dit zaaksdossier, niet buiten redelijke twijfel kan worden vastgesteld dat op deze locatie in de tenlastegelegde periode door één van de verdachten in het onderzoek-Zilver daadwerkelijk MDMA is bereid of vervaardigd, dan wel MDMA is verwerkt.
Verdachte zal om die reden wat betreft zaaksdossier 2 worden vrijgesproken van het onder 1 aan hem ten laste gelegde.
Met betrekking tot zaaksdossier 3 (Kockengen)
Niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat er op het adres [adres 11] in Kockengen synthetische drugs zijn bereid of verwerkt in de tenlastegelegde periode door verdachten in het onderzoek-Zilver. Dat in de grond stoffen zijn aangetroffen die te relateren zijn aan de productie van dergelijke drugs is, ook in combinatie met de verklaring van getuigen dat er
rvs-bakken en jerrycans in de schuur stonden, onvoldoende concreet en redengevend om tot een bewezenverklaring op dit onderdeel te kunnen leiden. [verdachte 1] heeft ter terechtzitting verklaard dat hij in Kockengen gebruikte baksystemen (hardware) schoonmaakte, dat hij dat deed met ethanol, methanol of aceton en dat daarbij is gemorst. Het dossier sluit deze lezing over de ontstane sporen niet, of niet afdoende, uit. Omdat niet bewezen kan worden dat op deze locatie synthetische drugs werden bereid of verwerkt, zal verdachte hiervan worden vrijgesproken.
Met betrekking tot zaaksdossier 4 (Middelie)
Naar het oordeel van de rechtbank is er geen bewijs aanwezig waaruit volgt dat er omstreeks juni 2013 in Middelie PMK is omgezet in MDMA. De omstandigheid dat er later dat jaar in Borculo bakken zijn aangetroffen die uit Middelie afkomstig zouden zijn, is daartoe onvoldoende. Er zijn geen indicaties dat die bakken in Middelie ook in werking zijn geweest en bovendien valt een andere toepassing van de bakken niet uit te sluiten. Van de vervuiling in het aangetroffen 100 litervat is niet duidelijk wanneer die is ontstaan. Daarom zal verdachte worden vrijgesproken van het bereiden en/of vervaardigen van MDMA in 2013 in Middelie.
Wel acht de rechtbank, onder verwijzing naar de in de bijlage over zaaksdossier 4 opgenomen bewijsmiddelen, wettig en overtuigend bewezen dat er in 2014 in Middelie MDMA is verwerkt, in die zin dat er pillen (van een mengsel van MDMA en één of meer bind- en/of vulmiddelen) zijn geslagen. Dat volgt uit de omstandigheden dat er kort vóór 3 juli 2014 een tabletteermachine van Middelie naar de [adres 6] in Putten is overgebracht en dat er pillen en poeder, die positief op MDMA zijn getest, in de schuur in Middelie zijn aangetroffen. Verder heeft [medeverdachte 1] verklaard van verdachte te hebben vernomen dat er in Middelie pillen werden gemaakt.
De rechtbank overweegt dat de rol van verdachte bij het tabletteren die van medepleger is geweest. Hoewel niet kan worden bewezen dat hij zelf pillen heeft geslagen, had hij, mede gelet op de verklaring van [medeverdachte 1] , wel zeggenschap over de tabletteermachine en wist hij dat er in Middelie pillen werden gemaakt, al dan niet door iemand anders. Verder acht de rechtbank relevant dat (zoals in zaaksdossier 9 bewezen zal worden verklaard) het verdachte is geweest die in Zeewolde XTC‑pillen heeft meegenomen die gelinkt kunnen worden aan de in Middelie aangetroffen XTC‑tabletten in die zin dat zij hoogstwaarschijnlijk uit dezelfde productiepartij afkomstig zijn. De rechtbank overweegt in dit verband ten slotte dat de verklaring van verdachte dat hij de tabletteermachine in opdracht van een klant of klanten heeft opgehaald, niet aannemelijk is geworden. Deze stelling is niet onderbouwd en evenmin voldoende nader geconcretiseerd.
Met betrekking tot zaaksdossier 6 (Putten [adres 6] )
De LFO heeft medewerking verleend aan de op 3 juli 2014 uitgevoerde doorzoeking van de loods aan de [adres 6] in Putten. Tijdens dat onderzoek zijn in de inpandige ruimte een opslag van chemicaliën, productieapparatuur en toebehoren aangetroffen. Hoewel de LFO ook heeft aangegeven dat in de loods MDMA-olie in MDMA-kristallen zou zijn omgezet, heeft de rechtbank vastgesteld dat die conclusie is gebaseerd op niet meer dan het aantreffen van restanten MDMA-olie en -kristallen in apparatuur en vrieskisten. De loods werd echter gebruikt voor de opslag van spullen die afkomstig waren van diverse locaties die met de productie van MDMA in verband kunnen worden gebracht, wat een plausibele verklaring voor het aantreffen van die restanten kan zijn. Bovendien is er geen ander bewijs, ook niet in de vorm van verklaringen van medeverdachten of getuigen, dat inhoudt dat in de loods synthetische drugs zijn vervaardigd/bereid en evenmin dat die daar zijn verwerkt. Verdachte wordt dan ook vrijgesproken van dit onderdeel van de tenlastelegging.
Met betrekking tot zaaksdossier 7 (Nederhorst den Berg)
Verdachte heeft verklaard dat hij aan de [adres 7] in Nederhorst den Berg alleen als facilitator spullen heeft afgeleverd. Hij ontkent betrokken te zijn bij de productie van synthetische drugs op deze locatie. Verdachte stelt dat hij in Nederhorst den Berg geen volgelaatsmasker heeft gedragen. Zijn celmateriaal kan op het masker terecht zijn gekomen toen hij het oppakte om het te verplaatsen. Volgens verdachte kan zijn DNA ook op handschoenen terecht zijn gekomen, doordat hij die handschoenen heeft gedragen bij het uitladen van de goederen.
Op 3 juli 2014 is aan de [adres 7] (unit [adres 7] ) een werkend drugslaboratorium aangetroffen. Volgens de LFO-expert was hier al enige tijd sprake van een in werking zijnd drugslaboratorium. Op het moment van aantreffen, vond in diverse vriezers in klemdekselvaten het kristallisatieproces plaats. Zoals ten aanzien van zaaksdossier 1 is overwogen, moet het kristalliseren worden gezien als een vorm van het bereiden en/of vervaardigen van MDMA, nu kristalliseren van MDMA-olie leidt tot MDMA in vaste vorm als de werkzame stof in XTC‑tabletten.
In de productieplaats zijn handschoenen (op een vrieskist) en een drinkflesje aangetroffen met daarop het DNA van verdachte. Daarnaast zijn in de productieplaats andere drinkflesjes en een volgelaatsmasker aangetroffen met daarop hoogstwaarschijnlijk het DNA van verdachte. Verder is de Audi waarvan [verdachte 1] gebruikmaakte in de weken voorafgaand aan 3 juli 2014 veelvuldig aan de [adres 7] geweest. Ook het observatieteam heeft verdachte op 17 juni 2014 en – enkele dagen voordat de productieplaats werd ontmanteld – op 26 juni 2014 gezien bij de loods waar het drugslaboratorium werd aangetroffen. Gelet op de bewijsmiddelen, die nader zijn uitgewerkt in de bijlage ten aanzien van zaaksdossier 7, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat het verdachte is geweest die aan de [adres 7] in Nederhorst den Berg MDMA heeft bereid en/of vervaardigd.
Zoals eerder is overwogen, acht de rechtbank de alternatieve lezing van verdachte dat hij alleen als facilitator van apparatuur en grondstoffen actief is geweest, niet aannemelijk geworden. In het kader van dit zaaksdossier wordt in het bijzonder overwogen dat, gelet op de context waarin de handschoenen en het volgelaatsmasker zijn aangetroffen, het aannemelijk is dat zij zijn gebruikt bij het bereiden en/of vervaardigen van MDMA. Daarnaast zijn er in de observaties en uit de onderzochte bemonsteringen geen andere personen naar voren zijn gekomen die enige betrokkenheid gehad zouden kunnen hebben bij de productie. Ook door verdachte zelf is niet uit de doeken gedaan wie anders (dan hijzelf) hier geproduceerd heeft.
De Audi waarin verdachte reed, is in de weken (en dagen) voorafgaand aan 3 juli 2014 ook vaker te plaatsen op of in de buurt van het perceel van [medeverdachte 7] . [adres 7] ( [adres 7] en [adres 7] ) werd door [medeverdachte 7] gehuurd. In de productieplaats zijn een halfgelaatsmasker en diverse handschoenen (op vrieskisten of bij het afval in de productieplaats) aangetroffen met celmateriaal met een (volledig) DNA-profiel dat matcht met dat van [medeverdachte 7] . In de productieplaats zelf zijn geen sporen die naar anderen wijzen aangetroffen, met name ook niet op de aangetroffen half- en volgelaatsmaskers en handschoenen waarvan verondersteld mag worden dat zij bij de productie van MDMA zijn gebruikt. De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte samen met [medeverdachte 7] MDMA heeft bereid en/of vervaardigd. Aanwijzingen voor de aanwezigheid van derden in andere onderdelen van het pand [adres 7] , doen hier niet aan af.
Met betrekking tot zaaksdossier 8 (Dedgum)
Naar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen dat in de tenlastegelegde periode in Dedgum synthetische drugs zijn geproduceerd door verdachte of één of meer van zijn medeverdachten. De officier van justitie heeft erop gewezen dat er indicaties zijn voor de productie (van PMK): het aantreffen van vier vervuilde bakken, terwijl er kort vóór het aantreffen van die bakken twee nieuw gecoate, en dus ongebruikte, bakken vanuit Putten naar Dedgum zijn overgebracht en die bakken twee van de aangetroffen vier bakken zouden moeten zijn. De rechtbank is van oordeel dat deze omstandigheid alleen niet voldoende is om te komen tot een bewezenverklaring, met name gelet op de conclusie van de LFO dat het ontmantelde laboratorium, vermoedelijk gericht op de vervaardiging van PMK uit safrol, nog in opbouw was. Volgens de LFO was men bezig met het aanleggen/aanpassen van de elektriciteit, met de wateraansluitingen en met het installeren van twee nieuw gecoate reactievaten. De beschrijving van de LFO komt overeen met de verklaring van [medeverdachte 1] , inhoudende dat er problemen waren met de stroomvoorziening, en met de verklaring van [medeverdachte 6] , inhoudende dat hij heeft gerommeld met een verwarmingselement om de stroomvoorziening te saboteren.
De rechtbank komt voor dit onderdeel tot een vrijspraak.
Met betrekking tot zaaksdossier 9 (Zeewolde)
Naar het oordeel van de rechtbank kan, onder verwijzing naar de in de bijlage over zaaksdossier 9 opgenomen bewijsmiddelen, wettig en overtuigend worden bewezen dat verdachte in Zeewolde samen met anderen MDMA heeft verwerkt: het verstoppen van zuivere MDMA in een speciaal daarvoor gemaakt cd-meubel met als doel die MDMA naar het buitenland uit te voeren. Daarbij is van belang dat het verdachte was die [medeverdachte 5] heeft benaderd om het cd-kastje te laten maken, daarvoor aan die [medeverdachte 5] instructies heeft gegeven en dat verdachte aanwezig was bij het verstoppen van de pakketjes MDMA in het meubel.
Ook acht de rechtbank bewezen dat het verdachte is geweest die de al voorverpakte MDMA heeft meegenomen naar het pand in Zeewolde, waar het meubel werd gemaakt en de pakketjes in het meubel werden verstopt. De rechtbank is van oordeel dat wat verdachte heeft aangevoerd géén reden vormt om de verklaringen van [medeverdachte 5] , inhoudende dat verdachte een tas met pakketjes drugs had meegenomen, als onbetrouwbaar voor het bewijs verder buiten beschouwing te laten. [medeverdachte 5] heeft gedetailleerd verklaard en heeft zich daarbij bovendien ook zelf belast. Verder vinden zijn verklaringen grotendeels steun in andere bewijsstukken. Dat er op detailniveau mogelijk inconsequenties in zijn verklaringen zijn maakt niet dat zijn verklaringen als geheel buiten beschouwing moeten worden gelaten.
Met betrekking tot zaaksdossier 10 (Putten, [adres 10] )
Uit het dossier volgt niet dat op de P.C. Hoofstraat is geproduceerd, zodat verdachte van dit onderdeel zal worden vrijgesproken.
Ten aanzien van feit 2 (aanwezig hebben drugs)
Met betrekking tot zaaksdossier 1 (Borculo)
Uit de bewijsmiddelen die in de bijlage zijn opgenomen volgt dat in de schuur in totaal 1,6 kg poeder en pillen zijn aangetroffen en dat die stoffen MDMA bevatten. In deze schuur heeft verdachte MDMA vervaardigd. Mede daarom acht de rechtbank ook wettig en overtuigend bewezen dat hij de MDMA bevattende poeder en pillen aanwezig heeft gehad. Net als bij feit 1 is er echter geen bewijs voorhanden dat verdachte dit feit samen met een ander of anderen heeft gepleegd.
Met betrekking tot zaaksdossier 2 (Kortenhoef)
Gelet op de bewijsmiddelen, zoals die zijn uitgewerkt in de bijlage die ziet op zaaksdossier 2, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte 209 pillen bevattende MDMA en 4 pillen, bevattende MDMA en 2C-B, voorhanden heeft gehad. Nu het dossier geen aanwijzingen bevat op grond waarvan gesteld kan worden dat verdachte de pillen met een ander of anderen voorhanden heeft gehad, is de rechtbank van oordeel dat verdachte feit 2, voor zover dat ziet op zaaksdossier 2, alleen heeft gepleegd.
Met betrekking tot zaaksdossier 5 (Edam)
Verdachte ontkent dat de in de VW Caddy aangetroffen MDMA van hem is. Hij heeft verklaard dat [medeverdachte 4] de VW Caddy op 23 juni 2013 in de middag heeft uitgeleend aan jongens die ‘foute rotzooi’ in die bus hebben gezet. Verdachte was van mening dat [medeverdachte 4] dat niet had moeten doen en heeft daar een woordenwisseling met hem over gehad. Verdachte stelt dat hij [medeverdachte 4] uiteindelijk naar Edam heeft gereden, zodat [medeverdachte 4] de VW Caddy weer kon ophalen. Het in de VW Caddy aangetroffen volgelaatsmasker lag daar al in en is volgens verdachte gebruikt bij het schoonmaken van bakken of andere spullen.
[medeverdachte 4] heeft echter verklaard dat [verdachte 1] zijn enige opdrachtgever is. Op 23 juni 2013 kreeg hij ’s avonds van [verdachte 1] de opdracht om een busje op te halen. Hij moest het busje ophalen op een bedrijventerrein in de buurt van Edam, niet ver van de plek waar hij later werd aangehouden. [medeverdachte 4] zou dat busje terugbrengen naar een parkeerplaats bij het Amstel Park. Hij moest daar dan de autosleutel overdragen aan [verdachte 1] . [verdachte 1] en hij zijn vanaf Amsterdam in de richting van Edam gereden. Ze reden in de zwarte Volvo van [verdachte 1] naar een bedrijventerrein in Edam. Daar stond de VW Caddy al klaar. [medeverdachte 4] is toen in de VW Caddy gestapt en is weggereden in de richting van Amsterdam.
De rechtbank acht de verklaring van verdachte in het licht van de overige processtukken niet aannemelijk geworden. Verdachtes verklaring is op belangrijke onderdelen weinig concreet en vindt bovendien géén steun in de andere processtukken. De rechtbank twijfelt niet aan de betrouwbaarheid en de juistheid van de verklaring van [medeverdachte 4] . [medeverdachte 4] heeft gedetailleerd(er) verklaard en heeft met name daarbij ook zichzelf belast. Gelet op die verklaring en de overige bewijsmiddelen, zoals die zijn uitgewerkt in de bijlage die ziet op zaaksdossier 5, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte samen met een ander de in de VW Caddy aangetroffen 1,58 kg MDMA aanwezig heeft gehad.
Met betrekking tot zaaksdossier 7 (Nederhorst den Berg)
Op 3 juli 2014 zijn op de bovenverdieping van unit [nummer 4] 11,25 kg MDMA kristallen, 157 pillen bevattende MDMA en 12 ,3 kg amfetamine aangetroffen. Met betrekking tot de vraag of verdachte deze drugs opzettelijk aanwezig heeft gehad, overweegt de rechtbank als volgt.
Het deel van het pand waar die drugs zijn gevonden (de verdieping van unit [nummer 4] ) en het deel van het pand waar de productieplaats was ingericht (unit [adres 7] ), zijn via de bovenverdieping met elkaar verbonden. Op een tussendeur tussen beide units, is een bloedspoor van verdachte aangetroffen. Verdachte heeft verklaard dat hij alleen op de trap is geweest. Hij ontkent op de bovenverdieping te zijn geweest. De rechtbank heeft evenwel géén reden om aan te nemen dat het bloedspoor niet rechtstreeks van verdachte op de tussendeur terecht is gekomen. De rechtbank gaat er dus vanuit dat verdachte op de bovenverdieping aanwezig is geweest. Zij gaat er eveneens vanuit dat verdachte in de met kamerschermen afgezette ruimte, waar de drugs zijn aangetroffen is geweest. Zoals uit de bewijsmiddelen in de bijlage ten aanzien van zaaksdossier 7 volgt, was de andere ruimte op de bovenverdieping nagenoeg leeg en leek deze ruimte niet in gebruik.
De 11,25 kg MDMA kristallen past bij het productieproces dat is uitgevoerd in de productieplaats. Mede gelet op het feit dat het verdachte is die in Nederhorst den Berg MDMA heeft bereid en/of vervaardigd, is de rechtbank van oordeel dat verdachte wetenschap heeft gehad van de aanwezigheid van deze drugs en daarover ook beschikkingsmacht had. De rechtbank acht daarmee bewezen dat verdachte 11,25 kg MDMA bevattende stof opzettelijk aanwezig heeft gehad.
Dit is anders wat betreft de aangetroffen MDMA bevattende pillen en de aangetroffen amfetamine. Niet duidelijk is wanneer die drugs in de afgeschermde ruimte terecht zijn gekomen. Zij bevonden zich daarnaast in gesloten blikken (pillen) en een (al dan niet afgesloten) kluis (amfetamine). Dit gegeven, in combinatie met de omstandigheid dat deze drugs niet zijn te linken aan de in Nederhorst den Berg toegepaste productie van MDMA, maakt dat de rechtbank niet vast kan stellen of verdachte wetenschap had van, en beschikkingsmacht had over de aangetroffen, MDMA bevattende, pillen en de stof die amfetamine bevat. Verdachte zal ten aanzien van die stoffen worden vrijgesproken van het onder 2 aan hem ten laste gelegde.
Ten laste gelegd is ook dat verdachte opzettelijk 2C‑B aanwezig heeft gehad. Uit het NFI‑rapport van 24 juli 2014 (AH572) komt naar voren dat een monster met SIN AAGW0138NL positief is getest op de aanwezigheid van 2C‑B. In de bij het proces‑verbaal van doorzoeking behorende beslaglijst is dit SIN toegekend aan drie pakken witte pasta, verpakt in een plastic zak. Het proces-verbaal AH325, waarin de bevindingen van de eerste monsterneming van de aan de [adres 7] aangetroffen drugs (op grond waarvan het NFI in AH572 conclusies heeft getrokken) staan beschreven, vermeldt echter niets over de aanwezigheid van 2C‑B. In dat proces-verbaal lijkt SIN AAGW0138NL te zijn gekoppeld aan een stof die positief indicatief is getest op de aanwezigheid van amfetamine.
Op een later moment heeft een tweede monsterneming van de aan de [adres 7] aangetroffen vermoedelijke verdovende middelen plaatsgevonden. Ook hiervan is een proces‑verbaal opgemaakt (AH417). In AH417 staat beschreven dat één kg wit poeder is bemonsterd. Het monster, met SIN AAHB4560, is ingezonden naar het NFI. In het NFI‑rapport van 11 september 2014 (AH846) staat beschreven dat dit monster 2C‑B bevat. Uit AH417 volgt echter niet waar dit witte poeder zou zijn aangetroffen. Ook komt uit het proces‑verbaal van doorzoeking en de daarbij horende beslaglijst niet naar voren dat, naast de hiervoor vermelde witte pasta, ook wit poeder is aangetroffen en in beslag is genomen.
De rechtbank neemt op grond van het voorgaande aan dat monsters positief zijn getest op de aanwezigheid van 2C‑B, maar constateert dat op basis van de bewijsmiddelen géén sluitende link is te leggen tussen enerzijds één of meer positieve testresultaten en anderzijds het aantreffen aan de [adres 7] van de stof die 2C‑B zou bevatten of de bemonstering van die stof. Dat maakt dat naar het oordeel van de rechtbank niet met de daarvoor vereiste zekerheid kan worden vastgesteld dat verdachte wetenschap en beschikkingsmacht had over de aangetroffen 2C‑B. Verdachte zal ten aanzien daarvan dus worden vrijgesproken.
Met betrekking tot zaaksdossier 8 (Dedgum)
Naar het oordeel van de rechtbank kan niet worden bewezen dat verdachte de in de woning in Dedgum aangetroffen synthetische drugs aanwezig heeft gehad. Niet is gebleken dat hij wist dat die drugs zich daar bevonden, laat staan dat hij daarover beschikkingsmacht heeft gehad. Daarom volgt hier een vrijspraak.
Met betrekking tot zaaksdossier 9 (Zeewolde)
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte, samen met anderen, op 3 juli 2014 in Zeewolde 14,252 kg van een materiaal bevattende MDMA en 10.088 pillen met MDMA aanwezig heeft gehad. Zoals volgt uit de bewijsmiddelen die zijn opgenomen in de bijlage was het verdachte die deze drugs heeft meegenomen en heeft verstopt op de plafondplaten in het pand aan de [adres 9] . Bij de bespreking van feit 1 is de rechtbank al ingegaan op het verweer van de raadsman ten aanzien van de betrouwbaarheid van de verklaringen van [medeverdachte 5] . De rechtbank volstaat hier met een verwijzing naar die overwegingen.
Met betrekking tot zaaksdossier 10 (Putten, [adres 10] )
Op 3 juli 2014 werden op de zolder van de woning van [medeverdachte 9] aan de [adres 10] in Putten drie boodschappentassen gevonden, met daarin MDMA in de vorm van grijsbruine kristallen. Het nettogewicht hiervan bedroeg 47,34 kg. De tassen zijn enkele weken vóór 3 juli 2014 op de zolder neergezet door [medeverdachte 2] . Deze heeft de tassen opgehaald in de buurt van Hilversum
(rechtbank: circa 12 km van Nederhorst den Berg). [medeverdachte 2] heeft dit gedaan omdat hem was gevraagd een stof mee te nemen die droog moest staan. Hij zou hier € 250,- voor krijgen. Het had al weer opgehaald moeten zijn, maar stond er nog tijdens de doorzoeking.
Op basis van vergelijkend onderzoek van het NFI kan worden vastgesteld dat de MDMA die in deze boodschappentassen is aangetroffen hoogstwaarschijnlijk uit dezelfde productiepartij afkomstig is als de in Nederhorst den Berg (zaakdossier 7) aangetroffen MDMA.
Onder de bespreking van zaaksdossier 7 heeft de rechtbank geconcludeerd dat [verdachte 1] op de locatie Nederhorst Den Berg heeft geproduceerd. Dit was in de periode dat MDMA op de zolder bij [medeverdachte 9] is neergezet. Daarnaast blijkt uit de bewijsbijlagen bij de verschillende zaakdossiers (waaronder de bewijsbijlage bij zaaksdossier 1 en 6) dat [medeverdachte 2] alleen voor de organisatie van [verdachte 1] werkte en dat hij in dat verband drugsgerelateerde goederen vervoerde.
Het voorgaande brengt de rechtbank tot de conclusie dat de MDMA op de zolder van de woning van [medeverdachte 9] is geproduceerd door [verdachte 1] . Duidelijk is verder dat [medeverdachte 2] niet zelfstandig handelde maar slechts als hij een opdracht kreeg. De rechtbank concludeert dan ook dat [medeverdachte 2] de opdracht tot het bewaren van de MDMA via [verdachte 1] heeft gekregen en dat [verdachte 1] daarmee de (op zijn minst indirecte) wetenschap had over wie de MDMA onder zijn hoede had, nu [verdachte 1] steeds over alle relevante informatie beschikte, al dan niet via de mensen die voor hem werkten. Het voorgaande rechtvaardigt ook de gevolgtrekking dat [medeverdachte 2] de MDMA bewaarde voor [verdachte 1] en dat [verdachte 1] op ieder moment kon aangeven wat er met de MDMA moest gebeuren. Daarmee is de MDMA nooit uit de beschikkingsmacht van [verdachte 1] verdwenen. De rechtbank acht, gelet op het voorgaande en de bewijsmiddelen, zoals die zijn uitgewerkt in de bijlage die ziet op zaaksdossier 10, dan ook bewezen dat [verdachte 1] in Putten ( [adres 10] ) tezamen en in vereniging met [medeverdachte 2] en [medeverdachte 9] 47,34 kg MDMA aanwezig heeft gehad.
Ten aanzien van feit 3 (voorbereidingshandelingen)
Met betrekking tot zaaksdossier 1 (Borculo)
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat in Borculo PMK is geproduceerd, waarbij zij verwijst naar de bewijsmiddelen zoals die zijn opgenomen in de bijlage die ziet op zaaksdossier 1. Het bereiden van PMK is als voorbereidingshandeling voor de vervaardiging van MDMA aan te merken. De rechtbank heeft hiervoor al overwogen dat er geen aanknopingspunten zijn te vinden dat hier sprake is geweest van andere producerende verdachten, zodat zij bewezen acht dat het alleen verdachte is geweest die daar PMK heeft bereid. Ook voor dat oordeel zijn de bewijsmiddelen, opgenomen in de bijlage die betrekking heeft op zaaksdossier 1, redengevend.
De rechtbank overweegt hierbij nog dat de conclusie in de rapportage van het NFI (AH432) dat de in beslag genomen en onderzochte stof PMK bevat, niet betekent dat PMK in pure vorm is aangetroffen. Zoals in het rapport is aangegeven, zijn van complexe mengsels alleen de hoofdcomponent(en) vermeld.
Naar het oordeel van de rechtbank kan op basis van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen wettig en overtuigend worden bewezen dat verdachte ook andere voorbereidingshandelingen, samen met een ander of anderen, dan wel alleen, heeft verricht. In aanvulling op de bewijsmiddelen in de bijlage overweegt de rechtbank dat verdachte ter zitting van 5 september 2016 heeft verklaard dat hij in België een bestelling heeft geplaatst onder de naam [verdachte 1] (h). Ook heeft hij verklaard dat de spullen die van Middelie naar Borculo zijn overgebracht in de bus voor de winkel in Kockengen hebben gestaan. Hij heeft nog wat nieuwe baksystemen daaraan toegevoegd en de bus samen met [medeverdachte 1] in Borculo afgeleverd. [11]
De rechtbank overweegt dat verdachte contacten heeft onderhouden met het bedrijf [naam 4] in Leuven (België) en dat hij vaker bij dat bedrijf, onder de naam [verdachte 1] (h), chemicaliën heeft besteld. Deze bestellingen zijn in opdracht van verdachte door in ieder geval [medeverdachte 4] opgehaald in België. Ook is het verdachte geweest die [medeverdachte 3] heeft gevraagd een chauffeur te regelen voor het transport van chemicaliën op 22 november 2013. Hij heeft [medeverdachte 3] instructies en geld voor zijn bestelling (mee)gegeven. Hoewel verdachte zelf heeft verklaard niet aanwezig te zijn geweest bij het afleveren van die bestelling, hebben [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] verklaard dat verdachte daarbij wel aanwezig was en dat hij met [medeverdachte 2] is meegereden van Neede naar Borculo om de chemicaliën daar af te leveren. Uit de verklaring van verdachte en die van [medeverdachte 1] volgt dat verdachte bakken naar Borculo heeft overgebracht dan wel heeft laten overbrengen. Ook heeft hij vóór de bouwvakvakantie van 2013 een speciale telefoon voor het afschermen van communicatie, een BlackBerry, aan [medeverdachte 1] gegeven. Deze kreeg daarop berichtjes van verdachte met mededelingen waar hij wat naar toe moest brengen. Hij mocht de telefoon alleen gebruiken om met verdachte of [medeverdachte 3] te communiceren.
Met betrekking tot zaaksdossier 2 (Kortenhoef)
In de schuur/het botenhuis op het perceel [adres 4] te Kortenhoef zijn in verschillende stofmonsters en in een monster van een substantie op de vloer, sporen van PMK aangetroffen. In het oppervlaktewater dat grenst aan het perceel zijn daarnaast sporen aangetroffen die passen bij de vervaardiging van PMK uit (iso)safrol. Hoewel dit sterke aanwijzingen zijn voor het op die locatie produceren van PMK, dan wel het daar aanwezig hebben van PMK, kan op grond van de onderzoeksresultaten naar het oordeel van de rechtbank niet buiten redelijke twijfel worden vastgesteld dat daarvan in de ten laste gelegde periode ook daadwerkelijk sprake is geweest.
Evenmin kan op basis van deze onderzoeksresultaten wettig en overtuigend worden bewezen dat verdachte de overige aan hem ten laste gelegde strafbare voorbereidingshandelingen in de zin van artikel 10a van de Opiumwet op de locatie in Kortenhoef heeft verricht.
Verdachte zal om die reden wat betreft zaaksdossier 2 worden vrijgesproken van het onder 3 aan hem ten laste gelegde.
Met betrekking tot zaaksdossier 3 (Kockengen)
Ter zitting van 5 september 2016 heeft verdachte verklaard dat hij de ‘ [verdachte 1] ’ is waar [getuige 1] over heeft verklaard en dat het kan kloppen dat [naam 9] hem kent als ‘ [verdachte 1] ’. Het klopt dat de huur liep van 16 februari 2012 tot 1 augustus 2013. Verdachte wilde die loods huren om een winkel in apparatuur en grondstoffen voor de productie van synthetische drugs te kunnen exploiteren. Hij ging apparatuur verkopen. Met de verkoop van dergelijke grondstoffen was hij al bezig. Hij heeft verklaard die spullen te willen opslaan, assembleren, afmonteren, enzovoort. De belangrijkste activiteit was het monteren van verwarmingselementen en baksystemen. Er stond ook thermische olie. Het zou kunnen dat het door het schoonmaken van een baksysteem naar anijs rook. [12]
Naar het oordeel van de rechtbank kan gelet op deze verklaring van verdachte en de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen wettig en overtuigend worden bewezen dat verdachte strafbare voorbereidingshandelingen heeft verricht door het voorhanden hebben van apparatuur en andere voorwerpen, geschikt voor de productie van synthetische drugs. Ook heeft hij met dat doel het pand in Kockengen gehuurd.
Uit de verklaring van [getuige 6] volgt dat [medeverdachte 4] meerdere malen een bestelbus of (kleine) vrachtwagen heeft gehuurd, die ook zijn gezien bij de loods in Kockengen, en dat een gehuurde auto nadat die was teruggebracht naar chemicaliën rook en was vervuild. [medeverdachte 4] zelf is ook door getuigen bij de loods gezien. Gelet op de verklaring van [medeverdachte 4] dat hij in opdracht van verdachte ritjes deed en in aanmerking genomen de omstandigheid dat verdachte in Kockengen apparatuur voor de productie van synthetische drugs had staan, komt de rechtbank tot de conclusie dat hier sprake is van medeplegen door verdachte en [medeverdachte 4] . Dit medeplegen ziet op het voorhanden hebben en het vervoeren van de apparatuur en de huur van de auto’s.
Met betrekking tot zaaksdossier 4 (Middelie)
De rechtbank heeft onder feit 1 al overwogen dat verdachte als medepleger kan worden aangemerkt bij het tabletteren in Middelie. Daarnaast is kort vóór 3 juli 2014 een tabletteermachine van Middelie naar de [adres 6] in Putten overgebracht. De loods daar werd door [verdachte 1] gebruikt als opslagruimte (zie de overweging over zaaksdossier 6 bij feit 3). Dit tezamen maakt dat verdachte beschikkingsmacht had over de tabletteermachine en dat de rechtbank dit aanmerkt als een voorbereidingshandeling.
Met betrekking tot zaaksdossier 5 (Edam)
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte samen met [medeverdachte 4] PMK, een grondstof voor MDMA, voorhanden heeft gehad. Zij verwijst daarvoor naar de bewijsmiddelen, zoals die zijn uitgewerkt in de bijlage bij zaaksdossier 5 en naar haar overweging ten aanzien van zaaksdossier 5, onder feit 2.
De rechtbank overweegt daarnaast nog het volgende:
[medeverdachte 4] heeft verklaard dat de VW Caddy waarin hij reed door verdachte was aangeschaft, zodat [medeverdachte 4] er ritjes mee kon doen. Alleen het kenteken stond op naam van [medeverdachte 4] , de auto was niet van [medeverdachte 4] . [medeverdachte 4] weet niet wie allemaal gebruikmaakte van de auto, maar ook verdachte reed erin. Verder heeft [medeverdachte 4] verklaard dat hij normaal gesproken op een BlackBerry, die hij van verdachte had gekregen, sms-berichten kreeg voor een klus. Hij kreeg alleen sms’jes van verdachte en er stonden andere namen van mensen in de telefoon met wie hij contact op kon nemen als hij verdachte niet kon bereiken.
Verdachte heeft verklaard dat [medeverdachte 4] de VW Caddy zelf heeft gekocht van het salaris dat hij verdiende met het doen van ritjes. Verdachte was wel aanwezig bij de koop. Hij heeft inderdaad een telefoon aan [medeverdachte 4] gegeven, maar hij deed dit in opdracht van iemand anders, die hij ‘ [bijnaam 1] ’ noemde.
Dat verdachte een telefoon in opdracht van iemand anders heeft verstrekt, is naar het oordeel van de rechtbank in het licht van de processtukken en het verhandelde ter terechtzitting niet aannemelijk geworden. De rechtbank heeft daarnaast, zoals hiervoor al is overwogen, géén reden om aan de juistheid en de betrouwbaarheid van de verklaringen van [medeverdachte 4] te twijfelen.
De rechtbank acht aldus, gelet op de verklaring van [medeverdachte 4] , bewezen dat verdachte de VW Caddy heeft aangeschaft, verstrekt, ter beschikking heeft gesteld en voorhanden heeft gehad. Uit de bewijsmiddelen uit zaaksdossier 5 volgt dat de VW Caddy op 22 april 2013 op naam van [medeverdachte 4] is komen te staan. De rechtbank gaat ervan uit dat de VW Caddy kort daarvoor door verdachte is aangekocht.
De rechtbank acht ook bewezen dat verdachte een mobiele telefoon heeft aangeschaft en heeft verstrekt aan [medeverdachte 4] . Onduidelijk is wanneer die telefoon is aangeschaft en wanneer verdachte de telefoon aan [medeverdachte 4] heeft gegeven. Verdachte heeft de telefoon in ieder geval op enig moment aan [medeverdachte 4] gegeven. Naar het oordeel van de rechtbank was verdachte daarna in de positie om de telefoon terug te vragen van [medeverdachte 4] als hij dat wilde. Verdachte heeft dit niet gedaan: [medeverdachte 4] had de BlackBerry bij zijn aanhouding op 23 juni 2013 onder zich. [13] Verdachte heeft hiermee bewerkstelligd dat de telefoon onder [medeverdachte 4] bleef. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte in de ten laste gelegde periode een telefoon aan één van zijn medeverdachten heeft verstrekt.
In aanmerking genomen de aard van de werkzaamheden die [medeverdachte 4] voor verdachte verrichtte, is de rechtbank van oordeel dat verdachtes handelingen ten aanzien van de VW Caddy en de BlackBerry kunnen worden gezien als handelingen die een feit als bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet voorbereiden of bevorderen.
Nu [medeverdachte 4] in opdracht van verdachte handelde, in het kader van zijn werkzaamheden voor verdachte de VW Caddy op zijn naam heeft gezet en in de Caddy heeft gereden, acht de rechtbank bewezen dat verdachte deze handelingen samen met [medeverdachte 4] heeft verricht.
Met betrekking tot zaaksdossier 6 (Putten [adres 6] )
Uit de bewijsmiddelen in de bijlage over dit zaaksdossier valt slechts te concluderen dat de loodsen aan de [adres 6] grootschalige opslagruimten waren voor [verdachte 1] . De loodsen werden gehuurd door [medeverdachte 2] , die de ruimte vervolgens aan [verdachte 1] ter beschikking stelde. Verdachte is verschillende malen bij de loods aanwezig geweest en heeft daar ook zelf spullen naartoe gebracht. Hij wist ook wat voor soort goederen er stonden en dat het onder andere ging om spullen uit Middelie en Dedgum. Uit de verklaringen van [medeverdachte 1] volgt dat verdachte betrokken is geweest (indirect, als opdrachtgever, dan wel direct) bij het vervoer van de spullen uit Middelie en Dedgum naar de [adres 6] in Putten.
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte, samen met een ander of anderen de loodsen aan de [adres 6] in Putten heeft gehuurd en dat hij apparatuur, randapparatuur en chemicaliën, geschikt voor de vervaardiging en verwerking van MDMA, in deze loodsen voorhanden heeft gehad.
Met betrekking tot zaaksdossier 7 (Nederhorst den Berg)
De rechtbank is, onder verwijzing naar de in de bijlage over zaaksdossier 7 opgenomen bewijsmiddelen, wat ten aanzien van zaaksdossier 7 onder feit 1 is overwogen en de ter terechtzitting afgelegde verklaring van verdachte inhoudende dat hij de aangetroffen ‘bak’ en randapparatuur heeft geleverd [14] , van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte tezamen en in vereniging met een ander, dan wel alleen, voorbereidingshandelingen als bedoeld in artikel 10a van de Opiumwet heeft verricht. Zo heeft hij voorwerpen en apparaten en/of machines, bestemd voor de vervaardiging van MDMA, vervoerd, geïnstalleerd en voorhanden gehad en heeft hij voor de vervaardiging van MDMA benodigde grondstoffen vervoerd, afgeleverd en voorhanden gehad. In dit kader heeft verdachte contact gelegd en onderhouden met medeverdachte [medeverdachte 7] .
Met betrekking tot zaaksdossier 8 (Dedgum)
Over deze locatie heeft de rechtbank overwogen dat het LFO heeft geconcludeerd dat dit een laboratorium in opbouw was, vermoedelijk gericht op de vervaardiging van PMK uit safrol.
De rechtbank is, onder verwijzing naar de in de bijlage over zaaksdossier 8 opgenomen bewijsmiddelen, van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte tezamen en in vereniging met een ander of anderen, dan wel alleen, voorbereidingshandelingen als bedoeld in artikel 10a van de Opiumwet heeft verricht met betrekking tot het op deze locatie gaan vervaardigen van PMK uit safrol. Zo is verdachte aanwezig geweest bij een bijeenkomst in het Ei in Barneveld, waar onder anderen ook [medeverdachte 3] en [medeverdachte 6] aanwezig waren. Daar is gesproken over baksystemen en chemicaliën voor de productie van chemicaliën op de locatie in Dedgum. Vervolgens heeft verdachte onder de naam ‘ [verdachte 1] ’ contact opgenomen met [naam 5] in Breskens om twee bakken te laten coaten met een coating geschikt voor het gebruik van bijtende chemicaliën. Verder heeft hij [medeverdachte 1] opdracht gegeven de bakken weg te brengen naar [naam 5] en weer in Breskens op te halen en heeft hij hem geld meegegeven om te betalen. Verdachte is samen met [medeverdachte 1] in Dedgum aanwezig geweest om chemicaliën en apparatuur te brengen. Volgens de verklaring van [medeverdachte 1] regelde verdachte alles en kreeg hij – [medeverdachte 1] – de opdrachten van hem.
De rechtbank is van oordeel dat de door verdachte verrichte handelingen, die zien op het inrichten van een laboratorium voor het maken van PMK, als voorbereidingshandelingen in de zin van artikel 10a van de Opiumwet moeten worden gezien, omdat PMK wordt gebruikt voor het vervaardigen van MDMA.
Met betrekking tot zaaksdossier 9 (Zeewolde)
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in Zeewolde, samen met een ander of anderen, dan wel alleen, strafbare voorbereidingshandelingen heeft verricht, gericht op het buiten Nederland brengen van MDMA. Verdachte heeft, na tussenkomst van [medeverdachte 3] , [medeverdachte 5] benaderd om een cd-meubel, bestemd voor de export van drugs, te maken en om een daarvoor geschikte ruimte te zoeken. [medeverdachte 5] heeft ook in opdracht van verdachte materialen aangeschaft. Verdachte heeft [medeverdachte 5] verder een schets van het te maken kastje en een telefoon met de nummers van hemzelf en [medeverdachte 3] gegeven. Ten slotte is verdachte aanwezig geweest bij het maken van het cd-kastje en bracht hij een pers mee, kennelijk bestemd om de pakketjes met drugs te preparen.
Met betrekking tot zaaksdossier 10 (Putten, [adres 10] )
Het dossier bevat geen aanknopingspunten om vast te stellen dat verdachte aan de [adres 10] te Putten of anderszins met betrekking tot zaakdossier 10 één of meer van de onder 3 ten laste gelegde strafbare voorbereidingshandelingen heeft gepleegd. Daarom wordt verdachte van dit onderdeel vrijgesproken.
Met betrekking tot zaaksdossier 11 (Maartensdijk)
De rechtbank is, onder verwijzing naar de bewijsmiddelen die in de bijlage over zaaksdossier 11 zijn opgenomen, van oordeel dat wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte in Maartensdijk strafbare voorbereidingshandelingen heeft gepleegd, samen met een ander dan wel alleen. In zijn opdracht en naar zijn ontwerp zijn bakken voor de productie van synthetische drugs gemaakt dan wel aangepast. Verdachte is met dit doel ook meerdere keren in Maartensdijk geweest. Ook zijn er bakken door anderen, [medeverdachte 4] en [medeverdachte 1] , gebracht en opgehaald, waarover [medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij dit in opdracht van verdachte deed. Verdachte deed wel altijd zelf de betalingen. De rechtbank vindt verder van belang dat [getuige 9] over een aantal bakken (en andere apparatuur), die op diverse locaties zijn aangetroffen, heeft verklaard dat hij deze heeft gemaakt dan wel heeft aangepast. Dit ziet ook op bakken die zijn aangetroffen in Borculo en Nederhorst den Berg, locaties waarvan de rechtbank bewezen heeft geacht dat daar synthetische drugs zijn vervaardigd.
Artikel 10a, eerste lid, van het wetboek van Strafrecht.
Het voorgaande leidt de rechtbank tot het oordeel dat verdachte zich, alleen of met anderen, heeft schuldig gemaakt aan strafbare voorbereidingshandelingen als bedoeld onder artikel 10a, eerste lid, onderdelen 1, 2 en 3, van de Opiumwet. Wat betreft onderdeel 2 en 3 volgt de bewezenverklaring uit de bespreking van de zaaksdossiers. Over onderdeel 1 overweegt de rechtbank dat het ‘zich of een ander heeft/hebben getracht te bewegen om dat feit te plegen’ ziet op de volgende handelingen:
  • Verdachte heeft, samen met [medeverdachte 3] , [medeverdachte 5] (zaaksdossier 9) bewogen om zich schuldig te maken aan een feit als bedoeld in de Opiumwet. Zij hebben hem onder meer benaderd een cd-meubel te maken voor de export van drugs.
  • Aan [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] zijn door verdachte en (of via) [medeverdachte 3] opdrachten gegeven om goederen te vervoeren ten behoeve van de productie van drugs (onder meer zaaksdossier 1 en 8). [medeverdachte 2] heeft ook ten behoeve van de criminele organisatie van [verdachte 1] MDMA vervoerd (zaaksdossier 10, [adres 10] ) en hij heeft een loods gehuurd en die ter beschikking gesteld aan [verdachte 1] (zaaksdossier 6, [adres 6] ).
Ten aanzien van feit 4 (criminele organisatie)
Verdachte wordt verweten dat hij heeft deelgenomen aan een organisatie die – kort gezegd – tot oogmerk had het plegen van misdrijven als bedoeld in de Opiumwet. Dit was ten tijde van het ten laste gelegde strafbaar gesteld in artikel 11a van de Opiumwet.
Behalve de doelstelling om hierboven bedoelde misdrijven te plegen, waarop het oogmerk van de organisatie moet zijn gericht, zijn de vereiste kenmerken van een dergelijke organisatie dat een bepaald gestructureerd en duurzaam samenwerkingsverband met een bepaalde organisatiegraad bestaat. Voor het bewijs van deelneming aan zo’n organisatie is niet vereist dat de betrokkene heeft samengewerkt met alle andere deelnemers en ook niet dat hij alle deelnemers kende. Het Ook behoeft het samenwerkingsverband hoeft niet steeds uit dezelfde personen te hebben bestaan. Verder is voor bewijs van deelname aan een criminele organisatie niet vereist dat de betrokkene zelf deelneemt aan de misdrijven die de organisatie pleegt. Evenmin is vereist dat hij opzet heeft of weet heeft van de concrete misdrijven die de organisatie pleegt. De betrokkene moet wel in het algemeen weten dat de organisatie tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven. Voor het bewijs van dit feit is nodig dat bewezen kan worden dat een criminele organisatie zoals ten laste is gelegd heeft bestaan en dat de betrokkene daaraan opzettelijk heeft deelgenomen. Een criminele organisatie hoeft niet groot te zijn, zij kan ook uit twee personen bestaan.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte 1] vanaf 8 september 2011 tot en met 3 juli 2014 heeft deelgenomen aan een criminele organisatie. Gedurende deze periode was de organisatie wisselend van samenstelling. De rechtbank acht bewezen dat [verdachte 1] vanaf 8 september 2011 tot en met 23 juni 2013 samen met [medeverdachte 4] een criminele organisatie vormde. Vanaf 20 november 2013 tot en met 3 juli 2014 bestond de organisatie naar het oordeel van de rechtbank uit ten minste [verdachte 1] en [medeverdachte 3] . Daarnaast kunnen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] vanaf 23 november 2013 tot 3 juli 2014 als deelnemer worden gezien.
De rechtbank heeft de voor verdachte relevante zaaksdossiers apart besproken. Als de verschillende bewezenverklaringen in de zaak tegen verdachte en de zaken tegen medeverdachten in onderlinge samenhang worden bezien, komt de rechtbank tot de volgende conclusie. De organisatie had tot doel om synthetische drugs (met name MDMA) te bereiden of te vervaardigen, te verwerken, te vervoeren, aanwezig te hebben en buiten het grondgebied van Nederland te brengen. Daarnaast had de organisatie tot doel om dit alles voor te bereiden en/of te bevorderen (dus het plegen van strafbare voorbereidingshandelingen).
De rechtbank overweegt daartoe verder als volgt.
Ten aanzien van [verdachte 1] .
Op grond van de bewijsbijlagen ten aanzien van de diverse zaaksdossiers heeft de rechtbank vastgesteld dat [verdachte 1] MDMA heeft geproduceerd (zaaksdossiers 1 en 7) en dat hij MDMA heeft verwerkt (zaaksdossiers 4 en 9). Daarnaast heeft hij diverse strafbare voorbereidingshandelingen gepleegd (zaaksdossiers 1, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 en 11), waaronder het ontwerpen, voorhanden hebben en vervoeren van voor de productie van synthetische drugs benodigde apparatuur en grondstoffen, het produceren van PMK en het plegen van voorbereidingshandelingen gericht op de uitvoer van MDMA. Daarnaast heeft [verdachte 1] opzettelijk synthetische drugs, waaronder hoeveelheden MDMA aanwezig gehad (zaaksdossiers 1, 2, 5, 7, 9 en 10).
Ten aanzien van [medeverdachte 4]
Ten aanzien van [medeverdachte 4] heeft de rechtbank bewezen geacht dat hij diverse strafbare voorbereidingshandelingen heeft gepleegd, waaronder het vervoeren van PMK en het voorhanden hebben en vervoeren van voor de productie van synthetische drugs benodigde apparatuur (zaaksdossiers 3, 5 en 11) en grondstoffen (België). Daarnaast heeft hij opzettelijk MDMA aanwezig gehad (zaaksdossier 5). Overwogen is dat [medeverdachte 4] in dit kader handelde in opdracht van [verdachte 1] , terwijl hij vanaf zijn verhoor in de zaak‑Baarn op 25 oktober 2011 wist dat hij met zijn handelen feiten als bedoeld in het vierde en vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet voorbereidde of bevorderde. De rechtbank acht gelet hierop bewezen dat [medeverdachte 4] vanaf dat moment opzet had op deelname aan de criminele organisatie.
Ten aanzien van [medeverdachte 3]
De rechtbank heeft ten aanzien van [medeverdachte 3] vastgesteld dat hij strafbare voorbereidingshandelingen heeft gepleegd. Zo was hij betrokken bij het transport van chemicaliën van Leuven naar Neede (zaaksdossier 1), is hij met onder andere [verdachte 1] naar Dedgum geweest om een mogelijke productielocatie te bekijken en heeft hij [medeverdachte 1] een telefoon gegeven die deze op zijn beurt aan [medeverdachte 6] , de bewoner van de locatie in Degdum, moest geven (zaaksdossier 8). Ook was hij – kort gezegd – betrokken bij het maken van een cd-kastje waarmee MDMA zou worden uitgevoerd naar het buitenland (zaaksdossier 9). [medeverdachte 3] heeft [verdachte 1] ten aanzien van al die handelingen in contact gebracht met anderen. Voor het transport regelde hij de chauffeur, hij initieerde het contact tussen [verdachte 1] en [medeverdachte 6] en hij vond [medeverdachte 5] bereid om cd-kastjes in elkaar te zetten en daarvoor een pand te zoeken. De rechtbank heeft daarnaast vastgesteld dat [medeverdachte 3] MDMA aanwezig heeft gehad en heeft verwerkt (zaaksdossier 9). Ten aanzien van zaaksdossier 1 is overwogen dat [medeverdachte 3] vanaf 20 november 2013 wist dat hij zich bezighield met het voorbereiden van Opiumwetfeiten. De rechtbank acht, gelet hierop, bewezen dat [medeverdachte 3] vanaf dat moment opzet had op deelname aan de criminele organisatie.
Ten aanzien van [medeverdachte 1]
Met betrekking tot [medeverdachte 1] heeft de rechtbank bewezen geacht dat hij diverse strafbare voorbereidingshandelingen heeft gepleegd, waaronder het voorhanden hebben en vervoeren van voor de productie van synthetische drugs benodigde apparatuur en het voorhanden hebben van voor die productie benodigde chemicaliën (zaaksdossiers 6, 8 en 11). Hoewel dat niet als strafbare voorbereidingshandeling in de zin van artikel 10a van de Opiumwet ten laste is gelegd, heeft [medeverdachte 1] in het kader van de criminele organisatie ook voorbereidingshandelingen gepleegd in Middelie (zaaksdossier 4). Hij heeft verklaard dat hij in juni 2014 onder meer ‘tikmachines’, kuipen en ‘poeiertroep’ heeft opgehaald. Deze spullen zijn door zijn vader, [medeverdachte 2] , in de loods in Putten neergezet. [15] Daarnaast heeft [medeverdachte 1] in een productielaboratorium in opbouw apparatuur geïnstalleerd (zaaksdossier 8). Overwogen is dat [medeverdachte 1] handelde in opdracht van [verdachte 1] . Voor het doen van de klussen, ontving hij geld van hem. Daarnaast is overwogen dat [medeverdachte 1] vanaf de dag waarop de locatie aan de [adres 3] in Borculo is opgerold, 23 november 2013, wist dat hij ritjes deed voor een persoon die zich bezighield met de productie van synthetische drugs. Door na die datum opdrachten van [verdachte 1] te blijven aannemen, heeft [medeverdachte 1] naar het oordeel van de rechtbank vanaf dat moment opzet gehad op deelname aan de criminele organisatie.
Ten aanzien van [medeverdachte 2]
De rechtbank heeft ten aanzien van [medeverdachte 2] vastgesteld dat hij strafbare voorbereidingshandelingen heeft gepleegd. Bewezen is geacht dat hij voor de productie van synthetische drugs benodigde apparatuur en grondstoffen (chemicaliën) voorhanden heeft gehad, dat hij apparatuur heeft vervoerd en dat hij een loods heeft gehuurd en ter beschikking heeft gesteld (zaaksdossier 6). Hoewel dat niet als strafbare voorbereidingshandelingen in de zin van artikel 10a van de Opiumwet ten laste is gelegd, heeft [medeverdachte 2] in het kader van de criminele organisatie ook voorbereidingshandelingen gepleegd in Middelie (zaaksdossier 4). [medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij in juni 2014 onder meer ‘tikmachines’, kuipen en ‘poeiertroep’ heeft opgehaald. Deze spullen zijn door [medeverdachte 2] in de loods in Putten neergezet. [16] heeft ten aanzien daarvan verklaard dat hij een lege vrachtwagen heeft opgehaald, daarmee naar een parkeerplaats is gereden en vervolgens in een bestelauto heeft gewacht. Iemand anders is met de vrachtwagen weggereden. Er is wat op die vrachtwagen geladen en [medeverdachte 2] heeft die lading, jerrycans en bakken, in Putten of Hilversum gezet. [17] Daarnaast heeft [medeverdachte 2] MDMA vervoerd en aanwezig gehad (zaaksdossier 10). De rechtbank heeft overwogen dat [medeverdachte 2] vanaf 23 november 2013, de dag waarop de locatie aan de [adres 3] in Borculo is opgerold, wist dat hij ritten deed voor een persoon of personen die zich bezighielden met de productie van synthetische drugs. Door na die datum voor diezelfde persoon of personen ritten te blijven doen, heeft [medeverdachte 2] naar het oordeel van de rechtbank vanaf dat moment opzet gehad op deelname aan een criminele organisatie.
De rechtbank concludeert dat tussen de genoemde verdachten een duurzaam en gestructureerd samenwerkingsverband heeft bestaan.
De rechtbank overweegt verder nog als volgt.
Zoals hiervoor is vermeld en zoals uit de verschillende zaaksdossiers volgt, werkten verschillende verdachten in opdracht van [verdachte 1] . [verdachte 1] nam gedurende het gehele traject de belangrijke beslissingen en stuurde mensen aan. Zo was hij verantwoordelijk voor het chemicaliëntransport van Leuven naar Neede/Borculo, was hij zelf betrokken bij de productie van PMK en MDMA, had hij zeggenschap over (de vormgeving van) productieapparatuur en over een tabletteermachine, en nam hij beslissingen ten aanzien van de uitvoer van MDMA naar het buitenland. [verdachte 1] verstrekte telefoons aan personen met wie hij werkte (onder andere aan [medeverdachte 3] [18] , [medeverdachte 1] [19] , [medeverdachte 4] [20] en [medeverdachte 5] [21] ) en hij was aanwezig bij belangrijke besprekingen, zoals het gesprek na het ontmantelen van de productielocatie in Borculo (zaaksdossier 1) en het gesprek waarin [medeverdachte 6] , door [medeverdachte 3] aangehaald als een ‘superchemicus’, aan hem werd voorgesteld (zaaksdossier 8). Ook is [verdachte 1] degene die te koppelen is aan vrijwel alle locaties binnen dit onderzoek, waar drugsgerelateerde activiteiten hebben plaatsgevonden. Daarom is de rechtbank van oordeel dat [verdachte 1] een leidende rol had binnen de organisatie. Dat [verdachte 1] op zijn beurt wellicht onderdeel was van een andere, of grotere organisatie, maakt dit niet anders.
De rechtbank is van oordeel dat [medeverdachte 3] hiërarchisch onder [verdachte 1] stond in de organisatie, maar dat hij, door onder andere zijn bemiddelende rol tussen [verdachte 1] en andere betrokkenen in diverse zaaksdossiers, wel een grotere rol had dan [medeverdachte 4] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] , die naar het oordeel van de rechtbank met name uitvoerende taken verrichtten.
[medeverdachte 7] (zaaksdossier 7), [medeverdachte 6] (zaaksdossier 8) en [medeverdachte 5] (zaaksdossier 9) wordt deelname aan criminele organisatie niet verweten. Zij hebben zich naar het oordeel van de rechtbank wel schuldig gemaakt aan strafbare feiten. Deze strafbare feiten zijn gepleegd binnen de door [verdachte 1] vormgegeven organisatie. Daarom acht de rechtbank bewezen dat zij wel deel hebben uitgemaakt van de door [verdachte 1] vormgegeven en aangestuurde criminele organisatie.
Zoals hiervoor overwogen, sluit het feit dat niet alle verdachten met elkaar in aanraking zijn gekomen of hebben samengewerkt, niet uit dat zij een organisatie vormden.
[medeverdachte 10] en [medeverdachte 11] wordt niet verweten dat zij deel hebben genomen aan de criminele organisatie. De rechtbank kan op basis van het dossier niet vaststellen dat zij binnen de door [verdachte 1] vormgegeven organisatie strafbare feiten hebben verricht.
Aan [medeverdachte 12] is deelname aan een criminele organisatie wel ten laste gelegd. Naar het oordeel bevat het dossier onvoldoende wettig en overtuigend bewijs om ten aanzien van haar tot een bewezen verklaring te komen. Dat betekent dat [medeverdachte 12] op dit onderdeel zal worden vrijgesproken.
parketnummer 05/780113-16
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte het rijbewijs van [naam 6] heeft gebruikt bij een controle op 21 mei 2014. Heling kan eveneens worden bewezen.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de onderdelen A en B meest subsidiair (schuldheling) bewezen kunnen worden geacht.
De beoordeling door de rechtbank
Verbalisant [verbalisant 2] heeft gerelateerd dat op 21 mei 2014 een ANPR‑verkeerscontrole heeft plaatsgevonden op de Rijksweg A2, ter hoogte van hectometerpaal 37.5. Omstreeks 17:00 uur werd het systeem geactiveerd door een voorbijrijdende zwarte Volvo met kenteken
[kenteken 3] , omdat dit kenteken was geregistreerd in verband met fiscale wanbetaling. De bestuurder is staande gehouden, waarna hij zich legitimeerde met een rijbewijs op naam van [naam 6] , geboren op [geboortedatum 2] in Zwaag. [22]
Verdachte heeft verklaard dat het klopt dat hij, terwijl hij reed in een Volvo V50, is gecontroleerd op de A2 en dat hij zich daarbij heeft gelegitimeerd met het rijbewijs van [naam 6] . [23]
De rechtbank overweegt dat uit een openbare bron blijkt dat de in het proces-verbaal genoemde hectometerpaal gelegen is in Abcoude, gemeente Ronde Venen. [24]
Verdachte is op 3 juli 2014 aangehouden in een woning in Utrecht. Desgevraagd verklaarde hij te zijn: [naam 6] . Op de vraag of hij zich kon legitimeren antwoordde hij dat er een rijbewijs in zijn broekzak zat. Verbalisant heeft een rijbewijs uit de broekzak van verdachte gehaald en verdachte gevraagd of dit zijn rijbewijs was. Verdachte keek naar het rijbewijs en zei tegen de verbalisant dat dit zijn rijbewijs was. De verbalisant zag dat het rijbewijs op naam stond van [naam 6] , geboren in Zwaag op [geboortedatum 2] . Beide verbalisanten herkenden verdachte echter als [verdachte 1] , geboren op [geboortedatum 1] in [geboorteplaats 2] . [25]
[naam 6] heeft verklaard dat hij merkte dat hij zijn rijbewijs kwijt was. Hij heeft zijn rijbewijs nooit uitgeleend of ter beschikking gesteld aan een ander. [26]
Ter zitting heeft verdachte verklaard dat het klopt dat hij het rijbewijs in bezit had. Het is door een bevriend iemand in het dashboardkastje van de auto is gelegd. [27]
De rechtbank is van oordeel dat verdachte gezien de hiervoor geschetste omstandigheden ten minste redelijkerwijs moest vermoeden dat het rijbewijs dat hij voorhanden had, door misdrijf was verkregen.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een niet op zijn naam gesteld ID-bewijs en dat hij schuldheling heeft gepleegd.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder parketnummer
05/880562-14tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op
een of meer verschillendetijdstippen
in of omstreeks de periode van 8 september 2011 tot en met 3 juli 2014, althansin de periode van
22 mei 2013 tot en met 22 november 2013 (zd 01, Borculo),
en/of
8 september 2011 tot en met 2 juli 2014 (zd 02, Kortenhoef), en/of
16 februari 2012 tot en met 1 augustus 2013 (zd 03, Kockengen),en
/of
8 april 2013 tot en met 2 juli 2014 (zd 04, Middelie),
en/of
1 juli 2013 tot en met 2 juli 2014 (zd 06, Putten - [adres 6] ),en
/of
12 april 2014 tot en met 3 juli 2014 (zd 07, Nederhorst den Berg),
en/of
12 juni 2014 tot en met 2 juli 2014 (zd 08, Dedgum),en
/of
1 juni 2014 tot en met 3 juli 2014 (zd 09, Zeewolde), en
/of
1 april 2014 tot en met 2 juli 2014 (zd 10, Putten - [adres 10] )
te Borculo
en/of Kortenhoef en/of Kockengenen
/ofMiddelie en
/ofPutten (
[adres 6] en/of[adres 10] ) en
/ofNederhorst den Berg
en/of Dedgumen
/ofZeewolde en
/ofelders in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft
/hebbenbereid en/of verwerkt
en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekten/of vervoerd en/of vervaardigd (een) (aanzienlijke) hoeveelhe
(i
)d
(en)MDMA
en/of 2C-B en/of metamfetemine en/of amfetamine, althans (telkens) (een) hoeveelheid/hoeveelheden van een materiaal bevattende MDMA en/of 2C-B en/of metamfetamine en/of amfetamine,
zijnde MDMA
en/of 2C-B en/of metamfetamine en/of amfetamine (telkens) (een
)middel
(len)vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2.
hij op
of omstreeks
23 juni 2013 te Edam en
/of
22 november 2013 te Borculo en
/of
3 juli 2014 te Kortenhoef en
/ofNederhorst den Berg
en/of Dedgumen
/ofZeewolde en
/ofPutten ( [adres 10] )
en/of elders in Nederland,(telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad ongeveer
- 1,58 kg
, in elk geval een hoeveelheidvan een materiaal bevattende MDMA (zd
05, Edam), en
/of
-1,6 kg
, in elk geval een hoeveelheidvan een materiaal bevattende MDMA (zd
01, Borculo), en
/of
-209 pillen
, in elk geval een hoeveelheidvan een materiaal bevattende MDMA
(zd 02, Kortenhoef), en
/of
-4 pillen
in elk geval een hoeveelheidvan een materiaal bevattende MDMA en
/of
2C-B (zd02, Kortenhoef), en
/of
-157 pillen, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA
(zd 07, Nederhorst den Berg), en/of
-11,25 kg
, in elk geval een hoeveelheidvan een materiaal bevattende MDMA (zd
07, Nederhorst den Berg),
en/of
- 12 ,3 kg, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine (zd 07, Nederhorst den Berg), en/of
-1 kg, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende 2C-B (zd 07,
Nederhorst den Berg), en/of
- 1071 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende
metamfetamine (zd 08, Dedgum), en/of
-2 tabletten in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA
(zd 08, Dedgum), en/of
-2 tabletten, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine (zd 08, Dedgum),en
/of
- 14,252 kg
, in elk geval een hoeveelheidvan een materiaal bevattende MDMA
(zd 9, Zeewolde), en
/of
-10088 tabletten
, in elk geval een hoeveelheidvan een materiaal bevattende MDMA (zd 9, Zeewolde), en/of
- 47,34 kg, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA (zd
10, Putten - [adres 10] ),
althans (telkens) (een) hoeveelheid/hoeveelheden van een materiaal bevattende MDMA en/of amfetamine en/of metamfetamine en/of 2C-B,zijnde MDMA
en/of amfetamine en/of metamfetamine en/of 2C-B (telkens)(een) middel
(len)vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I;
3.
hij op
een of meer verschillendetijdstippen in
of omstreeksde periode van 8 september 2011 tot en met 3 juli 2014, te Borculo en
/ofNeede
en/of Kortenhoefen
/ofKockengen en
/ofMiddelie en
/ofEdam en
/ofNederhorst den Berg en
/ofDedgum en
/ofPutten ( [adres 6]
en/of [adres 10]
)en
/ofZeewolde en
/ofMaartensdijk en
/ofelders in Nederland en
/ofBelgië,
(telkens
)tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het
(telkens
)opzettelijk bereiden,
bewerken,verwerken,
verkopen, afleveren, verstrekken,vervoeren en/of het vervaardigen en/of
binnen en/ofbuiten het grondgebied van Nederland brengen van een of meer (grote) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende MDMA
en/of 2C-B en/of metamfetamine en/of
amfetamine, (telkens)zijnde MDMA
en/of 2C-B en/of metamfetamine en/of amfetamine (een
)middel
(len)vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen
(telkens
)
- zich of een ander heeft/hebben getracht te bewegen om dat feit te plegen,
doen plegen, mede te plegen
of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn of om daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen, en/of
- zich of een ander gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen en/of
- een of meer voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen en
/ofgelden
of andere betaalmiddelenvoorhanden heeft/hebben gehad, waarvan hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden, dat/die bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en) immers heeft/hebben hij, verdachte en/of zijn mededader(s)
(telkens
)opzettelijk daartoe
(telkens
):
-
een of meer vriezer(s) en/of omzettingsvat(en)/ketel(s) en/of opslag-scheidingsvat(en) en/of drukreactievat(ten) en/of rvs bak(ken) en/of tabletteermachines en/of granuleermachines en/ofeen of meer
anderevoor de productie/vervaardiging en/of be/verwerking van MDMA
en/of 2C-B en/of metamfetamine en/of amfetaminebenodigde apparaten en/of machines, althans
voorwerpen, gefinancierd en/of ontworpen en/of besteld en/of aangeschaft en/of geïnstalleerd en/of vervoerd en/of laten vervoeren en/of voorhanden gehad en/of vervaardigd en/of laten vervaardigen, en/of
- een of meer voor de vervaardiging van MDMA
en/of 2C-B en/of metamfetamine en/of amfetaminebenodigde grondstoffen
(te weten (een) (grote) hoeveelhe(i)d(en), in elk geval een of meer hoeveelhe(i)d(en) van een of meer materia(a)l(en) bevattende BMK en/of apaan en/of PMK en/of PMK glycide zuur en/of Methyleenchloride en/of Methanol en/of Mierenzuur Natrium hydroxide parels/schilfers en/of Ammoniumchloride en/of safrol en/of piperional en/of
methanol en/of zoutzuur en/of zwavelzuur en/of aceton en/of methylamine en/of dichloormethaan)bereid en/of aangeschaft en/of vervoerd en/of doen vervoeren en/of gefinancierd en/of besteld en/of overgeladen en/of afgeleverd en/of voorhanden gehad, en/of
-een of meer auto('s) aangeschaft en/of verstrekt en/of ter beschikking gesteld en/of gehuurd en/of voorhanden gehad, en/of
-
meermalen, althans eenmaal, (een
)transport
(en)(grondstoffen en/of halffabricaten en/of apparatuur en/of middelen vermeld op lijst I)verzorgd en/of begeleid
en, en/of
- opzettelijk daartoe een of meer pand(en) gehuurd en/of ter beschikking gesteld en/of gefinancierd; en
-contact gelegd en/of onderhouden met een of meer mededader(s) en/of een of meer leverancier(s) (van grondstoffen/of apparatuur ten behoeve van de productie van middelen vermeld op lijst I van de Opiumwet), en/of
-mobiele telefoons en/of een of meer andere communicatiemiddelen aangeschaft en/of verstrekt aan een of meer van zijn mededader(s), en/of
-ten behoeve van het verbergen en/of transporten van de MDMA een
of meermeubel
(s)gefabriceerd, gemonteerd en/of ontworpen;
4.
hij op
een of meer verschillendetijdstippen in
of omstreeksde periode van 8 september 2011 tot en met 3 juli 2014 te Borculo en
/ofNeede en
/ofKortenhoef en
/ofKockengen en
/ofMiddelie en
/ofEdam en
/ofPutten en
/ofNederhorst den Berg en
/ofDedgum en
/ofZeewolde en
/of
Maartensdijk en
/ofelders in Nederland en
/ofBelgië, als oprichter en
/ofleider
en/of bestuurder,heeft deelgenomen aan een organisatie, welke organisatie bestond uit een samenwerkingsverband van hem, verdachte en een of meer perso(o)n(en), waaronder in elk geval [medeverdachte 3] en
/of[medeverdachte 2] en
/of[medeverdachte 1] en
/of[medeverdachte 4]
en/of [medeverdachte 12] en/of [medeverdachte 11]en
/of[medeverdachte 6] en
/of[medeverdachte 5] en
/of[medeverdachte 7]
en/of [medeverdachte 10]en/of een of meer ander(en), welke organisatie tot oogmerk had het plegen van
- misdrijven als bedoeld in artikel 10 derde, vierde en vijfde lid van de Opiumwet, te weten het bereiden
en/of bewerkenen
/ofverwerken
en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekkenen
/ofvervoeren en
/ofaanwezig hebben en
/ofvervaardigen en
/ofhet
binnen en/ofbuiten het grondgebied van Nederland brengen van een of meer middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, en
/of
- misdrijven als bedoeld in artikel 10a eerste lid van de Opiumwet, te weten het voorbereiden of bevorderen van een feit als bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10.
De rechtbank acht verder wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder parketnummer
05/780113-16tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
A.
hij op
of omstreeks21 mei 2014 te Abcoude, gemeente De Ronde Venen
, althans in Nederland,opzettelijk en wederrechtelijk gebruik heeft gemaakt van een niet op zijn naam
gesteld
reisdocument en/ofidentiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht, te weten een rijbewijs op naam van [naam 6] , geboren op [geboortedatum 2] te Zwaag, immers heeft hij, verdachte, zich bij een politiecontrole met dat rijbewijs gelegitimeerd;
en
/of
B.
Meest subsidiair
hij op
een of meer verschillendetijdstippen in
of omstreeksde periode van 1 maart 2014 tot en met 3 juli 2014 te Abcoude, gemeente De Ronde Venen, en
/ofUtrecht
en/of Houten en/of elders in Nederland, een (ten name van [getuige 2] ) gesteld rijbewijs
, in elk geval enig goed,voorhanden gehad, terwijl hij
wist, althansredelijkerwijs kon vermoeden, dat
dat rijbewijs
, althans dat goed,door misdrijf was verkregen.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
parketnummer 05/880562-14
ten aanzien van feit 1:
Opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B en D van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd
en
Medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B en D van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 2:
Opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod
en
Medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 3:
Medeplegen van een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voorbereiden of bevorderen door:
  • een ander te trachten te bewegen om dat feit te plegen of mede te plegen;
  • een ander te trachten te bewegen daarbij behulpzaam te zijn of om daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen;
  • zich of een ander gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen;
  • voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen of gelden voorhanden te hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 4:
Deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 10, derde, vierde en vijfde lid, en artikel 10a, eerste lid, van de Opiumwet;
parketnummer 05/780113-16
A:
Opzettelijk en wederrechtelijk gebruik maken van een niet op zijn naam gesteld identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht
en
B, meest subsidiair:
Schuldheling.

5.De strafbaarheid van het feit

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van tien jaar.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gewezen op een arrest van het Hof Arnhem-Leeuwarden van 23 september 2015 (ECLI: NL:GHARL:2015:7281). Verder heeft hij naar voren gebracht dat verdachte positief naar de toekomst kijkt. Hij heeft goede kwaliteiten, die hij ook ten goede kan aanwenden.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op:
- het uittreksel uit het algemeen documentatieregister, gedateerd 25 juli 2016;
- een advies van Reclassering Nederland, gedateerd 9 september 2014;
- een beknopt advies van Reclassering Nederland, gedateerd 23 mei 2016; en
- een advies van Reclassering Nederland, gedateerd 28 juli 2016.
De rechtbank overweegt in het bijzonder het volgende:
Verdachte heeft een criminele organisatie opgericht en heeft deze organisatie van 8 september 2011 tot en met 3 juli 2014 geleid. De criminele organisatie had tot doel om synthetische drugs (met name MDMA) te bereiden of te vervaardigen, te verwerken, te vervoeren, aanwezig te hebben en buiten het grondgebied van Nederland te brengen. Daarnaast had de organisatie tot doel om dit alles voor te bereiden en/of te bevorderen (dus het plegen van strafbare voorbereidingshandelingen). Verdachte was overal bij betrokken. Hij heeft zich binnen het criminele samenwerkingsverband schuldig gemaakt aan de productie van MDMA en het verwerken van MDMA. Daarnaast heeft hij diverse strafbare voorbereidingshandelingen gepleegd, waaronder het ontwerpen, voorhanden hebben en vervoeren van voor de productie van synthetische drugs benodigde apparatuur en grondstoffen, het produceren van PMK en het plegen van voorbereidingshandelingen gericht op de uitvoer van MDMA. Ook heeft verdachte synthetische drugs, waaronder hoeveelheden MDMA voorhanden gehad.
Het aantal locaties waar drugsgerelateerde activiteiten hebben plaatsgevonden, is indrukwekkend te noemen. Op grond van de hoeveelheid aangetroffen apparatuur, stoffen en pillen, moet worden aangenomen dat een zeer grote hoeveelheid synthetische drugs geproduceerd kon worden en ook daadwerkelijk geproduceerd is. Opvallend is dat een medewerker van de Landelijk Faciliteit Ondersteuning Ontmantelen zich erover heeft verwonderd hoe hoog de kwaliteit en hoe groot de capaciteit was van de aangetroffen productieapparatuur.
Het is algemeen bekend dat het gebruik van synthetische drugs zoals XTC grote gezondheidsrisico’s meebrengt. De volksgezondheid wordt dus ernstig bedreigd door de productie van dergelijke drugs. Productie en handel in deze grondstoffen en drugs leiden bovendien vaak tot ernstige nevencriminaliteit, niet zelden gepaard gaand met geweldsdelicten. Naast het gevaar voor de volksgezondheid schuilt in de productie van synthetische harddrugs ook gevaar voor schade aan het milieu, omdat men zich doorgaans niet legaal kan ontdoen van vrijkomende chemische afvalstoffen, en daarnaast bestaat er ontploffingsgevaar, brandgevaar en gevaar voor het vrijkomen van giftige stoffen. Al met al ondervinden anderen (ernstige) overlast van dit soort feiten en wordt de samenleving als geheel ernstige schade toegebracht.
De rechtbank rekent het verdachte zwaar aan dat hij slechts zijn eigen financiële gewin voor ogen heeft gehad
,en dat hij daarbij geen acht heeft geslagen op de mogelijke negatieve gevolgen zoals hierboven zijn beschreven. Aldus handelend heeft verdachte een bijdrage geleverd aan de instandhouding van het criminele drugscircuit in het land.
Voor een dergelijke deelname aan zo grootschalige productie worden in de regel langdurige gevangenisstraffen opgelegd. De straffen moeten voldoende afschrikkende werking hebben ten opzichte van het lucratieve karakter van de productie van synthetische drugs.
Bij het bepalen van de straf houdt de rechtbank er rekening mee dat verdachte de leidende rol had in het criminele netwerk dat in dit dossier is blootgelegd. Bij verdachte is ook een flinke hoeveelheid contant geld aangetroffen. Dat hij mogelijk naast of in een wellicht nog groter crimineel netwerk functioneerde, kan niet afdoen aan de ernst van wat hem in dit dossier is verweten. Zijn rol in het geheel is aanmerkelijk zwaarder dan die van zijn mededaders.
Bovendien merkt de rechtbank op dat verdachte bij de uitvoering van zijn criminele activiteiten gebruik heeft gemaakt van personen die zich vrijwel zonder uitzondering in een zwakke positie bevonden en die zijn geld goed konden gebruiken. Zij zijn hierdoor in grote problemen gekomen, hoe ondergeschikt hun rol ook was. Het is de rechtbank opgevallen dat verdachte een man is die verbaal sterk is, die in staat is mensen aan te sturen en die gewend is om zijn zaakjes goed te regelen. Van deze op zich zelf positieve eigenschappen heeft verdachte ten koste van anderen misbruik gemaakt. Dit rekent de rechtbank hem zwaar aan. Verdachte spant mensen die vanwege een kwetsbare positie gemakkelijk zijn te verleiden tot het maken van verkeerde keuzes, voor zijn karretje. Eenmaal beland in zijn invloedssfeer is het voor deze personen lastig zich hieruit los te maken en zien zij te laat in wat de grote gevolgen zijn van hun keuze om met verdachte in zee te gaan. Verdachte heeft daarmee een sterk ondermijnende invloed gehad op de levens van niet alleen de andere verdachten in dit dossier maar ook van hun naaste familieleden.
De rechtbank neemt daarnaast in aanmerking dat verdachte in het verleden meerdere keren is veroordeeld voor Opiumwetfeiten, waarvan één keer gepleegd in georganiseerd verband. In die zaken is verdachte onder meer veroordeeld tot vrijheidsbenemende straffen en in één geval tot een gevangenisstraf van elf jaar. Kennelijk hebben deze straffen verdachte er niet van weerhouden zich opnieuw in te laten met de grootschalige productie van, en handel in synthetische drugs. Verdachte heeft alle mogelijke schadelijke effecten van zijn optreden klaarblijkelijk volledig ondergeschikt gemaakt aan zijn eigen en/of andermans financiële gewin.
Dit alles eist een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Niet alleen uit een oogpunt van vergelding, maar ook om hemzelf en anderen ervan te weerhouden dit soort misdrijven te plegen. De eis van de officier van justitie is daarmee op zichzelf passend. De officier van justitie is bij zijn vordering echter uitgegaan van productie op meer locaties dan de rechtbank heeft bewezenverklaard. Om die reden komt de rechtbank tot een lagere straf dan geëist. De rechtbank acht een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van acht jaren passend en geboden. De tijd die verdachte in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, wordt daarop in mindering gebracht.
7a. Overige beslissingen
Het beslag dat rust op de in de beslaglijst vermelde geldbedragen van in totaal € 50.455,- is omgezet naar conservatoir beslag ex artikel 94a van het Wetboek van Strafvordering. Op conservatoir beslag is geen beslissing bij einduitspraak in de strafzaak mogelijk. Daarom zal de rechtbank over dit beslag geen beslissing nemen.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 27, 47, 57, 63, 91, 231 en 417bis van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2, 10, 10a, 11a (oud) en 13 van de Opiumwet.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
acht jaar;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. N.C. van Lookeren Campagne, voorzitter, mr. R.G.J. Welbergen en mr. M.G.J. Post , rechters, in tegenwoordigheid van mr. M. Kolkman en mr. M.C. Korevaar, griffiers, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 1 december 2016.
Tenlasteleggingen
Aan verdachte is, na wijziging ter van de tenlastelegging ter zitting, onder parketnummer
05/880562-14ten laste gelegd dat:
1.
hij op een of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 8 september 2011 tot en met 3 juli 2014, althans in de periode van
22 mei 2013 tot en met 22 november 2013 (zd 01, Borculo), en/of
8 september 2011 tot en met 2 juli 2014 (zd 02, Kortenhoef), en/of
16 februari 2012 tot en met 1 augustus 2013 (zd 03, Kockengen), en/of
8 april 2013 tot en met 2 juli 2013 (zd 04, Middelie), en/of
1 juli 2013 tot en met 2 juli 2014 (zd 06, Putten - [adres 6] ), en/of
12 april 2013 tot en met 3 juli 2014 (zd 07, Nederhorst den Berg), en/of
12 juni 2014 tot en met 2 juli 2014 (zd 08, Dedgum), en/of
1 juni 2014 tot en met 3 juli 2014 (zd 09, Zeewolde), en/of
1 april 2014 tot en met 2 juli 2014 (zd 10, Putten - [adres 10] )
te Borculo en/of Kortenhoef en/of Kockengen en/of Middelie en/of Putten ( [adres 6] en/of [adres 10] ) en/of Nederhorst den Berg en/of Dedgum en/of Zeewolde en/of elders in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft/hebben bereid en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd (een) (aanzienlijke) hoeveelhe(i)d(en) MDMA en/of 2C-B en/of metamfetemine en/of amfetamine, althans (telkens) (een) hoeveelheid/hoeveelheden van een materiaal bevattende MDMA en/of 2C-B en/of metamfetamine en/of amfetamine,
zijnde MDMA en/of 2C-B en/of metamfetamine en/of amfetamine (telkens) (een) middel(len) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2.
hij op of omstreeks
23 juni 2013 te Edam en/of
22 november 2013 te Borculo en/of
3 juli 2014 te Kortenhoef en/of Nederhorst den Berg en/of Dedgum en/of Zeewolde en/of Putten ( [adres 10] ) en/of elders in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad ongeveer
- 1,58 kg, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA (zd
05, Edam), en/of
-1,6 kg, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA (zd
01, Borculo), en/of
-209 pillen, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA
(zd 02, Kortenhoef), en/of
-4 pillen in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA en/of
2C-B (zd02, Kortenhoef), en/of
-157 pillen, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA
(zd 07, Nederhorst den Berg), en/of
-11,25 kg, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA (zd
07, Nederhorst den Berg), en/of
- 12 ,3 kg, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine (zd 07, Nederhorst den Berg), en/of
-1 kg, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende 2C-B (zd 07,
Nederhorst den Berg), en/of
- 1071 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende
metamfetamine (zd 08, Dedgum), en/of
-2 tabletten in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA
(zd 08, Dedgum), en/of
-2 tabletten, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine (zd 08, Dedgum), en/of
- 14,252 kg, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA
(zd 9, Zeewolde), en/of
-10088 tabletten, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA (zd 9, Zeewolde), en/of
- 47,34 kg, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA (zd
10, Putten - [adres 10] ),
althans (telkens) (een) hoeveelheid/hoeveelheden van een materiaal bevattende MDMA en/of amfetamine en/of metamfetamine en/of 2C-B, zijnde MDMA en/of amfetamine en/of metamfetamine en/of 2C-B (telkens) (een) middel(len) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I;
3.
hij op een of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 8 september 2011 tot en met 3 juli 2014, te Borculo en/of Neede en/of Kortenhoef en/of Kockengen en/of Middelie en/of Edam en/of Nederhorst den Berg en/of Dedgum en/of Putten ( [adres 6] en/of [adres 10]
) en/of Zeewolde en/of Maartensdijk en/of elders in Nederland en/of België, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het (telkens) opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of het vervaardigen en/of binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van een of meer (grote) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende MDMA en/of 2C-B en/of metamfetamine en/of
amfetamine, (telkens) zijnde MDMA en/of 2C-B en/of metamfetamine en/of amfetamine (een) middel(len) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen (telkens)
- zich of een ander heeft/hebben getracht te bewegen om dat feit te plegen,
doen plegen, mede te plegen of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn of om daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen, en/of
- zich of een ander gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen en/of
- een of meer voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen en/of gelden of andere betaalmiddelen voorhanden heeft/hebben gehad, waarvan hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden, dat/die bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en) immers heeft/hebben hij, verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) opzettelijk daartoe (telkens):
- een of meer vriezer(s) en/of omzettingsvat(en)/ketel(s) en/of opslag-scheidingsvat(en) en/of drukreactievat(ten) en/of rvs bak(ken) en/of tabletteermachines en/of granuleermachines en/of een of meer andere voor de productie/vervaardiging en/of be/verwerking van MDMA en/of 2C-B en/of metamfetamine en/of amfetamine benodigde apparaten en/of machines, althans
voorwerpen, gefinancierd en/of ontworpen en/of besteld en/of aangeschaft en/of geïnstalleerd en/of vervoerd en/of laten vervoeren en/of voorhanden gehad en/of vervaardigd en/of laten vervaardigen, en/of
- een of meer voor de vervaardiging van MDMA en/of 2C-B en/of metamfetamine en/of amfetamine benodigde grondstoffen (te weten (een) (grote) hoeveelhe(i)d(en), in elk geval een of meer hoeveelhe(i)d(en) van een of meer materia(a)l(en) bevattende BMK en/of apaan en/of PMK en/of PMK glycide zuur en/of Methyleenchloride en/of Methanol en/of Mierenzuur Natrium hydroxide parels/schilfers en/of Ammoniumchloride en/of safrol en/of piperional en/of
methanol en/of zoutzuur en/of zwavelzuur en/of aceton en/of methylamine en/of dichloormethaan) bereid en/of aangeschaft en/of vervoerd en/of doen vervoeren en/of gefinancierd en/of besteld en/of overgeladen en/of afgeleverd en/of voorhanden gehad, en/of
-een of meer auto('s) aangeschaft en/of verstrekt en/of ter beschikking gesteld en/of gehuurd en/of voorhanden gehad, en/of
-meermalen, althans eenmaal, (een) transport(en) (grondstoffen en/of halffabricaten en/of apparatuur en/of middelen vermeld op lijst I)verzorgd en/of begeleiden, en/of
- opzettelijk daartoe een of meer pand(en) gehuurd en/of ter beschikking gesteld en/of gefinancierd;
-contact gelegd en/of onderhouden met een of meer mededader(s) en/of een of meer leverancier(s) (van grondstoffen/of apparatuur ten behoeve van de productie van middelen vermeld op lijst I van de Opiumwet), en/of
-mobiele telefoons en/of een of meer andere communicatiemiddelen aangeschaft en/of verstrekt aan een of meer van zijn mededader(s), en/of
-ten behoeve van het verbergen en/of transporten van de MDMA een of meer meubel(s) gefabriceerd, gemonteerd en/of ontworpen;
4.
hij op een of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 8 september 2011 tot en met 3 juli 2014 te Borculo en/of Neede en/of Kortenhoef en/of Kockengen en/of Middelie en/of Edam en/of Putten en/of Nederhorst den Berg en/of Dedgum en/of Zeewolde en/of
Maartensdijk en/of elders in Nederland en/of België, als oprichter en/of leider en/of bestuurder, heeft deelgenomen aan een organisatie, welke organisatie bestond uit een samenwerkingsverband van hem, verdachte en een of meer perso(o)n(en), waaronder in elk geval [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 12] en/of [medeverdachte 11] en/of [medeverdachte 6] en/of [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 7] en/of [medeverdachte 10] en/of een of meer ander(en), welke organisatie tot oogmerk had het plegen van
- misdrijven als bedoeld in artikel 10 derde, vierde en vijfde lid van de
Opiumwet, te weten het bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of aanwezig hebben en/of vervaardigen en/of het binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van een of meer middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, en/of
- misdrijven als bedoeld in artikel 10a eerste lid van de Opiumwet, te weten het voorbereiden of bevorderen van een feit als bedoeld in het vierde of
vijfde lid van artikel 10.
Onder parketnummer
05/780113-16is aan verdachte ten laste gelegd dat
A.
hij op of omstreeks 21 mei 2014 te Abcoude, gemeente De Ronde Venen, althans in Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk gebruik heeft gemaakt van een niet op zijn naam
gesteld reisdocument en/of identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht, te weten een rijbewijs op naam van [naam 6] , geboren op [geboortedatum 2] te Zwaag, immers heeft hij, verdachte, zich bij een politiecontrole met dat rijbewijs gelegitimeerd;
en/of
B.
hij op enig moment in of omstreeks de periode van 1 maart 2014 tot en met 3 juli 2014
te Abcoude, gemeente De Ronde Venen, en/of Utrecht en/of Houten, althans in Nederland,
opzettelijk een (ten name van [getuige 2] ) gesteld rijbewijs, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele toebehoorde aan [getuige 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdacht, en welk goed verdachte als gevonden voorwerp, in elk geval anders dan door misdrijf, onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
althans indien het vorenstaande onder B niet tot een veroordeling mocht leiden:
hij op enig moment in of omstreeks de periode van 1 maart 2014 tot en met 3 juli 2014
te Amsterdam, althans in Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een rijbewijs (ten name van [getuige 2] ), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [getuige 2] , in elk geval aan een ander of anderen
dan aan verdachte;
althans indien het vorenstaande onder B niet tot een veroordeling mocht leiden:
hij op een of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 maart 2014 tot en met 3 juli 2014 te Abcoude, gemeente De Ronde Venen, en/of Utrecht en/of Houten en/of elders in Nederland, een (ten name van [getuige 2] ) gesteld rijbewijs, in elk geval enig goed, voorhanden gehad, terwijl hij wist, althans redelijkerwijs kon vermoeden, dat
dat rijbewijs, althans dat goed, door misdrijf was verkregen.
Bijlage zaaksdossier 1 – [adres 3] te Borculo
Bereiden en verwerken van synthetische drugs
Op 23 november 2013 omstreeks 00:45 uur is het perceel aan de [adres 3] in Borculo betreden en doorzocht. In een ruimte in de loods op dat terrein werden onder andere vijf omzettingsketels, diverse reactievaten, afscheiders en vacuümpompen aangetroffen. In een andere ruimte in dezelfde loods stonden drie in werking zijnde vriezers, gevuld met jerrycans en klemdekselvaten. Deze vaten waren alle gevuld met een vloeistof, onder andere een mengsel van aceton en ether. Een aantal jerrycans bleek gevuld te zijn met een vloeistof en MDMA‑kristallen. In de ruimte werden verder chemicaliën en drie omzettingsketels met bijbehorende elektromotoren, frequentieregelaars, koelspiralen en refluxen aangetroffen. [28]
Medewerkers van de LFO hebben beschreven dat op zolder een luchtafzuiger was geïnstalleerd en dat in een ruimte twee gaten in het plafond waren aangebracht zodat daar, ondanks het lagere plafond, een reactievat met twee, omhoog gerichte, koelspiralen kon worden opgesteld. Ook is er een schakelunit met vijf aansluitingen voor krachtstroom aangetroffen (de meeste aangetroffen apparatuur draaide op krachtstroom) en verder een slang, die rook naar safrol en/of PMK, die naar een afvoerput op het erf liep.
De LFO heeft geconcludeerd dat een groot deel van de aangetroffen productieapparatuur was gebruikt en restanten bevatte van onder andere safrol, isosafrolglycol, PMK en/of MDMA. Het werd zeer waarschijnlijk geacht dat omzettingsproductie heeft plaatsgevonden van safrol in PMK en van PMK in MDMA. Alle essentiële grondstoffen en apparatuur daarvoor waren aanwezig. [29]
Ook het NFI heeft onderzoek gedaan, waarbij is vastgesteld dat een groot deel van de onderzochte monsters MDMA en/of PMK en/of safrol en/of diverse gerelateerde syntheseverontreinigingen bevatten. Deze materialen zijn terug te voeren op de vervaardiging van PMK uit safrol via de permierenzuuroxidatie van isosafrol en de vervaardiging van MDMA door reductieve aminering van PMK. [30]
Getuige [getuige 3] , een buurman van het perceel aan de [adres 3] in Borculo , heeft verklaard wel eens vaten met chemicaliën te hebben gezien in de schuur. De eerste keer was in mei 2013. Op een sticker op een 50 litervat, stond dat het ging om mierenzuur. Het waren wel acht of tien vaten. Ook stonden er grote witte tanks met vloeistoffen, minimaal vier stuks. Nadat [getuige 3] twee of drie keer chemicaliën had gezien, heeft hij de politie gebeld. [31] Eind juli 2013 heeft [getuige 3] pallets met vaten ethanol in de schuur gezien. [32]
Op 23 november 2013 is er sporenonderzoek gedaan, waarbij in de schuur onder andere een gasmasker is aangetroffen (dat SIN AAGK6413NL heeft gekregen). [33] De binnenkant van dit masker is bemonsterd (welk monster is voorzien van SIN AAHF9045NL). [34] Dit monster is onderzocht door het NFI. In het rapport van 19 mei 2014 is geconcludeerd dat het gaat om een (onvolledig) DNA-profiel van een onbekende man. Het DNA-profiel van het celmateriaal matcht met de DNA-profielen in DNA-profielcluster 25559 en kan dus afkomstig zijn van dezelfde onbekende man. [35] In een rapport van 28 augustus 2014 staat aangegeven dat het DNA-profiel van [verdachte 1] deel uitmaakt van dit DNA-profielcluster. De kans dat het DNA-profiel van een willekeurig gekozen man matcht met het DNA-profiel van het onderzochte celmateriaal, is kleiner dan één op één miljard
. [36]
[medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij samen met [bijnaam 1] drie of vier keer in Borculo is geweest. [bijnaam 1] was dan in de schuur aan de gang. In de schuur stonden rvs-bakken. [medeverdachte 1] heeft ook verklaard dat hij wel kon nagaan dat er iets gemaakt werd, speed ofzo. Hij dacht dat omdat hij al die jerrycans naar binnen heeft gesleept. [37] [medeverdachte 1] is zelf twee of drie keer in de schuur geweest. Daar zag hij de bakken die hij zelf eerder had uitgeladen. [38] [bijnaam 1] vertelde hem dat hij daar spullen maakte, MDMA-spullen, die zooi, aldus [medeverdachte 1] . [39] Verder heeft [medeverdachte 1] verklaard dat hij de eerste keer bakken naar Borculo bracht en dat die daar bleven staan. Later bracht hij alleen nog jerrycans. Als hij nieuwe jerrycans bracht, waren die oude jerrycans weg. Hoeveel er precies van over was, weet hij niet meer. [bijnaam 1] deed meestal de deur open als [medeverdachte 1] jerrycans kwam brengen. Hij bracht elke keer hetzelfde type jerrycan. Ongeveer om de maand bracht hij spullen naar Borculo. Die stonden dan al klaar in Putten. [medeverdachte 1] heeft drie, misschien vier keer pallets naar Borculo gebracht. [40]
Aanwezig hebben van synthetische drugs
Op 23 november 2013 zijn door medewerkers van het NFI monsters genomen in de loods, waaronder een monster uit een witte bak met daarin circa 1,6 kg poeder en gele pillen met diverse logo’s. Dit monster, met nummer B1.34C, is onderzocht door de afdeling verdovende middelen van het NFI en bleek MDMA te bevatten. [41]
Voorbereidingshandelingen
De rechtbank verwijst naar de hierboven opgenomen bewijsmiddelen voor zover het gaat om de productie van PMK en de rol van [verdachte 1] daarbij.
Er is informatie ontvangen van de Federale Gerechtelijke Politie Leuven, inhoudende: sinds ongeveer drie jaar zijn bij NV [naam 4] , gevestigd in Leuven (hierna: [naam 4] ), regelmatig kleine hoeveelheden (5 liter) chemicaliën besteld en geleverd aan verschillende personen, die volgens een medewerker van [naam 4] handelden uit naam van één persoon met een uitgesproken Nederlands accent die zich voorstelde als [verdachte 1] . De modus operandi bestond er steeds uit dat de bestelling telefonisch werd geplaatst door één en dezelfde persoon die zich voorstelde als [verdachte 1] . Vervolgens kwam iemand anders de bestelling dezelfde dag of de dag daarna ophalen. De gebruikte voertuigen waren hoogstwaarschijnlijk huurvoertuigen. [42]
[naam 7] , verkoper bij [naam 4] , heeft verklaard dat er chemicaliën zijn besteld op naam van ‘ [verdachte 1] ’, met name methanol, mierenzuur en aceton. Het ging om wisselende hoeveelheden, soms 6 x 25 liter mierenzuur, soms een heel pallet van 24 x 25 liter. Er was een Aziaat, die is vijf tot tien keer gekomen om bestellingen op te halen, zo heeft [naam 7] verklaard. Hij stelde zich voor als iemand van [verdachte 1] . De man kwam meestal alleen, met een gehuurde auto, en deed dan ook de betaling. Na het tonen van de foto op p. 010472 heeft [naam 7] verklaard dat dit 100% de Aziaat is waarover hij heeft gesproken. [43] Die foto is van [medeverdachte 4] . [44]
[medeverdachte 4] heeft verklaard dat hij tot juli 2013 klussen voor anderen heeft gedaan, gedurende ongeveer een jaar tot anderhalf jaar. Op een zeker moment werd hem gevraagd of hij dingetjes wilde ophalen en afleveren die een ander dan bestelde. Dat ging om jerrycans, die ook bij [naam 4] in België moesten worden opgehaald. Aan hem is verteld dat er vloeistoffen in die jerrycans zaten. Hij had wel het vermoeden dat het niet pluis was. Hij heeft ook opdracht gekregen om de stickers van de jerrycans te halen. Twee keer heeft hij lege jerrycans teruggebracht naar [naam 4] . Daar kreeg hij statiegeld voor, wat met de volgende bestelling werd verrekend. [medeverdachte 4] heeft verder verklaard aceton en mierenzuur te hebben meegenomen. Dergelijke ritten naar België heeft [medeverdachte 4] meer dan drie, maar minder dan tien keer gedaan. Hij kreeg dan een telefoontje of een sms’je, op een prepaid Nokia die hij had gekregen. Die contacten waren maar met één persoon. Er stond ergens een busje klaar en dat moest hij daarna ook weer ergens langs de kant van de weg zetten. Dat was onder meer in Breukelen, Vinkeveen en Abcoude. Hij ging meestal alleen, op één keer na. Toen ging zijn opdrachtgever mee. In totaal heeft [medeverdachte 4] ongeveer € 2.000,- tot € 2.500,- voor deze werkzaamheden ontvangen. [medeverdachte 4] heeft zelf nooit bestellingen geplaatst. Hij heeft wel eens iets doorgegeven voor de volgende keer. De bestellingen gingen meestal per mail door de man die de spullen wilde hebben.
De naam van [medeverdachte 4] werd wel gebruikt voor het doen van bestellingen. De opdrachtgever deed dan de bestelling. Ook is een e-mailaccount op naam van [medeverdachte 4] daarvoor gebruikt. [45]
[medeverdachte 4] heeft tijdens een later verhoor verklaard dat [verdachte 1] zijn enige opdrachtgever was. [verdachte 1] gaf hem de opdrachten voor de ritten. [medeverdachte 4] heeft verklaard dat de persoon op de hem getoonde foto [verdachte 1] is. [46] De getoonde foto is van [verdachte 1] . [47]
Op 21 oktober 2013 plaatste ‘ [verdachte 1] ’ bij [naam 4] een grote bestelling van een aantal chemische producten. Het betrof de levering van:
- methyleenchloride 5 x 270 kg
- methanol 5 x 158 kg – 30 x 25 l
- mierenzuur 50 x 24 kg
- natrium hydroxide parels: 50 x 25 kg,
voor een totaalbedrag van € 16.247,45. [48]
[naam 8] , verkoper bij [naam 4] , heeft verklaard dat de werknemers van [naam 4] aanvoelden dat dit geen normale bestelling was. De bestelde producten konden gebruikt worden voor de productie van drugs. [49]
Op 28 oktober 2013 is een voorschot van € 6.000,- contant betaald. De betaler werd herkend als de persoon die eerder de telefonische bestellingen had geplaatst en zich voorstelde als ‘ [verdachte 1] ’.
Deze persoon wordt beschreven als:
- schijnbare leeftijd tussen 30 en 35 jaar
- ongeveer 1.85 m lang
- zwart krullend haar
- casual gekleed
- stoppelbaard
- uitgesproken Nederlands accent. [50]
[naam 7] , verkoper bij [naam 4] , heeft verklaard dat op 22 november 2013 een grote bestelling is afgehaald. Er zijn alleen natriumkorrels achtergebleven. De man op de aan [naam 7] getoonde foto (met nummer 7C), die aanwezig was bij het afhalen van de bestelling, heeft het resterende bedrag betaald. [51] Op de pagina die als ‘7C’ is aangeduid, staan foto’s van [medeverdachte 3] . [52]
[medeverdachte 3] heeft verklaard dat hij [verdachte 1] kent uit de gevangenis in Nieuwegein. Zij hebben ongeveer twee jaar samen vastgezeten. [verdachte 1] vroeg [medeverdachte 3] of hij een vrachtwagenchauffeur kon regelen om een vracht chemicaliën uit België op te halen. Twee dagen voordat de spullen opgehaald zouden worden, kwam [verdachte 1] naar [medeverdachte 3] . Hij had een lijstje met wat [medeverdachte 3] moest zeggen. De bestelling bleek gedaan op naam van [verdachte 1] . Het resterende bedrag, ongeveer € 10.000,-, kreeg [medeverdachte 3] mee en ook een bedrag van ongeveer € 800,- voor de chauffeur. [medeverdachte 3] heeft een chauffeur geregeld, maar deze heeft hij alleen tijdens het laden in België gezien. [medeverdachte 3] ging naar het bedrijf [naam 4] . De spullen zijn geladen, hij heeft betaald en is daarna achter de chauffeur aan naar Neede gereden. [53]
Een Belgisch observatieteam is gezien dat op 22 november 2013 om 11:50 uur een DAF vrachtwagen met Nederlands kenteken [kenteken 4] werd geladen bij [naam 4] . De vrachtwagen werd onmiddellijk gevolgd door een zwarte BMW X3 met Nederlands kenteken [kenteken 5] . De grensoverschrijdende observatie werd overgenomen door de Nederlandse politiediensten. [54]
Het Nederlandse observatieteam heeft gezien dat de DAF vrachtwagen met kenteken [kenteken 6] naar het adres [adres 2] in Neede reed en daar werd uitgeladen. Daar verscheen ook de eerdergenoemde BMW X3. De bestuurder maakte contact met de bestuurder van de vrachtwagen. Na het uitladen is de DAF vertrokken. Vervolgens verscheen er een kleinere vrachtwagen (Mercedes Benz, [kenteken 2] ), die werd ingeladen. Deze vrachtwagen reed naar de [adres 3] in Borculo , werd daar uitgeladen, ging terug naar Neede en toen weer naar dat adres in Borculo. [55]
Bij het lossen van de chemicaliën in Neede heeft [medeverdachte 3] alleen [verdachte 1] en [medeverdachte 2] gezien. Zij losten de vrachtwagen. [56]
[medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij in België is geweest, met [bijnaam 1] . Ze zijn ook drie of vier keer in Borculo geweest. [medeverdachte 1] moest daar jerrycans naartoe brengen. Dat had [bijnaam 1] allemaal geregeld. [57] Er zijn spullen van Middelie in Borculo beland. Die heeft hij ook daar naartoe gebracht. [58] Hij kreeg de opdrachten om dingen weg te brengen of op te halen van [bijnaam 1] . Vlak vóór de bouwvak van 2013 heeft [medeverdachte 1] een BlackBerry van [bijnaam 1] gekregen. [59] Hij mocht de telefoon alleen gebruiken om [bijnaam 1] of [medeverdachte 3] te bellen. Hij kreeg een berichtje met daarin een plaats waar hij naar toe moest gaan of iets wat hij moest doen. [60] De dag voordat Borculo werd opgerold, hebben [medeverdachte 2] en [bijnaam 1] nog spullen, grondstoffen, in Borculo neergezet. [61]
Bijlage zaaksdossier 2 – [adres 4] te Kortenhoef
Aanwezig hebben van synthetische drugs
Op 3 juli 2014 is de woning aan de [adres 4] in Kortenhoef doorzocht. Achter een deur van een bergruimte werd onder een houten vloer een plastic zakje met pillen aangetroffen. [62] Het betreffen 183 bruin/grijskleurige gleuftabletten met stempels van de tekens uit een kaartspel (AAHD7379NL). [63]
Daarnaast werden in een opslagruimte op de eerste verdieping in een nis twee beige/gele pillen (AAHD7375NL), vier paarse (AAHD7376NL) en 24 blauwe pillen (AAH7377NL) aangetroffen
(opmerking rechtbank: de beige/gele pillen worden in de beslaglijst wit genoemd. De paarse pillen worden in de beslaglijst roze genoemd). [64]
Deze pillen zijn onderzocht door het NFI. De uitkomst van dit onderzoek is dat de aangetroffen pillen de werkzame stof MDMA bevatten. De vier paarse pillen (AAHD7376NL) bevatten naast MDMA ook de werkzame stof 2C-B. [65]
Ter terechtzitting heeft [verdachte 1] verklaard dat hij de woning op 3 juli 2014 huurde en dat de aangetroffen pillen van hem zijn. [66]
Bijlage zaaksdossier 3 – [adres 11] te Kockengen
Voorbereidingshandelingen
De getuige [getuige 5] heeft verklaard dat hij op het adres [adres 11] in Kockengen woont. De schuur op het perceel is eigendom van zijn schoonvader en wordt door hem (zijn schoonvader) verhuurd aan [getuige 1] , die de schuur vanaf 16 februari 2012 weer heeft (onder)verhuurd aan [naam 9] . [getuige 5] zag steeds meer mensen bij de schuur. Rond augustus 2012 heeft [getuige 5] ene [verdachte 1] aangesproken over een grote vlek die onder de toegangsdeur van de schuur verscheen. [verdachte 1] vertelde dat de jongens die hier werkzaam waren soms een beetje makkelijk waren en dingen morsten. Als [getuige 5] een foto wordt getoond van [verdachte 1] herkent hij hem voor 100% als de man die zich [verdachte 1] noemde. Die man was soms dagelijks aanwezig maar soms een week of een paar dagen ook niet. [getuige 5] heeft ook een Aziatische man gezien, die in een witte bestelauto reed. [verdachte 1] zat hier ook wel eens in, aldus [getuige 5] . [getuige 5] heeft verder verklaard dat de schuur rond 30 juni 2013 weer was ontruimd. [67]
[getuige 1] heeft verklaard dat het huurcontract is ondertekend op 12 maart 2012. Daarbij was ook [verdachte 1] aanwezig, de chauffeur van [naam 9] . Deze [verdachte 1] kwam wel vaker bij de schuur, ook wel alleen. Na het tonen van een foto van [verdachte 1] verklaart [getuige 1] dat dit degene is die zich [verdachte 1] noemde. [getuige 1] heeft ook nog een ventje gezien met een beetje Aziatisch uiterlijk. Die reed meestal in een gehuurde auto van het verhuurbedrijf Kapper [getuige 6] . Na het tonen van een foto van [medeverdachte 4] heeft [getuige 1] verklaard dat hij de Aziatische persoon voor 100% herkent van die foto. [getuige 1] heeft ook een chemisch geurtje geroken. [68]
[naam 9] heeft verklaard dat hij [verdachte 1] ongeveer 1,5 à 2 jaar geleden heeft leren kennen. Als de politie aan [naam 9] een foto toont (SKN [nummer 7] ) dan herkent hij deze man als de [verdachte 1] die hij bedoelt. [69] De man op de foto is [verdachte 1] . [70] [naam 9] heeft verder verklaard dat hij door [verdachte 1] is gevraagd een loods op zijn naam te zetten omdat [verdachte 1] dat niet kon in verband met de belastingen. [naam 9] zou hier € 400,- per maand voor krijgen. [71] [naam 9] heeft verklaard dat [verdachte 1] het huurcontract meenam na de ondertekening. De huur werd wel door [naam 9] voldaan, maar uiteindelijk betaalde [72]
Getuige [getuige 6] heeft een autoverhuurbedrijf genaamd Kapper [getuige 6] in Amsterdam. Hij heeft verklaard dat een man met een Chinees uiterlijk genaamd [medeverdachte 4] een keer of vijf à zes bij hem een zogeheten bakwagen heeft gehuurd. [getuige 6] heeft wel eens een soort chemicaliëngeur opgemerkt na de verhuur van een auto aan [medeverdachte 4] . Er was gemorst op de vloer. Het was een soort zwart mengsel. Een soort teer. [73] Uit facturen van de huur volgt dat op naam van [medeverdachte 4] tussen 11 april 2012 en 15 juli 2013 twaalf maal bij dit verhuurbedrijf een voertuig is gehuurd. [74]
Bij het sporenonderzoek is een peuk (SIN AAGV8760NL) aangetroffen in de schuur achter de woning. [75] Het verkregen DNA-profiel matcht met een profiel dat is geregistreerd onder DNA-profielcluster 30424. De kans dat het DNA-profiel van een willekeurige andere persoon dan [medeverdachte 4] is, is kleiner dan één op één miljard. [76]
[medeverdachte 4] heeft verklaard dat [verdachte 1] zijn enige opdrachtgever was. Het ging dan om ritjes als het ophalen van bestellingen en dergelijke. [77]
[verdachte 1] heeft verklaard dat de zaak Kockengen een apart dossier zou moeten zijn waarin [medeverdachte 4] hem heeft geholpen. Als hij over Kockengen praat dan praat hij over zijn winkel. [78]
Bijlage zaaksdossier 4 – [adres 5] te Middelie
Verwerken van synthetische drugs
Op 3 juli 2014 heeft op de [adres 5] in Middelie een doorzoeking plaatsgevonden, waarbij een lege ruimte in de opslagruimte aan de achterkant van het pand is onderzocht. Die ruimte leek recentelijk te zijn ontruimd. Verbalisanten hebben op de vloer, de wanden en diverse houtdelen restanten van wit en blauw poeder aangetroffen. Op de vloer zagen zij vormen in poeder die waren ontstaan omdat er iets had gestaan tijdens het verspreiden van het poeder door de ruimte. Verder zijn twee zakken met poeder aangetroffen. Diverse plaatsen en voorwerpen, waarop poeder zichtbaar was, zijn bemonsterd. [79]
Op 12 augustus 2014 heeft opnieuw een doorzoeking plaatsgevonden. In het
proces-verbaal van doorzoeking is door een verbalisant, die ook op 3 juli 2014 bij de doorzoeking aanwezig was, vermeld dat de situatie sindsdien onaangeroerd leek. In het proces-verbaal is opgenomen dat de huurder [medeverdachte 11] heeft verklaard dat hij die ruimte ook niet had opgeruimd. [80] Op de vloer van de schuur zijn poeder en tabletten, beide van verschillende kleuren, gevonden. Ook op balken naast de ingang is wit poeder aangetroffen. [81]
Het NFI heeft na onderzoek geconcludeerd dat een twintigtal van de op 12 augustus 2014 genomen monsters positief testten op MDMA. Het gaat om monsters van op de vloer aangetroffen poeder, blauwe en bruine pillen met dolfijnlogo en diverse brokjes. Daarnaast is geconcludeerd dat het aangetroffen witte poeder op de vloer en de balken vrijwel uitsluitend vul- en hulpstoffen bevat, welke stoffen gebruikt worden bij de vervaardiging van tabletten. [82]
[medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij ongeveer een maand vóór zijn aanhouding
(opmerking rechtbank: op 3 juli 2014)samen met [verdachte 1] in Middelie is geweest om spullen weg te halen. Daar stonden onder andere ‘tikmachines’ voor pillen. Die pillen werden daar gemaakt. Er was ook een hele grote man aanwezig. Als [medeverdachte 1] het goed heeft, maakte hij daar de spullen. [83] [verdachte 1] heeft gezegd dat de man die in Middelie woont de pillen daar maakte. [84]
De bestelbus met de in Middelie opgehaalde spullen is neergezet aan de [adres 6] in Putten. [85] [medeverdachte 1] heeft verklaard dat die spullen van [bijnaam 1] waren en dat het niet naar diens zin ging. De machines die aan de [adres 6] in de bus zijn aangetroffen, komen daar vandaan. [86] De machine was gebruikt. De machine was helemaal stoffig en er zat troep op. Het was geen schone machine, geen nieuwe. En er lag allemaal poeder op de grond. Het was blauw poeder dat ook op de tikmachine zat. Op alles wat je aanraakte, zat stof, aldus [medeverdachte 1] . [87] [medeverdachte 1] heeft € 150,- gekregen van [verdachte 1] . [88]
Op 3 juli 2014 is in de laadruimte van een Mercedes Sprinter bus, die op het plein in het midden van het perceel [adres 6] in Putten stond, een tabletteermachine aangetroffen. De tabletteermachine was voorzien van bovenstempels met het logo van een dolfijn. De machine en de elektromotor bevatten restanten poeder. [89]
Het NFI heeft op 21 september 2015 een rapport uitgebracht waarin de resultaten van vergelijkend onderzoek zijn opgenomen van MDMA-grondstoffen en XTC-tabletten die op de diverse locaties zijn aangetroffen. Er is onderzoek gedaan naar chemische en fysische relaties tussen de MDMA-grondstoffen en XTC-tabletten (bijlage 1), naar tabletten en tabletteerstempels (bijlage 2) en naar indicaties voor de gebruikte vervaardigingsmethode (bijlage 3). Geconcludeerd is dat de resultaten van dat onderzoek zeer veel waarschijnlijker zijn als de XTC-tabletten (voorzien van een gleuf en kleur grijs) die in Middelie en Zeewolde zijn gevonden, afkomstig zijn van dezelfde productiepartij, dan als deze XTC-tabletten uit verschillende productiepartijen afkomstig zijn. [90]
Bijlage zaaksdossier 5 – N247 te Edam
Aanwezig hebben van synthetische drugs en voorbereidingshandelingen
Op 23 juni 2013, rond 01.47 uur, zagen verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4] op de provinciale weg, de N244, in Purmerend vanaf het industrieterrein De Baanstee een zwarte Volvo model station rijden. Op een afstand van ongeveer 100 meter van de Volvo, zagen verbalisanten een witte bestelauto, een Volkswagen Caddy, met kenteken [kenteken 1] (hierna: de VW Caddy), rijden. Beide voertuigen kwamen vanuit de Magneet in Purmerend gereden en reden in de richting van Volendam. De VW Caddy stond sinds 22 april 2013 op naam van [medeverdachte 4] en werd, toen het voertuig werd gecontroleerd, ook door hem bestuurd. [91]
Verbalisant [verbalisant 3] rook een specifieke zoete geur uit het voertuig. Achter de bestuurdersstoel in de bestuurders- en passagierscabine stond een plastic boodschappentas, die was gevuld met lichtbruin gekleurde brokken. [92]
Op 23 juni 2013 heeft LFO-expert [naam 2] een onderzoek uitgevoerd in de VW Caddy. Bij het openen van het voorportier rook hij direct een zoete, typische, geur die hij herkende als een geur die past bij MDMA. De plastic tas bevatte 1,58 kg lichtbruine kristallen. Van deze kristallen is een monster genomen (SIN AADS6694NL)
. [93]
Het NFI heeft onderzoek gedaan naar deze door [naam 2] veiliggestelde en bemonsterde kristallen. De kristallen bevatten MDMA. [94]
In de laadruimte van de VW Caddy stonden diverse jerrycans. Verbalisant [verbalisant 3] zag dat de jerrycans vochtig waren en dat er druppels vloeistof op zaten. [95]
LFO-expert [naam 2] heeft aan deze jerrycans onderzoek verricht. [naam 2] rook in de laadruimte direct een sterke geur die hij herkende als een geur die past bij aan safrol verwante verbindingen. [96] Hij heeft een zevental jerrycans bemonsterd (SIN AAEI0426NL tot en met AAEI0432NL) en die monsters ingezonden aan het NFI. [97]
Het NFI heeft onderzoek gedaan naar deze monsters. De inhoud van alle jerrycans (een gele olieachtige vloeistof of een oranjebruine olieachtige vloeistof met kleurloze vloeistofdruppels en crèmekleurig bezinksel) bevatte PMK en lage concentraties isosafrol en safrol. [98]
Het NFI heeft de zeven monsters uit de jerrycans nogmaals onderzocht en een waarschijnlijkheidsoordeel geformuleerd aan de hand van de volgende hypotheses:
Hypothese 1: het overgrote deel van het onderzoeksmateriaal (AAEI0426NL tot en met AAEI0432NL) is het (eind)product van de productie van PMK; en
Hypothese 2:het overgrote deel van het onderzoeksmateriaal (AAEI0426NL tot en met AAEI0432NL) is afval van de productie van PMK.
Beschreven is dat de monsters (AAEI0426NL tot en met AAEI0432NL) grotendeels bestaan uit PMK. De samenstelling van de monsters ondersteunt in sterke mate de hypothese dat deze materialen het (eind)product bevatten van de productie van PMK, zeer waarschijnlijk verkregen uit de perzuuroxidatie van isosafrol. Het materiaal is in chemische zin niet als afval van de productie van PMK te classificeren, maar als product van de synthese van PMK en grondstof voor de vervaardiging van onder andere MDMA. [99] Het NFI concludeert dat de resultaten van hun onderzoek extreem veel waarschijnlijker zijn als het overgrote deel van het onderzoeksmateriaal het (eind)product van de productie van PMK is dan als het overgrote deel van de onderzoeksmaterialen afval is van de productie van PMK. [100]
De rechtbank gaat er vanuit dat de PMK in de jerrycans bedoeld was als grondstof voor de productie van MDMA, wat ook niet is betwist.
In de laadruimte is in een plastic tas een gasmasker aangetroffen. [101] Dit volgelaatsmasker was gebruiksklaar en had gekoppelde filterpatronen. [102] Het masker is bemonsterd aan het mondgedeelte aan de binnenzijde (SIN AAEQ2539NL). [103] Het NFI heeft dit monster onderzocht. Het DNA-profiel van het celmateriaal van het monster matcht met de
DNA-profielen uit DNA-profielcluster 25559. [104] Dat wil zeggen, dat de kans dat het
DNA-profiel van een willekeurig gekozen man matcht met dit DNA-profiel, kleiner is dan één op één miljard. Het DNA-profiel van [verdachte 1] maakt deel uit van het DNA‑profielcluster 25559. [105]
[medeverdachte 4] heeft verklaard dat [verdachte 1] zijn enige opdrachtgever was. [106] Op 23 juni 2013 kreeg hij ’s avonds van [verdachte 1] de opdracht om een busje op te halen op een bedrijventerrein in de buurt van Edam, in de buurt van waar hij later werd aangehouden. [107] [medeverdachte 4] zou dat busje terugbrengen naar een parkeerplaats bij het Amstel Park. Hij moest daar dan de autosleutel overdragen aan [verdachte 1] . [verdachte 1] en hij zijn van Amsterdam richting Edam gereden. Ze reden in de zwarte Volvo van [verdachte 1] naar een bedrijventerrein in Edam (
rechtbank: [medeverdachte 4] bedoelt hier Purmerend. Edam, Volendam en Purmerend liggen vrijwel naast elkaar). Daar stond de VW Caddy al klaar. [medeverdachte 4] is toen in de VW Caddy gestapt en weggereden in de richting van Amsterdam. Ongeveer vijf minuten na vertrek werd hij aangehouden door de politie. [108]
[medeverdachte 4] weet niet meer hoe hij de opdracht van [verdachte 1] kreeg. Normaal gesproken ging dat via de BlackBerry. Hij kreeg dan een sms‑bericht voor een klus. Hij kreeg alleen sms’jes van [verdachte 1] . [109] [medeverdachte 4] heeft de BlackBerry van [verdachte 1] gekregen. Volgens hem stonden er nog andere namen in van personen met wie hij contact kon opnemen als hij [verdachte 1] niet kon bereiken. [110]
[medeverdachte 4] heeft verder verklaard dat [verdachte 1] op 23 juni 2013 de VW Caddy heeft geleend. Eigenlijk was de VW Caddy niet van [medeverdachte 4] . Alleen het kenteken stond op zijn naam. [verdachte 1] had de auto aangeschaft zodat [medeverdachte 4] er ritjes mee kon maken. [medeverdachte 4] weet niet wie allemaal gebruikmaakte van de auto. [verdachte 1] reed er zelf ook in. [111]
[medeverdachte 4] heeft gezien dat er jerrycans in de VW Caddy stonden. Er zaten vloeistoffen in. Hij denkt dat het te maken had met de productie van XTC. Hij denkt dat dat wel duidelijk was, omdat eerder in Baarn een XTC‑lab is opgerold waar [verdachte 1] ook bij betrokken was. Voor hem was één en één gewoon twee. Afgesproken was dat [verdachte 1] in de Volvo voor [medeverdachte 4] uit zou rijden naar Amsterdam. Enkele minuten vóór de aanhouding had hij voor het laatst contact met [verdachte 1] . [112]
Op een onder [medeverdachte 4] in beslag genomen telefoon is WhatsApp-berichtenverkeer aangetroffen. De ex-vriendin van [medeverdachte 4] uit in een WhatsApp-wisseling op
21 juni 2013 haar onvrede over dat [medeverdachte 4] te weinig tijd heeft voor hun zoon en dat dit te lang duurt. Vanaf de onder [medeverdachte 4] in beslag genomen telefoon wordt daarop – voor zover hier relevant – geantwoord: ‘
Het loopt nu niet zoals het hoort te lopen. Het plan was om max 2 weken te werken, maar zo’n project kan je niet halverwege stoppen. Ik loop nu echt op mn laatste adem. Hou het niet lang meer vol. Werk al weken bijna klokje rond’. [113]
Geconfronteerd met dit WhatsAppgesprek, verklaarde [medeverdachte 4] dat hij die twee weken voor [verdachte 1] paraat moest staan. Hij wist dat er geproduceerd zou worden in die weken en dat hij stand-by moest staan voor klusjes. [114]
Bijlage zaaksdossier 6 – [adres 6] te Putten
Voorbereidingshandelingen
[verbalisant 4] van de LFO heeft beschreven dat hij op 3 juli 2014 in een loods (loods 1) aan de [adres 6] in Putten apparatuur, chemicaliën en afvalstoffen heeft aangetroffen die kunnen worden gerelateerd aan de productie van synthetische drugs en precursoren. Er stonden onder andere veertien blauwe 200 litervaten, waarvan er negen leeg en vijf vol waren, een industriële koelunit, een 1.500 liter zelfbouw reactievat van roestvrijstaal, tientallen vaten en jerrycans met vloeistof, een elektrische verwarmingsspiraal, een kunststof 600 liter
opslagtank-mengtank-afscheider, een IBC geheel gevuld met 1.000 liter afval, vijf metalen 200 liter‑vaten, twee rvs reactieketels, een manifold met een aansluiting voor slangen, een houten kist met onder andere flessen cyclohexilamine, nitro‑ethane, zakken granucol, zakken actieve kool, flessen methylformamide, kwikchloride, stukjes aluminiumfolie, een rol aluminiumfolie en een emmer actieve carbon, een houten kist met laboratorium materialen zoals koelspiraal, rondbodemkolf en trechter, een rvs zelfbouw koelunit en een zelfbouw transport-mengtank, een rvs reactievat, vier vriezers met in iedere vriezer drie 60 liter blauwe klemdekselvaten met daarin restanten MDMA‑kristallen en aceton, achttien bruine zakken met elk 25 kg ammoniumchloride, een kartonnen doos met vier 5 liter jerrycans, met opschrift ‘Chloroform’, een witte 30 liter jerrycan met opschrift 96% ethanol, zesentwintig blauwe 50 litervaten (gevuld met een mengsel van isopropanolammoniak‑oplossing, dat gebruikt kan worden voor de productie van amfetamine via reductieve aminering), een houten krat gevuld met achttien 25 liter‑jerrycans (opschrift ‘waterstofperoxyde’ of ‘mierenzuur’, allemaal gevuld) en een houten krat gevuld met drie 25 liter zwarte jerrycans (met opschrift ‘zwavelzuur’, vol). [115]
Het NFI heeft onderzoek gedaan naar de in deze loods aangetroffen voorwerpen. Een deel van de monsters bevatte PMK en/of diverse daaraan gerelateerde syntheseverontreinigingen. Daarnaast is er mierenzuur, waterstofperoxide, aceton en zwavelzuur aangetroffen en volle 200 liter drums met waarschijnlijk dichloormethaan. Deze materialen zijn terug te voeren op de vervaardiging van PMK uit isosafrol door middel van permierenzuuroxidatie. De stoffen MDMA, PMK, gereduceerd PMK, methylamine, natriumboorhydride, methanol, isopropanol, aceton en zoutzuur zijn in een deel van de monsters aangetoond. Dit is terug te voeren op de vervaardiging van MDMA-HCL uit PMK met de reductieve amineringsmethode waarbij natriumboorhydride is gebruikt (de zogeheten koude methode).
Er zijn ook nog andere stoffen gevonden die een meer algemeen gebruik hebben in de chemie, maar ook kunnen worden gebruikt voor het maken van 2C-B en amfetamine. [116]
In een andere loods (loods 2) werden benodigdheden voor kristallisatie, drogen, mengen en tabletteren aangetroffen. [117] Het gaat onder andere om pallets met tientallen volle jerrycans (met afval), tien speciekuipen besmet met MDMA, een cementmixer, een kartonnen doos met elf flessen bio-ethanol, twee zakken melkpoeder, achtentwintig zakken glucosesiroop, een vrieskist (die naar aceton rook), een droogkast, twee Santos granuleermachines, meerdere dozen met houten stempels en matrijzen, een emmer, een instelwiel van een tabletteermachine, een stofkap voor een tabletteermachine, twee emmers met daarin diverse handschoenen, mondkapjes en gripzakjes, en een witte emmer gevuld met diverse zeven voor de granuleermachine-crusher. [118]
Het NFI heeft ook de goederen uit loods 2 onderzocht en geconcludeerd dat in het onderzoeksmateriaal MDMA, amfetamine, metamfetamine, BMK, APAAN en zwavelzuur is aangetoond. Een groot deel van het materiaal is gerelateerd aan de bewerking (in de vorm van tabletteren) van MDMA en de vervaardiging van BMK uit APAAN met gebruikmaking van zwavelzuur. [119]
[verbalisant 4] heeft verder gerelateerd dat hij op het terrein in Putten een Mercedes Benz bestelauto met kenteken [kenteken 2] zag staan. Hij heeft onderzoek gedaan in de laadruimte en daar een tabletteermachine en een granuleermachine aangetroffen. [120]
Het perceel [adres 6] 1b te Putten is eigendom van [getuige 7] , die heeft verklaard dat [medeverdachte 2] vertelde dat hij partijhandel deed en opslagruimte zocht. [medeverdachte 2] huurde vanaf juli 2013 en betaalde de huur van € 450,- zelf aan [getuige 7] . Iedere maand contant, maar soms een paar maanden vooruit. [121] [getuige 7] is een maand of twee eerder
(opmerking rechtbank: het verhoor vond plaats op 15 juli 2014)in de loods geweest en zag toen onder meer een grote hoeveelheid jerrycans, houten kisten, een groot 1.000 litervat en een grote plas hydrauliekolie. Er hing een weeïge lucht. [122] [getuige 7] heeft [medeverdachte 1] daar vaak met de Suzuki gezien of hij kwam met zijn vader en ging dan samen met zijn vader met de Mercedes‑bus weg. De bus stond sinds oktober/november 2013 regelmatig op het erf geparkeerd, aldus [getuige 7] . [123]
[getuige 7] heeft, na het tonen van een foto (SKN [nummer 7] ), verklaard dat hij die man meerdere keren op het erf heeft gezien. [124] De getoonde foto is van [verdachte 1] . [125] [medeverdachte 2] vertelde dat hij veel zaken deed met deze man. Als de man kwam, was hij altijd samen met [medeverdachte 2] . Dat was een keer of vijf. [getuige 7] had de indruk dat deze man vér boven [medeverdachte 2] stond bij het zakendoen, omdat hij de lakens uitdeelde richting [medeverdachte 2] . [getuige 7] had het idee dat [medeverdachte 2] met deze man ook alles overlegde over de verhuur van de loods. Hij denkt dat hij de man voor het eerst heeft gezien in september 2013. Na het tonen van een foto van de Mercedes bestelbus heeft [getuige 7] verklaard dat [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] gebruikmaakten van deze bus. Ook de man op de foto ( [verdachte 1] ) kwam de bus een keer terugbrengen. Hij was toen alleen. [126]
[medeverdachte 2] heeft verklaard dat hij twee loodsen en een garage huurde bij de boer aan de [adres 6] . Dat was sinds een maand of zes, zeven, maar de laatste loods huurde hij pas sinds twee of drie maanden. In één loods stond zijn aanhanger en een kastje, in de andere stonden jerrycans en troep, bakken en een grote koelmachine. [127] [medeverdachte 2] heeft ook verklaard dat hij na wat er gebeurd was in Borculo meerdere keren van andere plekken spullen heeft opgehaald en weggebracht met de vrachtwagen. Hij is doorgegaan voor het geld. [128] In Putten werd de bus bijvoorbeeld geladen. Die bracht [medeverdachte 2] dan naar een parkeerplaats in Amsterdam. Daar werd de bus meegenomen. Bijvoorbeeld leeggegooid of volgegooid. Dan kwamen ze weer naar hem toe. Dan pakte hij de bus en ging hij weer weg. Dus hij is bij meerdere plekken geweest. [129]
[medeverdachte 1] heeft over de [adres 6] verklaard dat dat de opslagplek was. Daar werden spullen neergezet en weer weggehaald. Dat deed iedereen. [medeverdachte 1] denkt dat [bijnaam 1] het huurde. Pa kwam daar en die deed de betalingen. Zijn vader kreeg geld en dan deed hij de betalingen, aldus [medeverdachte 1] . [130] Hij kwam er zelf niet echt dagelijks, maar soms een paar dagen wel en dan een paar dagen niet, dan een week of een maand niet. [medeverdachte 1] heeft vaak gezien dat er dingen waren weggehaald of gebracht. Dan waren er weer bakken weg of stonden er bakken of spullen bij. [131] In de grote loods stonden houten kratten met jerrycans. IJzeren bakken stonden er af en toe en een beetje elektraspullen en ook een pompwagen en een vriesmachine, aldus [medeverdachte 1] . Hij heeft er zelf ook ijzeren bakken en grondstoffen neergezet. Ook stonden er spullen uit Dedgum en Middelie. [medeverdachte 1] heeft sowieso aceton zien staan. [132]
[medeverdachte 1] heeft, toen hij werd verhoord over de locatie in Middelie, verklaard dat hij ongeveer een maand vóór zijn aanhouding op die locatie ergens achter Volendam is geweest. Hij is samen met zijn vader naar een parkeerplaats bij Volendam gereden. Zijn vader heeft daar gewacht. [medeverdachte 1] heeft samen met [bijnaam 1] spullen opgehaald en in de bus gezet. Hij is daarna samen met [bijnaam 1] andere dingen gaan doen en zijn vader is met de bus teruggereden naar Putten en heeft die spullen op de [adres 6] neergezet. [133] [bijnaam 1] heeft [medeverdachte 1] gevraagd om die spullen op te halen. Het ging niet naar zijn zin. Het ging om een tikmachine, een paar kuipen en zakken met poeiertroep. Er stonden ook nog twee droogkasten. Het zijn de spullen die in het bij‑schuurtje aan de [adres 6] zijn gevonden. En ook de machines die door de politie in de bus zijn gevonden. Pa heeft de spullen aan de [adres 6] , in z’n eentje, uitgeladen. [medeverdachte 1] wist precies waar het stond. Hij en zijn vader hebben allebei € 150,- gekregen. [134] Dat betaalde [bijnaam 1] . [135]
[verdachte 1] heeft verklaard bij de opslag bij de eierboer in Putten een hele partij blauwe tonnen te hebben gezien, toen hij samen met [medeverdachte 1] spullen in Friesland had afgeleverd. [136]
Bijlage zaaksdossier 7 – [adres 7] te Nederhorst den Berg
Bereiden/vervaardigen van synthetische drugs, aanwezig hebben van synthetische drugs en voorbereidingshandelingen
[adres 7] in Nederhorst den Berg is een bedrijfsverzamelgebouw, waarin diverse bedrijven zijn gevestigd. De sub‑nummering van dit bedrijfspand is de laatste jaren gewijzigd.
[adres 7] bestaat uit twee ruimtes, oorspronkelijk aangeduid als [adres 7] [nummer 5] en [adres 7] [nummer 6] . In een later stadium zijn deze bedrijfspanden opnieuw genummerd. [adres 7] [nummer 5] kreeg het nummer [adres 7] -15 en [adres 7] [nummer 6] kreeg het nummer [adres 7] -13 . [adres 7] -13 en [adres 7] -15 hebben inpandig – zowel op de beneden- als bovenverdieping – een open verbinding. Op 3 juli 2014 heeft er een doorzoeking plaatsgevonden. De verbalisanten hebben daarbij [adres 7] -13 en [adres 7] -15 samen als [adres 7] aangeduid, omdat eerst werd verondersteld dat het om één pand ging. [137]
Naast [adres 7] -13 en [adres 7] -15 (door verbalisanten dus ook aangeduid als [adres 7] ), bevindt zich [adres 7] -12 , waar het bedrijf StayFast BV dan wel [naam 13] van Dirk [medeverdachte 7] (hierna: [medeverdachte 7] ) is gevestigd. [138]
Per 1 april 2014 zijn [adres 7] -13 en [adres 7] -15 door [naam 11] , vertegenwoordigd door [naam 12] , verhuurd aan [naam 13] , vertegenwoordigd door [medeverdachte 7] . [139] [naam 12] heeft verklaard dat hij vanaf 1 april 2014 beide panden als één geheel heeft verhuurd aan [medeverdachte 7] voor € 2.200,- exclusief BTW per maand. [140] Op 24 maart 2014 was [naam 12] voor het laatst in [adres 7] -13 en [adres 7] -15 voor het tekenen van het huurcontract. Hij was daar met [medeverdachte 7] . Ze hebben toen op de benedenverdieping van [adres 7] -15 gestaan. De ruimte was toen nog helemaal open. Boven was het leeg. [141] Tijdens het tekenen van het huurcontract op 24 maart 2014 heeft [medeverdachte 7] [naam 12] gevraagd of hij ermee akkoord ging dat hij in het gehuurde een tussenmuur zou verplaatsen. [142]
Bij de doorzoeking op 3 juli 2014 bleek dat de ruimte [adres 7] -15 door middel van een muur in tweeën was gedeeld. [143] Op de begane grond van [adres 7] -15 , werd een productieplaats voor synthetische drugs aangetroffen. Deze plek, door de recherche ook wel als ‘garagebox’ aangeduid, was geheel ommuurd en was met een deur in deze muur verbonden met de rest van [adres 7] [nummer 2] . Er was ook een verbinding naar buiten door middel van een roldeur aan de straatkant. [144]
In deze ruimte werden aangetroffen: [145]
  • 9 in werking zijnde diepvrieskisten (-22/-23 graden Celsius), met daarin 8 x 3 klemdekselvaten en 1 x 1 klemdekselvat van 60 liter, vermoedelijk met daarin een mengsel van MDMA-olie, aceton en zoutzuur;
  • een afzuigunit in werking, voorzien van een lange flexibele slang. De slang was aan het eind aangesloten op een verrijdbare steun ten behoeve van puntafzuiging van de aanwezige diepvrieskisten;
  • 5 klemdekselvaten van 60 liter, ieder vermoedelijk gevuld met een mengsel van MDMA‑olie, aceton en zoutzuur;
  • een groot aantal rechthoekige kunststoffen bakken, met afmetingen van 28 x 32 x 34 cm, volgens de LFO-expert gebruikt ten behoeve van kristalliseren (gezien de resten MDMA‑kristallen);
  • een grote rechthoekige rvs reactieketel met rvs destillatiekolom, gevuld met ongeveer 1 liter olieachtige vloeistof, met de geur van methylamine;
  • een aantal rvs koelers en opzet/verloopstukken ten behoeve van de rvs reactieketel;
  • een groot aantal vacuümpompen, zowel los als ingebouwd in kastjes;
  • een groot aantal frequentieregelaars;
  • 3 gebruikte laboratorium roermotoren;
  • 3 vierkante rvs opvangbakken, waarvan 1 gebruikt en 2 nieuw;
  • 2 IBC’s van 100 liter, voorzien van een trechter: vermoedelijk voor de opvang van kristallisatieafval van de klemdekselvaten uit de vriezers;
  • 2 grote kunststoffen bakken inhoudende twee met beige kristallen vervuilde hoeslakens (ten behoeve van het filtreren van MDMA-kristallen uit het kristallisatie mengsel);
  • een elektrische verwarmingsmantel van 20 liter;
  • gebruikt laboratorium glaswerk, onder andere een 20 liter 3-hals rondbodemkolf, een spiraal koeler, en diverse verloop/opzetstukken;
  • veiligheidsmiddelen: een vol- en een halfgelaatsmasker;
  • 2 vaten van Cryotrans met vloeibare stikstof (-196 graden Celsius);
  • diverse verpakkingen met chemicaliën:
  • 3x 60 liter klemdekselvaten met methylamine, 25 x 25 liter jerrycans met methylamine en 2 x 5 liter jerrycans met methylamine (in totaal 815 liter);
  • 16 x 25 liter jerrycans met aceton (in totaal 400 liter);
  • 7 x 60 liter jerrycans, met zoutzuur (één daarvan in een vriezer ), 2 x 25 liter jerrycans, met zoutzuur (één daarvan in een vriezer) (in totaal 470 liter);
  • 2 x 25 liter jerrycans met methanol (in totaal 50 liter);
  • 1 x 25 liter jerrycan met dichloormethaan.
De LFO-expert heeft monsters genomen van de aangetroffen kristallen en van de verschillende vloeistoffen, waaronder de vloeistoffen in de diverse klemdekselvaten en restanten van vloeistoffen in apparatuur. [146]
Het NFI heeft geconcludeerd dat in de monsters onder meer de volgende stoffen aanwezig waren: MDMA in aceton, MDMA‑base, methylamine (in water en methanol), lage concentraties MDMA in methanol, lage concentraties PMK, een afbraakproduct van natriumboorhydride, aceton, methanol, zoutzuur, gereduceerd PMK in methanol, isosafrol en safrol in dichloormethaan. [147] Volgens het NFI zijn de aangetroffen stoffen terug te voeren op de vervaardiging van MDMA uit PMK met een reductieve amineringsmethode, waarbij natriumboorhydride als reductiemiddel is gebruikt. [148] De geschatte totale opbrengst op deze locatie bedraagt circa 168 kg MDMA (als MDMA-hydrochloride met kristalwater). [149] Het reactiemengsel L28 (vijf 60 liter klemdekselvaten met in elk vat 40 liter vloeistof) en het kristallisatiemengsel L6 (één 60 liter klemdekselvat in een diepvrieskist, gevuld met 40 liter vloeistof en 180 g bruine kristallen) hadden nog omgezet kunnen worden in circa 14 kg MDMA (als MDMA-hydrochloride met kristalwater). [150]
De LFO-expert concludeert dat, gezien de aangetroffen hoeveelheid chemicaliën en de aanwezige en gebruikte productiemiddelen, al enige tijd sprake is van een professionele productielocatie van synthetische drugs, met name gericht op de vervaardiging van MDMA uit PMK door middel van de zogeheten koude methode (door middel van reductieve aminering). [151]
De bovenverdieping bestond uit twee afzonderlijke ruimtes. [152] Op de bovenverdieping van [adres 7] -13 was in een ruimte een gedeelte met kamerschermen afgezet. In deze afgezette ruimte werden onder meer twee sealapparaten, een geldtelmachine en een weegschaal aangetroffen. [153] De andere ruimte van de bovenverdieping was nagenoeg leeg en leek niet in gebruik te zijn. [154] In de afgezette ruimte van [adres 7] -13 werden bruine brokken/kristallen aangetroffen (beslagcode T.04.16). [155] Het gewicht daarvan bedroeg 11,29 kg. Deze brokken/kristallen zijn bemonsterd (AAGW0140NL). [156] Dit monster is onderzocht door het NFI. Geconstateerd is dat het monster MDMA bevat. [157] In tweede instantie is het gewicht van de aangetroffen MDMA bepaald op 11,25 kg. Opnieuw is een monster daarvan ingezonden naar het NFI (AAHB4567NL). Het NFI heeft geconstateerd dat het monster MDMA bevat. [158] De rechtbank gaat er in het voordeel van verdachten vanuit dat 11,25 kg MDMA is aangetroffen.
Betrokkenheid van verdachten
In de productieplaats werd door medewerkers van de forensische opsporing een halfgelaatsmasker aangetroffen. Dit masker is bemonsterd op speekselsporen (AAHE6554NL). [159] Het NFI heeft dit monster onderzocht. Het DNA-profiel van het celmateriaal in het monster matcht met de DNA-profielen in DNA-profielcluster 29236. [160] Dat wil zeggen dat de kans dat het DNA-profiel van een willekeurig gekozen man matcht met dit DNA-profiel, kleiner is dan één op één miljard. Het DNA-profielcluster 29236 behoort toe aan [medeverdachte 7] . [161] Verder zijn in de productieplaats op vrieskisten en bij het afval diverse paren handschoenen aangetroffen. [162] Deze handschoenen zijn aan de binnenkant bemonsterd. [163] Het DNA-profiel van het celmateriaal in de volgende monsters, matchen met het DNA-profiel van [medeverdachte 7] . De kans dat het DNA-profiel van een willekeurig gekozen man matcht met dit DNA-profiel, is telkens kleiner is dan één op één miljard: [164]
AAHE6525NL#01 bemonstering van de binnenkant van een linkerhandschoen (geel) aangetroffen op een vrieskist (betreft een onvolledig DNA-profiel);
AAHE6525NL#02 bemonstering van de binnenkant van een rechterhandschoen (geel) aangetroffen op een vrieskist (betreft een onvolledig DNA-profiel);
AAHE6526NL#01 bemonstering van de binnenkant van een linkerhandschoen (blauw) aangetroffen op een vrieskist;
AAHE6526NL#02 bemonstering van de binnenkant van een rechterhandschoen (blauw) aangetroffen op een vrieskist;
AAHE6527NL#01 bemonstering van de binnenkant van een linkerhandschoen (zwart) aangetroffen op een vrieskist;
AAHE6529NL#02 bemonstering van de binnenkant van een handschoen aangetroffen in een doos met afval op de productieplaats;
AAHE6529NL#03 bemonstering van de binnenkant van een handschoen aangetroffen in een doos met afval op de productieplaats;
AAHE6530NL#01 bemonstering van de binnenkant van een linkerhandschoen (zwart) aangetroffen op de productieplaats (betreft een onvolledig DNA‑profiel);
AAHE6530NL#02 bemonstering van de binnenkant van een rechterhandschoen (zwart) aangetroffen op de productieplaats.
In de productieplaats is in een doos met afval een flesje drinken van het merk Saskia aangetroffen. Het flesje is bemonsterd (AAHE6552NL). [165] Het NFI heeft dit monster onderzocht. Het DNA-profiel van het celmateriaal in het monster matcht met de DNA‑profielen in DNA-profielcluster 25559. [166] Dat wil zeggen dat de kans dat het DNA‑profiel van een willekeurig gekozen man matcht met dit DNA-profiel, kleiner is dan één op één miljard. Het DNA-profiel 25559 behoort toe aan [verdachte 1] . [167] Op een vrieskist in de productieplaats is daarnaast een paar handschoenen aangetroffen. [168] Deze handschoenen zijn aan de binnenkant bemonsterd. [169] Het DNA-profiel van het celmateriaal in het monster van de binnenkant van een blauwe linkerhandschoen (AAHE6524NL#01), matcht met het DNA van [verdachte 1] . Op de blauwe rechterhandschoen (AAHE6524NL#02) is een DNA‑mengprofiel van minimaal twee personen, te weten [verdachte 1] en minimaal één andere persoon, aangetroffen. [170]
Verder zijn de volgende sporen aangetroffen en bemonsterd: [171]
AAHE6531NL bloedspoor op een tussendeur op de bovenverdieping; deze deur was geplaatst tussen de bovenverdiepingen van [adres 7] -13 en [adres 7] en was een doorgang tussen beide bedrijfsruimtes [172] ;
AAHE6546NL sporen op een volgelaatsmasker in de productieplaats;
AAHE6547NL sporen op een flesje Spa in een doos met afval in de productieplaats;
AAHE6550NL sporen op een blikje Royal Club in een doos afval in productieplaats.
Het DNA-materiaal in deze sporen komt onderling overeen met een DNA-profiel (AAHE6552NL#01, flesje drinken merk Saskia) dat in de DNA‑databank is opgenomen in profielcluster 25559. [173] Dit profielcluster is gekoppeld aan het DNA-profiel van [verdachte 1] . Dit betekent dat bedoelde DNA-profielen overeenkomen met het DNA-profiel van [verdachte 1] .
Uit bakengegevens volgt dat de Audi [kenteken 7] , die in gebruik was bij [verdachte 1] , in de periode voorafgaand aan de doorzoeking, op 11 juni 2014, 15 juni 2014, 17 juni 2014, 22 juni 2014, 23 juni 2014 en 24 juni 2014 aan de [adres 7] in Nederhorst den Berg is geweest. [174] Ook heeft de Audi stilgestaan op het perceel van [medeverdachte 7] ( [adres 16] in Weesp ) en bij hectometerpaal 11.0 aan de N236, zijnde een hectometerpaal recht tegenover dat perceel. [175] Dat was op 11 juni 2014, 20 juni 2014, 26 juni 2014, 28 juni 2014, 30 juni 2014, 1 juli 2014 en 2 juli 2014. [176]
Op 17 juni 2014 heeft een observatieteam gezien dat [verdachte 1] en [medeverdachte 3] elkaar hebben ontmoet op een parkeerplaats in Nederhorst den Berg. Bij aankomst reed [verdachte 1] in de Audi A4 met kenteken [kenteken 7] en reed [medeverdachte 3] in de Renault Kangoo met kenteken [kenteken 8] . Bij vertrek van de parkeerplaats zijn zij van auto gewisseld. Vervolgens werd waargenomen dat [verdachte 1] de Kangoo aan de achterkant van de loods aan [adres 7] in Nederhorst den Berg parkeerde. Gezien werd dat [verdachte 1] de achterportieren van de Kangoo opende en goederen vanuit de Kangoo de loods in bracht. Nadat [verdachte 1] vertrok bij de loods, ontmoette hij [medeverdachte 3] weer op de parkeerplaats. Na deze ontmoeting wisselden beiden weer van auto, waarna [verdachte 1] in de Audi wegreed. [177] Op 26 juni 2016 vond in Nederhorst den Berg een vergelijkbare wisseling van auto’s plaats, maar dan met [medeverdachte 1] . Hierna werd gezien dat [verdachte 1] vanaf de achterzijde van het loodsencomplex aan de [adres 7] wegreed. [178]
Bijlage zaaksdossier 8 – [adres 8] te Dedgum
Aanwezig hebben van synthetische drugs
Op 3 juli 2014 is in de woning aan de [adres 8] in Dedgum een forensisch onderzoek verricht. Tijdens dit onderzoek werd in de keuken een plastic tas van Jumbo gevonden. In de tas zaten twee zakken, één met roze poeder (495 g, met verpakking maar exclusief monster, SIN AAFF6773NL) en één met blauw poeder (576 g, met verpakking maar exclusief monster, SIN AAFF6723NL) waarvan ter plekke monsters zijn genomen. De soortgelijke lege zakken van het roze en het blauwe poeder wogen per stuk 27 g. [179]
Beide monsters zijn onderzocht door het NFI en bleken metamfetamine te bevatten. [180]
In de woning zijn verder pillen aangetroffen, twee oranje tabletten op een plank in de hoek boven de eettafel en twee losse, witte tabletten op een plank in een ingebouwde kast in een kantoorkamer. [181]
De twee oranje gleuftabletten (SIN AAHJ4876NL) zijn indicatief getest, met als uitkomst dat het testmateriaal de werkzame stof XTC = MDMA bevat. Ook de twee witte gleuftabletten (SIN AAHJ4878NL) zijn indicatief getest, met als resultaat dat het testmateriaal amfetamine bevat. Alle vier tabletten zijn naar het NFI verzonden. [182] Over dit proces-verbaal is later gerelateerd dat ten onrechte is vermeld dat het ziet op materiaal dat in Borculo in beslag is genomen en dat het gaat om materiaal uit Dedgum. [183]
Het NFI heeft de pillen onderzocht en geconcludeerd dat de oranje tabletten MDMA bevatten en de witte tabletten amfetamine. [184]
[medeverdachte 6] heeft verklaard dat hij de gele plastic tas (
rechtbank: van Jumbo) die in het keukenkastje is aangetroffen, met daarin het roze en het blauwe poeder, heeft achtergehouden om te gelde te maken en als pressiemiddel te gebruiken ten opzichte van iemand die hem geld schuldig was. [medeverdachte 6] gaat ervan uit dat het drugs zijn. [185]
Voorbereidingshandelingen
[medeverdachte 3] heeft verklaard dat hij is benaderd door een jongen uit Apeldoorn. Deze jongen kende een man in Dedgum, een superchemicus, en vroeg aan [medeverdachte 3] of hij niet iemand wist die ‘het verhaal kon invullen’. [medeverdachte 3] heeft dit aan [verdachte 1] voorgelegd, die wel een keer wilde praten met die man uit Dedgum. [verdachte 1] , [medeverdachte 3] , de man uit Dedgum en de man uit Apeldoorn hebben elkaar gesproken in Barneveld. Daarna zijn [verdachte 1] , [medeverdachte 3] en de man uit Apeldoorn een keer naar Dedgum gegaan. [186]
[medeverdachte 6] heeft verklaard een bespreking te hebben gehad bij Het Ei in Barneveld. Er waren twee personen, [verdachte 1] en een man met spierwit haar. Zij wilden in Friesland spullen neerzetten. Deze mensen uit het Oosten van het land vertelden dat zij een lab in Borculo – in ieder geval een plaats met een B in het Oosten – hadden gehad en dat de restanten van dat lab gestald moesten worden. [medeverdachte 6] heeft verklaard dat hij uit zijn verleden als infiltrant wat heeft geleerd over de productie van verdovende middelen. [medeverdachte 6] heeft de man op foto A (
rechtbank: [verdachte 1]) herkend als ‘ [verdachte 1] ’, de man op foto B (
rechtbank: [medeverdachte 3]) als ‘de witte’ en de man op foto C (
rechtbank: [medeverdachte 1]) als ‘ [bijnaam 2] ’. [187]
[verdachte 1] heeft verklaard dat hij door iemand was benaderd en dat hij naar een afspraak bij Het Eitje is gegaan. Er zaten vier mensen aan tafel, waaronder een oudere man. [verdachte 1] werd gevraagd of hij grondstoffen en twee baksystemen kon leveren, ergens in Friesland. Daarna heeft [verdachte 1] contact opgenomen met [naam 5] . [verdachte 1] heeft [medeverdachte 1] opdracht gegeven om die bakken, die hij ( [verdachte 1] ) nog had staan, weg te brengen en te laten coaten. Toen de bakken klaar waren, zat er niet veel tijd tussen voordat het hele zwikkie vanuit Putten naar Friesland is gegaan. Dat heeft [verdachte 1] samen met [medeverdachte 1] gedaan. [188]
[getuige 10] , directrice van [naam 5] in Breskens, heeft verklaard dat een man met de naam ‘ [verdachte 1] ’ op 10 juni 2014 belde met [naam 5] . Hij wilde twee bakken van elk 100 liter laten coaten met Halar coating, wat is bedoeld voor chemisch gebruik. Het zou voor een Engelse firma zijn, [naam 10] . Op 13 juni 2014 heeft een man de beide bakken afgeleverd. Het was een kleine blonde man, tussen de 25 en 30 jaar, aldus [getuige 10] . Op 19 juni 2014 zijn de bakken weer opgehaald en is er betaald. [189]
[verdachte 1] heeft verklaard dat hij onder de naam ‘ [verdachte 1] ’ bestellingen heeft geplaatst bij [naam 5] . [190]
[medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij bakken naar Zeeland heeft gebracht om ze te laten coaten. Een week later heeft hij de bakken samen met [medeverdachte 2] weer opgehaald. [191] [medeverdachte 1] moest bij [getuige 10] € 1.900,-, € 2.300,- of € 2.500,- betalen, iets in die orde. Dat geld had hij van [bijnaam 1] gekregen. [192] Daarna heeft hij de bakken naar Dedgum gebracht. [medeverdachte 1] weet niet meer of ‘hij’ (
de rechtbank begrijpt: [bijnaam 1]) toen mee was of dat hij de bakken alleen met de man uit Dedgum heeft getild. [193]
[verdachte 1] heeft verklaard één keer bij dat huis (
rechtbank: in Dedgum) te zijn geweest, samen met [medeverdachte 1] , om die grondstoffen en bakken af te leveren. Toen hebben [medeverdachte 1] en [verdachte 1] de spullen uitgeladen. Het ging om oplosmiddelen en zuren, alleen maar ADR klasse 3, 5, 8 en 9‑producten, en die twee bakken. [194]
[medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij met [bijnaam 1] naar een boerderij in Dedgum is geweest. Hij heeft daar jerrycans, slangen en troep heen gebracht. [bijnaam 1] regelde alles. [195] [bijnaam 1] , [medeverdachte 1] en die man hebben de spullen uitgeladen. [196] De derde keer dat hij naar Dedgum ging heeft [medeverdachte 1] weer spullen gebracht. De man uit Dedgum zat te rommelen met de stroom. [medeverdachte 1] heeft hem daarmee geholpen. Dit was in opdracht van [bijnaam 1] . Hij heeft geholpen met het opbouwen, bakken neerzetten, en zo. Die man in Dedgum wist waar de spullen moesten staan.
[medeverdachte 1] kreeg een telefoontje van [medeverdachte 3] en dat heeft hij de derde keer meegenomen naar de man in Dedgum. Het was de bedoeling dat de man in Dedgum zou sms-en als hij iets nodig had, zoals grondstoffen, en dat [medeverdachte 1] dat dan zou meenemen. Hij zou dan ook mee terug nemen wat terug moest. [medeverdachte 1] was een soort tussenpersoon voor [bijnaam 1] . [medeverdachte 3] had er niets mee te maken. [bijnaam 1] wilde liever dat [medeverdachte 1] alleen ging. [bijnaam 1] stuurde berichten met datum en locatie en wat de bedoeling was. Het takenpakket van [medeverdachte 1] werd wel uitgebreid. Hij ging ook met de elektra klussen en mocht alleen naar de locatie. [medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij dat zelf een beetje heeft aangehaald, om wat extra’s te verdienen. [medeverdachte 1] heeft in totaal € 500,- gekregen van [bijnaam 1] voor de werkzaamheden in Dedgum. De vierde keer heeft [medeverdachte 1] ook weer geklust. [197]
[medeverdachte 6] heeft verklaard dat [verdachte 1] en de man met het witte haar na de afspraak bij het Eitje bij hem thuis zijn geweest. [verdachte 1] voerde het woord. [medeverdachte 6] wilde € 1.200,- huur hebben voor de schuur. Na drie weken werd hij gebeld door [verdachte 1] die vertelde dat hij de dag erna spullen zou komen brengen. Toen [medeverdachte 6] zei dat dat niet goed uit kwam, zei [verdachte 1] dat hij maar aanwezig moest zijn, omdat hij ( [verdachte 1] ) de huurder was en erin wilde. [verdachte 1] kwam met een jongeman die zichzelf ‘ [bijnaam 2] ’ noemde. [medeverdachte 6] weet zeker dat de mannen toen met zijn tweeën waren. Hij heeft niet gekeken wat er gelost werd, maar hij rook na een paar dagen een anijslucht. [medeverdachte 6] heeft de deur van de schuur geforceerd en zag binnen vier roestvrijstalen bakken en jerrycans met het opschrift ‘DCM Methanol’. Omdat [medeverdachte 6] wilde dat ze zouden vertrekken, is hij gaan rommelen met de stroom.
Volgens [medeverdachte 6] is ‘ [bijnaam 2] ’ twee of drie keer geweest om te werken in de schuur. Hij kwam steeds met de witte bestelbus. Op 2 juli 2014 waren [bijnaam 2] en [verdachte 1] er. [medeverdachte 6] heeft ze allebei gesproken in de schuur. Eerst was [bijnaam 2] alleen. Vanwege problemen met de stroom ging hij ( [bijnaam 2] ) bellen met ene [verdachte 1] of [verdachte 1] en ongeveer twee uur later kwam [verdachte 1] . In de schuur stonden ook twee grote zware ijzeren platen die ze in Zeeland hadden laten coaten.
[verdachte 1] heeft één keer € 1.200,- huur betaald. [198] [medeverdachte 6] heeft verder verklaard dat hij van ‘ [bijnaam 2] ’ een telefoon kreeg, het was een een-op-een-telefoon. [199] Hij heeft de telefoon ook gebruikt. [medeverdachte 1] liet toen weten dat hij een bepaalde dag niet kon komen. [medeverdachte 6] heeft zelf een keer een bericht gestuurd omdat hij niet aanwezig kon zijn bij het lossen. [200]
Bijlage zaaksdossier 9 – [adres 9] te Zeewolde
Verwerken van synthetische drugs
Op 3 juli 2014 is het bedrijfspand aan de [adres 9] in Zeewolde doorzocht. In het pand zijn diverse goederen in beslag genomen, waaronder een cd-meubel met daarin in houten panelen verborgen vermoedelijke drugs. [201]
Er is onderzoek gedaan naar een aantal planken die bedoeld waren om een cd-kastje mee te maken, aangetroffen in het pand aan de [adres 9] in Zeewolde. De planken zijn door de verbalisanten doormidden gebroken en in alle planken bleken pakketten te zitten. Deze pakketten bestonden uit bruin plastic tape en carbonpapier gevuld met een stof. De pakketten waren in de planken bevestigd door middel van houtlijm en grijze elastische kit. Onder het tape en het carbonpapier zaten plastic zakjes met daarin bruine kristallen, in totaal 8,074 kg (inclusief verpakking). Deze zijn indicatief positief getest op MDMA. Deze pakketten zijn bemonsterd (SIN AAHD7341NL). [202]
Van dit monster zijn drie (deel)monsters genomen: SIN AAGX1921NL, SIN AAGX1919NL en SIN AAGX1920NL. [203] Het NFI heeft geconcludeerd dat deze drie monsters alle MDMA bevatten. [204]
[medeverdachte 3] heeft verklaard dat [verdachte 1] op zoek was naar een goede timmerman en dat hij vervolgens [medeverdachte 5] heeft voorgesteld aan [verdachte 1] . [medeverdachte 5] zou wat klussen voor [verdachte 1] gaan doen op het gebied van houtbewerking. [205] [medeverdachte 3] heeft verklaard dat [medeverdachte 5] een meubel zou maken voor [verdachte 1] en dat daar iets mee gesmokkeld moest worden. [medeverdachte 3] heeft zelf dozen, die [medeverdachte 5] nodig had, gekocht en naar de [adres 9] gebracht. [206]
[medeverdachte 5] heeft verklaard dat [verdachte 1] hem heeft gevraagd om een kast te maken. Twee tot drie weken na het verzoek van [verdachte 1] is [medeverdachte 5] met het kastje begonnen. [207] In de woning van [medeverdachte 5] is een kassabon van GAMMA van 19 juni 2014 aangetroffen, waarover [medeverdachte 5] heeft verklaard dat hij dat materiaal voor [verdachte 1] heeft gekocht. [208] [medeverdachte 5] heeft het cd-kastje gemaakt en wist dat het bestemd was om er drugs in te verstoppen. Het kastje zou verscheept worden. [209]
[medeverdachte 5] heeft verklaard dat [verdachte 1] pakketjes had voorbereid waar de drugs in zaten. De drugs zaten in pakketjes die met bruine tape waren omwikkeld en [verdachte 1] heeft deze in een zwarte weekendtas naar de [adres 9] gebracht. [medeverdachte 5] heeft uitsparingen in de multiplex delen van het cd-kastje gemaakt op de maat van de pakketjes. [210] Toen [verdachte 1] de pakketjes in de grote zwarte tas binnenbracht, was hij samen met zijn vriend. [medeverdachte 3] was er ook. Die was al eerder aangekomen, aldus [medeverdachte 5] . [211] [medeverdachte 5] heeft verklaringen afgelegd over het assembleren van het kastje, inclusief het plaatsen van de drugs. [medeverdachte 5] zelf heeft met een kitspuit dotjes siliconenkit in de uitsparingen gespoten waar de pakketjes moesten komen, zodat deze niet zouden verschuiven. De vriend van [verdachte 1] heeft vervolgens de pakketjes drugs in de kit geduwd, aldus [medeverdachte 5] . Die vriend was de enige die dat gedaan heeft. [verdachte 1] , [medeverdachte 3] en hijzelf hebben die pakketjes niet in het meubel gedaan. [verdachte 1] vertelde [medeverdachte 5] dat er uiteindelijk zeven kg drugs in het meubel was verborgen. [212]
Aan [medeverdachte 5] zijn foto’s getoond. Over de man op de foto met SKN [nummer 7] heeft [medeverdachte 5] verklaard dat dit [medeverdachte 3] is, de man op de foto met SKN [nummer 7] is de [verdachte 1] waarover hij heeft verklaard. [213] Op de foto met SKN [nummer 7] staat [medeverdachte 3] en op de foto met SKN [nummer 7] staat [verdachte 1] . [214]
Aanwezig hebben van synthetische drugs
De bewijsmiddelen met betrekking tot de bruine kristallen die in het cd-kastje zijn aangetroffen, zijn hierboven opgenomen. Bij de bruine kristallen gaat het om een hoeveelheid van 7,402 kg MDMA (8,074 kg minus 672 g plastic verpakking). [215]
Daarnaast zijn tijdens de doorzoeking op 3 juli 2014 een plastic zak met honderden pillen, nog een plastic zak met honderden pillen en twee gesealde zakken met bruine substantie aangetroffen. [216] Beschreven is dat deze goederen bovenop plafondplaten op de verdieping zijn gevonden. [217] Uit twee vacuümzakken met bruin poeder/kristallen die zijn aangetroffen achter het plafond, met een gewicht van 3,7 kg en 3,15 kg, zijn monsters genomen. [218] Het NFI heeft deze monsters onderzocht en geconcludeerd dat zij MDMA bevatten. [219] In totaal zijn 10.088 pillen achter het plafond gevonden, waarvan 5.322 blauwe pillen met de indruk van een dolfijn en 4.766 pillen zonder op- of indruk. [220] Het NFI heeft geconcludeerd dat ook deze pillen MDMA bevatten. [221]
[medeverdachte 5] heeft verklaard dat [verdachte 1] en zijn vriend nog meer rommel bij zich hadden toen [verdachte 1] de pakketjes in de zwarte tas binnenbracht en dat zij vroegen of ze het even in de [adres 9] neer konden leggen. [medeverdachte 5] vond dat maar niks en heeft aan [medeverdachte 3] gevraagd of ze dat niet gewoon weer konden meenemen. [medeverdachte 5] zag dat [verdachte 1] en zijn vriend, naast de tas met de in bruine tape verpakte pakketjes, een grote zwarte zak met basterdsuikerachtige emulsie en een grote doorzichtige zak met mint‑kleurige pillen bij zich hadden. [medeverdachte 3] zei tegen [medeverdachte 5] dat het maar voor even was. Toen [medeverdachte 5] vroeg waar ze het dan wilden verstoppen, zei [verdachte 1] : “Op het plafond”. [medeverdachte 5] zag dat [verdachte 1] de zakken met de basterdsuikerachtige emulsie en de pillen op plafondplaten bij de trap verborg. [222]
Voorbereidingshandelingen
In aanvulling op de hierboven opgenomen bewijsmiddelen gebruikt de rechtbank nog het volgende voor het bewijs:
[medeverdachte 3] heeft verklaard dat [medeverdachte 5] een ruimte zou regelen en dat dat de ruimte aan de [adres 9] in Zeewolde werd. [223] [medeverdachte 5] heeft verklaard dat [verdachte 1] hem heeft gevraagd een werkplaats te regelen en dat hij toen dacht aan de ruimte aan de [adres 9] nummer 5 in Zeewolde. [medeverdachte 5] heeft de eigenaar, een vriend van hem, gebeld om te vragen of hij ( [medeverdachte 5] ) de ruimte mocht uitlenen. Daarna heeft hij het pand laten zien aan [verdachte 1] . [224]
In reactie op de bon van GAMMA van 19 juni 2014 heeft [medeverdachte 5] , naast de eerder al vermelde verklaring, ook verklaard dat hij deze spullen samen met [medeverdachte 3] heeft opgehaald. Omdat [medeverdachte 5] geen geld meer had, zou [medeverdachte 3] dit betalen. [225]
Aan de hand van een door [verdachte 1] gemaakte schets heeft [medeverdachte 5] het materiaal op maat gemaakt. Het grote zaagwerk heeft hij bij een groothandel laten doen, het bij-zagen deed hij zelf. De maatverdeling op de schets van [verdachte 1] klopte niet, dus heeft hij die aangepast. [226] [medeverdachte 5] heeft verder verklaard dat [medeverdachte 3] , [verdachte 1] en diens Engelstalige vriend, als ze ook in de [adres 9] waren, zaten toe te kijken hoe hij het cd-meubel aan het maken was. [227]
[medeverdachte 5] heeft verklaard dat [verdachte 1] vertelde dat de inhoud van de zakken die op het plafond werden verborgen nog moest worden verpakt op dezelfde manier als de pakketjes in de zwarte weekendtas. Dat zou in de [adres 9] gebeuren. Daarvoor hadden ze ook een vacuümapparaat en een pers meegenomen, aldus [medeverdachte 5] . Het vacuümapparaat was door [medeverdachte 3] meegenomen, de pers door [verdachte 1] . [228]
Ook heeft [medeverdachte 5] verklaard dat hij een witte BlackBerry kreeg van [verdachte 1] . Hij zou dan van [verdachte 1] of [medeverdachte 3] berichten kunnen krijgen. De telefoon was leeg en [verdachte 1] heeft zijn eigen telefoonnummer en het telefoonnummer van [medeverdachte 3] in de BlackBerry gezet. [medeverdachte 5] kreeg alleen sms-berichten, in totaal ongeveer tien, van [verdachte 1] en [medeverdachte 3] . De inhoud bestond uit korte berichtjes zoals “Wanneer kan je?” en “Ik moet erin”. Na de inval moest [medeverdachte 5] dat toestel weggooien van [medeverdachte 3] , zo heeft hij verklaard. [229]
Bijlage zaaksdossier 10 – [adres 10] 10 te Putten
Vervoeren en aanwezig hebben van synthetische drugs
Op 3 juli 2014 is de woning van [medeverdachte 9] aan de [adres 10] te Putten doorzocht. Daarbij werden op zolder drie boodschappentassen MDMA gevonden in de vorm van grijsbruine kristallen. [230] Het nettogewicht hiervan bedroeg 47,43 kg. [231] [medeverdachte 2] heeft verklaard dat hij was gevraagd een ‘stof die droog moest staan’ ergens in de richting van Hilversum op te halen. [232] De tassen zijn door [medeverdachte 2] opgehaald enkele weken vóór 3 juli 2014. Hij heeft ze daarop op de zolder van de woning van zijn zoon neergezet toen deze niet thuis was. Hij heeft een sleutel van de woning. Hij zou voor het bewaren € 250,- krijgen. Het had al weer opgehaald moeten zijn, maar stond er nog tijdens de zoeking. [233]
Ter zitting van 19 oktober 2016 zijn delen uit het tweede verhoor van [medeverdachte 9] als verdachte beluisterd. Daaruit blijkt dat [medeverdachte 9] tweemaal heeft gezegd dat hij wist dat in de tassen MDMA zat. Het gaat om de volgende fragmenten:
Minuut 22:20 – 23:00
‘V: wat zat erin, in de tassen?
A: MDMA toch?
V: ja maar het is een vraag aan jou he
A: MDMA
V: dat wist je van te voren al?
A: nee, dat wist ik niet, ja ik wist wel dat het MDMA was.’
Minuut 35:00 – 36:28
‘V: hij heeft niet gezegd hoeveel, maar wel als hij het bij jou op zolder mocht neerleggen, of bij jou thuis mocht neerleggen.
A: dat ik er wat mee kon verdienen
V: dat je er wat mee kon verdienen
V: wist je waar het om ging?
A: MDMA
V: dat vertelde hij er toen bij in het gesprek?
A: ja’
[medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij wist dat er bij zijn broer MDMA op de zolder stond. Dat had zijn broer tegen hem gezegd. [234]
Het NFI heeft een vergelijkend onderzoek uitgevoerd, waarbij is gekeken of er een chemische en/of fysische relatie aantoonbaar is tussen de op diverse locaties binnen het onderzoek aangetroffen MDMA-grondstoffen (
opmerking rechtbank: kristallen) en pillen. Het NFI concludeert dat hun onderzoeksresultaten veel waarschijnlijker zijn als de in Nederhorst den Berg aangetroffen MDMA‑grondstoffen en de aan de [adres 10] in Putten (zaaksdossier 10) aangetroffen MDMA-grondstoffen van dezelfde productiepartij afkomstig zijn dan als zij uit verschillende productiepartijen afkomstig zijn. [235]
Bijlage zaaksdossier 11 – Maartensdijk
Voorbereidingshandelingen
[getuige 11] , accountmanager bij [naam 14] in Smilde (hierna: [naam 14] ), is als getuige gehoord naar aanleiding van het aantreffen tijdens de ontmanteling van de productielocatie in Borculo van een pomp met een sticker van [naam 14] . [getuige 11] heeft verklaard dat hij eind 2011 telefonisch contact heeft gehad met [verdachte 1] van [naam 10] . Deze man had een corrosiebestendige pomp nodig voor het verpompen van chemicaliën voor de productie van voedingssupplementen. Op 7 december 2011 heeft [getuige 11] deze [verdachte 1] ontmoet toen hij de pompen kwam halen. [verdachte 1] betaalde contant. Later werden bestellingen door koeriers opgehaald. Omdat een bestelling een keer niet klaar was, heeft de desbetreffende koerier een afleveradres doorgegeven: ‘ [adres 17] ’. Uiteindelijk is die bestelling niet verzonden, maar opgehaald. [getuige 11] heeft verder verklaard dat er twee keer contact is geweest met [naam 15] van [naam 16] . Hij moest een pomphuis repareren dat door [naam 14] was geleverd. [naam 14] heeft twee keer een pomphuis geleverd aan Desmare. Beide keren is de pomphuis opgehaald. Er is een e-mail van 1 december 2011 afkomstig van [emailadres] , die als afzender [medeverdachte 4] vermeldt. De pompen die [naam 14] heeft geleverd zijn geschikt voor het pompen van agressieve corrosieve vloeistoffen. [236]
[medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij bij een rvs-boertje spullen moest ophalen. Dat was in Maartensdijk. Als er wat kapot was, dan moest [medeverdachte 1] het van [bijnaam 1] daarnaartoe brengen. Die man heette [verdachte 1] . Die repareerde het. Hij deed dat bij zijn woning, maar had ook een schuurtje in Westbroek. [237] [medeverdachte 1] is verhoord over een observatie op 26 juni 2014 en heeft in dat verband verklaard dat hij die dag ook in Maartensdijk is geweest. Hij heeft daar poten, waar dat kunststof ding op gezet moest worden, laten zien. Die man heeft ze opgemeten en zou ze maken, aldus [medeverdachte 1] . [238] Op 20 augustus 2014 heeft de recherche, ter vaststelling van exacte adressen en eventuele bedrijfsnamen, een autorit met [medeverdachte 1] gemaakt. Over de [adres 13] (tussen Maartensdijk en Westbroek) heeft hij verklaard dat die schuur door [verdachte 1] werd gebruikt voor laswerkzaamheden. Daar stonden de bakken. [verdachte 1] woonde in Maartensdijk. [medeverdachte 1] is er in de periode van vóór de bouwvak van 2013 tot een maand vóór zijn aanhouding tussen de zes en tien keer geweest. Dat was altijd in opdracht van [bijnaam 1] . De man die de bakken lastte, kent [bijnaam 1] niet bij naam. Het was altijd [verdachte 1] of [verdachte 1] . [medeverdachte 1] is er ook een keer geweest met een soort statief van rvs, dat moest worden gelast. Meestal ging hij daar alleen naartoe. Zijn vader is één of twee keer mee geweest. Ook [bijnaam 1] ging wel eens mee. [medeverdachte 1] hoefde de lasser nooit te betalen. [239]
[getuige 9] , directeur/eigenaar van [naam 16] , heeft verklaard dat hij las- en ijzerwerk doet voor met name kunstenaars en designbedrijven. De kleine klusjes doet hij bij zijn woning aan de [adres 12] in Maartensdijk, de grote klussen op het adres [adres 13] in Maartensdijk . [getuige 9] heeft de man op de hem getoonde foto (SKN [nummer 7] ) herkend als [verdachte 1] van de Berg. [240] Op de getoonde foto staat [verdachte 1] . [241]
[getuige 9] heeft verklaard dat hij in 2012 met deze man in contact is gekomen en voor hem is gaan werken. [verdachte 1] vertelde [getuige 9] dat hij werkzaam was voor het Engelse bedrijf [naam 17] . [getuige 9] heeft prototypes gemaakt en [verdachte 1] deed bestellingen bij hem. [getuige 9] heeft verklaard een stuk of tien tot twaalf bakken voor [verdachte 1] te hebben gemaakt. Er zijn ook bakken bij hem gebracht die ergens anders waren gemaakt en die hij moest aanpassen. Verschillende personen kwamen de bakken brengen dan wel ophalen. Er is ook een Chinees bij [getuige 9] geweest. Hij was een paar keer samen met [verdachte 1] . Deze man heette [medeverdachte 4] , aldus [getuige 9] . Na het tonen van een foto (SKN [nummer 7] ) heeft [getuige 9] verklaard dat deze jonge jongen de bus met het opschrift ‘ [naam 18] ’ bestuurde. Hij kwam wel eens alleen, maar ook wel eens met [verdachte 1] . Deze jongen en de bus waren pas de laatste maanden in beeld, vanaf augustus/september 2013, en hij kwam dan goederen ophalen en/of brengen. Volgens [getuige 9] is de jongen ergens in mei 2014 voor het laatst geweest. [242] Op de getoonde foto staat [medeverdachte 1] . [243]
In antwoord op de vraag hoe de bestellingen werden gedaan, heeft [getuige 9] verklaard dat [verdachte 1] bijna altijd bij hem op het bedrijf kwam en dan een bak bestelde. [verdachte 1] maakte dan een schets en [getuige 9] moest het gaan maken en uitwerken. [verdachte 1] leverde ook de maten aan voor het maken van de bakken. Tijdens de ontwikkeling van het prototype kwam [verdachte 1] diverse keren langs om te kijken hoever hij ermee was. De bestellingen zijn geleverd aan de mensen die in opdracht van [verdachte 1] de spullen ophaalden of brachten. [getuige 9] heeft van deze bakken diverse facturen gemaakt, maar er zijn er ook een paar zwart betaald. Deze producten moeten worden gekeurd, aldus [getuige 9] . [verdachte 1] vertelde hem dat hij problemen had in Polen om deze bakken goedgekeurd te krijgen. [verdachte 1] betaalde altijd contant en er is nooit iets door iemand anders betaald. Er zijn ook bakken teruggekomen en aangeboden ter reparatie. Dan moest er wat las- en slijpwerk gebeuren. Aan de onderkant waren sporen van thermische olie zichtbaar. [244]
Tijdens een later verhoor heeft [getuige 9] verklaard vier grote, twee formaat middenmaat, twee kleinere bakken en achttien wisselaars voor [verdachte 1] te hebben gemaakt. Verder heeft hij twee ronde bakken vermaakt. [245] Bij de rechter-commissaris heeft hij nog verklaard dat hij naast baksystemen ook onderdelen heeft gemaakt, zoals koelers, warmtewisselaars, roerders, fittingen en andere zaken als aftappunten. [246]
Op 15 april 2015 is [getuige 9] als getuige een aantal foto’s voorgelegd van apparatuur die is aangetroffen op diverse locaties. Daarbij heeft hij verklaard de volgende goederen te hebben gemaakt of aangepast:
- ketel nummer 1: de motorsteunen en de warmtewisselaars van een ketel aangetroffen aan de [adres 3] in Borculo (foto p. 362 bovenaan);
- ketel nummer 2: een ketel met verhoogde bak en motorsteun en een motorsteun en warmtewisselaars van een ketel aangetroffen aan de [adres 3] in Borculo (foto op p. 362 onderaan);
- ketel nummer 5: een ketel, aangetroffen aan de [adres 8] in Dedgum (foto op p. 364 bovenaan);
- ketel nummer 7: een ketel en warmtewisselaars aangetroffen aan de [adres 8] in Dedgum ; de frequentieregelaar is er door zijn zoon op gezet (foto’s op p. 365);
- ketel nummer 8: een ketel aangetroffen aan de [adres 3] in Borculo (foto op p. 366 bovenaan);
- warmtewisselaars nummer 10: twee warmtewisselaars aangetroffen aan de [adres 3] in Borculo (foto op p. 367 bovenaan);
- kist 12 en kist 13: twee pompen met behuizing aangetroffen aan de [adres 3] in Borculo (foto’s op p. 368);
- ketel nummer 15: een ketel aangetroffen aan de [adres 3] in Borculo (foto op p. 369 onderaan);
- ketel nummer 16: een ketel aangetroffen aan de [adres 7] in Nederhorst den Berg (foto op p. 370 bovenaan);
- ketel nummer 18 en ketel nummer 19: één door hem verhoogde en één door hem aangepaste ketel aangetroffen aan de [adres 6] in Putten (foto’s op p. 371);
- ketel nummer 20: een ketel en roerders aangetroffen aan de [adres 6] in Putten; (foto op p. 372 bovenaan);
- ketel nummer 22: een ketel aangetroffen aan de [adres 6] in Putten (foto op p. 373 bovenaan);
- ketel nummer 24: een ketel aangetroffen aan de [adres 6] in Putten (foto op p. 374, bovenaan);
- warmtewisselaar nummer 30: één deel van de warmtewisselaars aangetroffen aan de [adres 6] in Putten (foto op p. 377 bovenaan);
- ketel nummer 31: een ketel aangetroffen aan de [adres 6] in Putten (foto op p. 377 onderaan). [247]
[naam 15] , de zoon van [getuige 9] , heeft [verdachte 1] herkend van de hem getoonde foto (SKN [nummer 7] ). [248] Op de getoonde foto staat [verdachte 1] . [249] [verdachte 1] vroeg of [getuige 9] iets voor hem kon maken. Hij had voorbeelden die nagemaakt moesten worden. [getuige 9] heeft tanks en koppelingen voor [verdachte 1] gemaakt. [verdachte 1] kwam met een plastic mal en dan wilde hij dat in metaal hebben. Hij wilde tanks hebben voor [naam 10] . [verdachte 1] nam altijd kladjes mee, [naam 15] tekende dat dan (met een CAD‑programma op zijn computer) en [getuige 9] maakte het. [naam 15] heeft zelf een door [verdachte 1] gebrachte pomp gerepareerd. Een maand of zeven geleden heeft [verdachte 1] van die vierkante grijze kasten, elektrolysecellen, opgehaald.
In het begin was [verdachte 1] niet alleen. Dan kwam een man van zijn leeftijd met een Oosters uiterlijk mee. Die persoon heette zoiets als [medeverdachte 4] . Die man is volgens [naam 15] ongeveer vier keer geweest. [naam 15] heeft ook een e-mail ontvangen waar de naam van [medeverdachte 4] onder stond. Het ging om een openstaande rekening, die door [verdachte 1] is betaald. [verdachte 1] betaalde altijd contant. [naam 15] heeft verder verklaard dat hij op internet naar [naam 10] . heeft gezocht en dat hij daar de naam ‘ [medeverdachte 4] ’ tegenkwam.
[medeverdachte 4] was chauffeur. Hij haalde de spullen op met de bus. Soms kwam hij alleen. [verdachte 1] kwam altijd alleen. [naam 15] heeft hem een keer geholpen wisselaars in te laden. Hij heeft meer de kleine dingen voor [verdachte 1] gemaakt, zoals tankjes, motoren, frequentieregelaars en pakkingen gesneden. Bij Desmare hebben ze een stuk of acht rvs‑bakken gemaakt. De grote tanks zijn bij de [adres 13] in Maartensdijk gemaakt en opgehaald door [verdachte 1] . [250]

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 1] , hoofdagent van politie, Dienst Regionale Recherche, Politie Eenheid Oost-Nederland, opgemaakte proces-verbaal over het onderzoek ZILVER 06ACH13033, BVH nummer 2013158762, gesloten op 29 juni 2015, en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.AH432, Rapport resultaten bevindingen NFI aangetroffen materialen schuur [adres 3] Borculo , p. 010573-010575.
3.V09.04, 4e verhoor [medeverdachte 1] , p. 011942, en V03.05, 5e verhoor [medeverdachte 2] , p. 011576 en p. 011577.
4.V10.05, 5e verhoor [verdachte 1] , p. 020840, en V20.04, 4e verhoor [medeverdachte 4] , p. 0500280, en V18.01, 1e verhoor [medeverdachte 5] , p. 090696.
5.V09.04, 4e verhoor [medeverdachte 1] , p. 011941 en p. 011942, en GET40.01, PV verhoor getuige [getuige 1] , p. 0300135-0300139.
6.V10.05, 5e verhoor [verdachte 1] , p. 020842, en AH 135, proces-verbaal van bevindingen m.b.t. NN [verdachte 1] , p. 100045-100047.
7.V09.04, 4e verhoor [medeverdachte 1] , p. 011941.
8.V09.07, 7e verhoor [medeverdachte 1] , p. 011986 en V12.01, 1e verhoor [medeverdachte 6] , p. 040085.
9.Relaasproces-verbaal, p. 010009.
10.V04.07, 7e verhoor [medeverdachte 3] , p. 011674, en V09.07, 7e verhoor [medeverdachte 1] , p. 012013-012015.
11.Verklaring van verdachte ter zitting van 5 september 2016.
12.Verklaring van verdachte ter zitting van 5 september 2016.
13.AH172, PV bevindingen ontvangst GSM uitdraai [medeverdachte 4] , p. 0500048‑0500052, en AH958, dossier Edam 23-06-2013 m.b.t. [medeverdachte 4] en [verdachte 1] (masker DNA), p. 0500095.
14.De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 6 september 2016.
15.V09.06, 6e verhoor [medeverdachte 1] , p. 0400651-0400652 en p. 0400658.
16.V09.06, 6e verhoor [medeverdachte 1] , p. 0400651-0400652 en p. 0400658.
17.V03.05, 5e verhoor [medeverdachte 2] , p. 0400573-0400576.
18.V.04.06, 6e verhoor [medeverdachte 3] bij rechter-commissaris, p. 020721.
19.V09.06, 6e verhoor [medeverdachte 1] , p. 011960 en 011967 en V09.04, 4e verhoor [medeverdachte 1] , p. 006780‑060784.
20.V20.04, 4e verhoor ve. [medeverdachte 4] , p. 0500281.
21.V18.01, 1e verhoor verdachte [medeverdachte 5] , p. 090700.
22.AH1050, Proces-verbaal verkeerscontrole [verdachte 1] d.d. 21-5-2014
23.V10.05, 5e verhoor verdachte [verdachte 1] , p. 100189-100190 (dossier verdachte [verdachte 1] ).
24.www.hmpaal.nl.
25.AH368, proces-verbaal van bevindingen, p. 202248-202249.
26.GET64.01, 1e verhoor van de getuige [getuige 2] , p. 16924.
27.Verklaring van verdachte ter zitting van 8 september 2016.
28.AH020, Incidentformulier Inzet LFO Borculo, p. 010158-010162.
29.AH905, Proces-verbaal van bevindingen LFO m.b.t. Borculo, p. 010730-010745.
30.AH432, Rapport resultaten NFI aangetroffen materialen schuur [adres 3] Borculo , p. 010564‑010578.
31.G04.01, 1e getuigenverklaring [getuige 3] , p. 011036-011037.
32.AH097, Proces-verbaal van bevindingen waarneming getuige [getuige 3] , p. 010362.
33.AH019, PV sporenonderzoek Forensische Opsporing Borculo, p. 010148-010151.
34.AH945, Proces-verbaal sporenonderzoek biologische sporen Borculo, p. 010891-010895.
35.AH194, PV rapport NFI uitslagen DNA [adres 3] Borculo, p. 010512-010515.
36.AH473, NFI rapport DNA profielcluster 29236, 25559 en 29587 [verdachte 1] , [medeverdachte 7] , p. 203155-203159 en AH473-002, NFI rapport DNA profielcluster 25559 [verdachte 1] , p. 010623‑010625.
37.V09.04, 4e verhoor [medeverdachte 1] , p. 011943-011944.
38.V09.07, 7e verhoor [medeverdachte 1] , p. 012007.
39.V09.07, 7e verhoor [medeverdachte 1] , p. 012011.
40.V09.09, 9e verhoor [medeverdachte 1] , p. 012103-012104.
41.AH099, PV 1e onderzoek LFO [adres 3] te Borculo , p. 010364-010366, en AH100 NFI rapport materialen loods [adres 3] Borculo , p. 010369-010370.
42.RHV001-001, 1e rechtshulpverzoek België, p. 011493-011494.
43.Bijlage AH142-001 bij AH142, PV bevindingen mogelijke betrokkenheid [verdachte 1] , p. 010464‑010467.
44.Fotomap, bijlage bij het Relaas proces-verbaal, foto op p. 45 en index, p. 38.
45.V20.02, 2e verhoor [medeverdachte 4] , p. 012241-012246.
46.V20.04, 4e verhoor [medeverdachte 4] , p. 012260-012261.
47.Bijlage bij V20.03, p. 012258 en Fotomap, bijlage bij het Relaas proces-verbaal, foto op p. 39 en index, p. 38.
48.RHV001-001, 1e rechtshulpverzoek België, p. 011493-011494.
49.GET15.01, 1e getuigen verklaring [getuige 4] , p. 011110-011112.
50.RHV001-001, 1e rechtshulpverzoek België, p. 011493-011494.
51.Bijlage AH142-001 bij AH142, PV bevindingen mogelijke betrokkenheid [verdachte 1] , p. 010464‑010467.
52.Fotoblad met vermelding ‘7C’, p. 010473.
53.V04.06, 6e verhoor [medeverdachte 3] , p. 011653-011657.
54.Bijlage 001, bij RHV001, 1e rechtshulpverzoek België, p. 011499.
55.OT001, Observatie verslag vrijdag 22 november 2013, p. 011402-011407.
56.V04.06, 6e verhoor [medeverdachte 3] , p. 011653-011657.
57.V09.04, 4e verhoor [medeverdachte 1] , p. 011943.
58.V09.07, 7e verhoor [medeverdachte 1] , p. 012017.
59.V09.06, 6e verhoor [medeverdachte 1] , p. 011960 en 011967.
60.V09.04, 4e verhoor [medeverdachte 1] , p. 006780-060784.
61.V09.07, 7e verhoor [medeverdachte 1] , p. 012012.
62.PV bevindingen doorzoeking [adres 4] vindplaats XTC pillen, p. 020484.
63.Bijlage bij AH381, beslaglijst loc D- [adres 4] Kortenhoef, p. 020194, en AH512, PV onderzoek verdovende middelen [adres 4] te Kortenhoef 2013158762-129, p. 020365‑020369 .
64.Bijlage bij AH381, beslaglijst loc D – [adres 4] Kortenhoef, p. 020196, p. 020197 en p. 02199 en AH512, PV onderzoek verdovende middelen [adres 4] te Kortenhoef 2013158762-129, p. 020367.
65.AH512, PV onderzoek verdovende middelen [adres 4] te Kortenhoef 2013158762-129, p. 020365‑020369, en AH620, NFI rapport onderzoek [adres 4] bevat pillen en mdma, p. 020377.
66.De verklaring van verdachte [verdachte 1] ter terechtzitting van 5 september 2016.
67.GET38.01, PV verhoor getuige [getuige 5] , p. 0300103-0300106.
68.GET40.01, PV verhoor getuige [getuige 1] , p. 0300135-0300139.
69.V21.04, PV verhoor verdachte [naam 9] (4e verhoor), p. 0300420-0300421.
70.Fotomap, bijlage bij het relaasprocers-verbaal, foto p. 39 en index, p. 38.
71.V21.02, PV verhoor verdachte [naam 9] (2e verhoor), p. 0300205-0300207.
72.V21.04, PV verhoor verdachte [naam 9] (4e verhoor), p. 0300420-0300421.
73.GET63.01 pv van verhoor getuige [getuige 6] , p. 0300388-0300389.
74.AH921 PV autohuur [medeverdachte 4] , p. 0300391.
75.AH517 Sporenonderzoek [adres 11] Kockengen, p. 0300150.
76.AH661-00 NFI aanvullend rapport nav een DNA-databankmatch met bijlage, p. 0300178 en p. 0300179.
77.V20.02, PV verhoor verdachte [medeverdachte 4] (2e verhoor), p. 200129-200134.
78.V10.07 PV van verhoor verdachte [verdachte 1] , p. 100395.
79.AH378, PV sporenonderzoek [adres 5] Middelie, p. 0400069-0400071.
80.AH421, PV doorzoeking Middelie 12 augustus 2014, p. 0400190-0400193.
81.AH545, PV PD onderzoek [adres 5] te Middelie, p. 0400205-0400212.
82.AH850, NFI rapport 2014.02.11.069-16 [adres 5] Middelie, p. 0400305-0400307.
83.V09.06, 6e verhoor [medeverdachte 1] , p. 0400651-0400652.
84.V09.06, 6e verhoor [medeverdachte 1] , p. 0400662.
85.V09.06, 6e verhoor [medeverdachte 1] , p. 0400651-0400652.
86.V09.06, 6e verhoor [medeverdachte 1] , p. 0400658.
87.V09.09, 9e verhoor [medeverdachte 1] , p. 0400793-0400794.
88.V09.06, 6e verhoor [medeverdachte 1] , p. 0400661.
89.AH940, PV bevindingen LFO onderzoek Mercedes-Benz [kenteken 2] , p. 060421-060423.
90.AH1010, NFI rapport ‘Vergelijkend onderzoek van MDMA-grondstoffen en XTC-tabletten’,
91.AH958, dossier Edam 23-06-2013 m.b.t. [medeverdachte 4] en [verdachte 1] (masker dna), p. 0500094 en RDW42BNLX, RDW bevraging [kenteken 1] , p. 0500238.
92.AH958, dossier Edam 23-06-2013 m.b.t. [medeverdachte 4] en [verdachte 1] (masker dna), p. 0500095.
93.AH970, PV LFO onderzoek VW Caddy [kenteken 1] i.v.m. aanhouding [medeverdachte 4] 23-06-2013,
94.AH971, NFI rapportage n.a.v. LFO onderzoek VW Caddy [kenteken 1] i.v.m. aanhouding [medeverdachte 4]
95.AH958, dossier Edam 23-06-2013 m.b.t. [medeverdachte 4] en [verdachte 1] (masker dna), p. 0500094.
96.AH970, PV LFO onderzoek VW Caddy [kenteken 1] i.v.m. aanhouding [medeverdachte 4] 23-06-2013, p. 0500195.
97.AH970, PV LFO onderzoek VW Caddy [kenteken 1] i.v.m. aanhouding [medeverdachte 4] 23-06-2013, p. 0500195 en 0500196.
98.AH971, NFI rapportage n.a.v. LFO onderzoek VW Caddy [kenteken 1] i.v.m. aanhouding [medeverdachte 4] 23-06-2013, p. 0500215.
99.AH1037, NFI Rapport 2013.07.02.024 aanvraagnummer 003 Edam onderzoek inhoud Jerrycans, p. 207553.
100.AH1037, NFI Rapport 2013.07.02.024 aanvraagnummer 003 Edam onderzoek inhoud Jerrycans, p. 207554.
101.AH958, dossier Edam 23-06-2013 m.b.t. [medeverdachte 4] en [verdachte 1] (masker DNA), p. 0500095.
102.AH970, PV LFO onderzoek VW Caddy [kenteken 1] i.v.m. aanhouding [medeverdachte 4] 23-06-2013, p. 0500195.
103.AH960, PV sporenonderzoek locatie Edam 23-06-2013, p. 0500158.
104.AH962, NFI Rapport DNA onderzoek Edam, p. 0500173.
105.AH473, NFI rapport DNA profielcluster 29236, 25559 en 29587 [verdachte 1] , [medeverdachte 7] , p. 0500065.
106.V20.02, 2e verhoor ve. [medeverdachte 4] , p. 0500265.
107.V20.04, 4e verhoor ve. [medeverdachte 4] , p. 0500280.
108.V20.04, 4e verhoor ve. [medeverdachte 4] , p. 0500282.
109.V20.04, 4e verhoor ve. [medeverdachte 4] , p. 0500280.
110.V20.04, 4e verhoor ve. [medeverdachte 4] , p. 0500281.
111.V20.04, 4e verhoor ve. [medeverdachte 4] , p. 0500283.
112.V20.04, 4e verhoor ve. [medeverdachte 4] , p. 0500283.
113.AH969, PV bevindingen WhatsApp-berichten 20 tot 23 juni 2013 iPhone 5 [medeverdachte 4] , p. 0500176 en p. 0500178, en PV verhoor [naam 3] , p. 05002312.
114.V20.04, 4e verhoor ve. [medeverdachte 4] , p. 0500285.
115.AH956, PV bevindingen LFO onderzoek grote loods, p. 060311-060319.
116.AH957, Herzien NFI rapport, p. 060343-060357.
117.AH305, Incidentformulier inzet LFO grote garagebox [adres 6] te Putten , p. 060359-060362.
118.AH941, PV bevindingen LFO onderzoek grote garagebox, p. 060377-060381
119.AH920, NFI rapport vervaardiging synthetische drugs [adres 6] te Putten, p. 060412-060420.
120.AH940, PV bevindingen LFO onderzoek Mercedes-Benz [kenteken 2] , p. 060421-060423.
121.GET27.01, PV verhoor getuige [getuige 7] , p. 060240-060241.
122.GET27.01, PV verhoor getuige [getuige 7] , p. 060241.
123.GET27.01 PV verhoor [getuige 7] , p. 060242.
124.GET27.01, PV verhoor getuige [getuige 7] , p. 060242-060243.
125.Fotomap, bijlage bij het relaasproces-verbaal, foto p. 39 en index, p. 38.
126.GET27.01, PV verhoor getuige [getuige 7] , p. 060242-060243.
127.AH350, PV bevindingen uitwerking verhoor [medeverdachte 2] d.d. 11 juni 2014, p. 060703-060706.
128.AH350 PV bevindingen uitwerking verhoor [medeverdachte 2] d.d. 11 juni 2014, p. 060693-060694.
129.AH350 PV bevindingen uitwerking verhoor [medeverdachte 2] d.d. 11 juni 2014, p. 060702‑p. 060703.
130.V09.08, PV verhoor verdachte [medeverdachte 1] (8e verhoor), p. 060885-060886.
131.V09.08, PV verhoor verdachte [medeverdachte 1] (8e verhoor), p. 060888-060889.
132.V09.08, PV verhoor verdachte [medeverdachte 1] (8e verhoor), p. 060891-060894.
133.V09.06, PV verhoor verdachte [medeverdachte 1] (6e verhoor), p. 060802-060805.
134.V09.06, PV verhoor verdachte [medeverdachte 1] (6e verhoor), p. 060810-060812.
135.V09.06, PV verhoor verdachte [medeverdachte 1] (6e verhoor), p.060814.
136.V10.05, PV verhoor verdachte [verdachte 1] (5e verhoor), p. 061033.
137.AH324, PV bevindingen subnummering [adres 7] Nederhorst den Berg , p. 070078 en p. 070079.
138.AH324, PV bevindingen subnummering [adres 7] Nederhorst den Berg , p. 070078.
139.GET20.01-002, Huurovereenkomst kantoorruimte tussen [naam 11] en de rechtspersoon [naam 13] , p. 070418 tot en met p. 070421.
140.Get20.01, PV verhoor getuige [naam 12] , p. 070400.
141.Get20.01, PV verhoor getuige [naam 12] , p. 070401.
142.Get20.01, PV verhoor getuige [naam 12] , p. 070401.
143.AH593, PV bevindingen (aanvullend) mbt subnummering [adres 7] Nederhorst den Berg , p. 70203, en AH377, PV sporenonderzoek, p. 07013, eerste alinea.
144.AH593, PV bevindingen (aanvullend) m.b.t. subnummering [adres 7] Nederhorst den Berg , p. 70203.
145.AH802, proces‑verbaal bevindingen ondersteuning LFO (Nederhorst den Berg), p. 70231‑070233.
146.AH802, proces‑verbaal bevindingen ondersteuning LFO (Nederhorst den Berg), p. 070233‑070240.
147.AH689, Rapport NFI onderzoek vermoedelijke vervaardiging synthetische drugs [adres 7] Nederhorst den Berg , p. 070289‑070291.
148.AH689, Rapport NFI onderzoek vermoedelijke vervaardiging synthetische drugs [adres 7] Nederhorst den Berg , p. 070291.
149.AH689, Rapport NFI onderzoek vermoedelijke vervaardiging synthetische drugs [adres 7] Nederhorst den Berg , p. 070293 en p. 070294.
150.AH689, Rapport NFI onderzoek vermoedelijke vervaardiging synthetische drugs [adres 7] Nederhorst den Berg , p. 070293 en p. 070294.
151.AH802, proces‑verbaal bevindingen ondersteuning LFO (Nederhorst den Berg), p. 070242.
152.AH377, PV sporenonderzoek, p. 070131.
153.AH593, PV bevindingen (aanvullend) m.b.t. subnummering [adres 7] Nederhorst den Berg , p. 70204 en AH229-004, beslaglijst, p. 070069 en p. 070070.
154.AH377, PV sporenonderzoek, p. 070131.
155.AH229-004, beslaglijst, p. 070070.
156.AH325, PV expertise amfetamine, mdma, xtc-pillen, marihuana, hash, weegschaal en verpakkingsmateriaal, p. 070089.
157.AH572, Rapport NFI Identificatie van drugs en precursoren d.d. 24-07-2014, p. 70199.
158.AH417, PV onderzoek verdovende middelen Forensische Opsporing, p. 070162 en p. 070163, en AH846, Rapport NFI identificatie van drugs en precursoren d.d. 11-09-2014, p. 070361.
159.AH377, PV sporenonderzoek, p. 070131 en p. 070133.
160.AH424, rapport NFI Resultaten DNA‑onderzoek, p. 70170.
161.AH424-002, bijlage DNA-profielcluster 29236, p. 070174 en 070175 en AH425, rapport NFI aanvullend rapport naar aanleiding van een DNA databank match, p. 070176 en p. 070177.
162.AH377, PV sporenonderzoek, p. 070131 en p. 070135.
163.AH377, PV sporenonderzoek, p. 070135, en AH473, rapport NFI onderzoek naar biologische sporen en dna-onderzoek d.d. 28-8-2014, p. 070178 en p. 070179.
164.AH473, rapport NFI onderzoek naar biologische sporen en dna-onderzoek d.d. 28-8-2014, p. 070179 en p. 070180.
165.AH377, PV sporenonderzoek, p. 070133.
166.AH424, rapport NFI Resultaten DNA‑onderzoek, p. 70170.
167.AH473-002, bijlage DNA-profielcluster 25559, p. 070185‑070187.
168.AH377, PV sporenonderzoek, p. 070131 en p. 070135.
169.AH377, PV sporenonderzoek, p. 070135, en AH473, rapport NFI onderzoek naar biologische sporen en dna-onderzoek d.d. 28-8-2014, p. 070178.
170.AH473, rapport NFI onderzoek naar biologische sporen en dna-onderzoek d.d. 28-8-2014, p. 070179.
171.AH377, PV sporenonderzoek, p. 070131, p. 070133 en p. 070134.
172.AH377, PV sporenonderzoek, p. 070131, en AH593-012, foto 11, p. 070216.
173.AH424, rapport NFI Resultaten DNA‑onderzoek, p. 70170.
174.AH974, PV analyse bakengegevens Nederhorst den Berg en Weesp, p. 070370‑070376.
175.AH974, PV analyse bakengegevens Nederhorst den Berg en Weesp, p. 070370.
176.AH974, PV analyse bakengegevens Nederhorst den Berg en Weesp, p. 070370‑070376.
177.OT038, PV observatie 17-6-2014, p. 070562 en p. 070563.
178.OT035, PV observatie 26-6-2014, p. 070570, p. 070572 en p. 070573.
179.AH981, PV wegen poeder en verpakking verdovende middelen, p. 080601.
180.AH307, Spoed rapport NFI Dedgum p. 080119-080120.
181.AH983, PV aantreffen poeder en tabletten, p. 080602.
182.AH522, PV onderzoek verdovende middelen, p. 080157-080159.
183.AH977, PV rectificatie vindplaats tabletten en poeder, p. 080600.
184.AH848, NFI rapport 2014.02.11.069-17 [adres 8] Dedgum p. 080484-080485.
185.V12.03, 3e verhoor verdachte [medeverdachte 6] , p. 081170.
186.V04.06, 6e verhoor verdachte [medeverdachte 3] , p. 080782-080783.
187.V12.01, 1e verhoor verdachte [medeverdachte 6] , p. 081150-081155.
188.V10.05, 5e verhoor verdachte [verdachte 1] , p. 081128-081129.
189.GET30.01, 1e verhoor [getuige 10] [naam 19] , p. 080616-080620.
190.V10.05, 5e verhoor verdachte [verdachte 1] , p. 081123.
191.V09.07, 7e verhoor verdachte [medeverdachte 1] , p. 080946-080948.
192.V09. 12 , 12e verhoor verdachte [medeverdachte 1] , p. 081064.
193.V09.07, 7e verhoor verdachte [medeverdachte 1] , p. 080946-080948.
194.V10.05, 5e verhoor verdachte [verdachte 1] , p. 081130-081131.
195.V09.04, 4e verhoor verdachte [medeverdachte 1] , p. 080881.
196.V09.07, 7e verhoor verdachte [medeverdachte 1] , p. 080939.
197.V09.07, 7e verhoor verdachte [medeverdachte 1] , p. 080948-080953.
198.V12.02, 2e verhoor verdachte [medeverdachte 6] , p. 081157-081159.
199.V12.03, 3 e verhoor verdachte [medeverdachte 6] , p. 081169.
200.V12.05, 5e verhoor verdachte [medeverdachte 6] , p. 081177.
201.AH353, PV bevindingen doorzoeking loc. W – [adres 9] Zeewolde, p. 090059-090061.
202.AH 515, PV sporenonderzoek cd-kastje planken SIN AAHD7341NL 2013158762-64, p. 090112‑090113.
203.AH516, PV onderzoek verdovende middelen [adres 9] te Zeewolde 2013158762-81, p. 090116‑090117.
204.AH844, NFI rapport 2014.02.11.069-10 [adres 9] Zeewolde, p. 090183-090184.
205.V04.06, 6e verhoor verdachte [medeverdachte 3] , p. 090478.
206.V04.08, 8e verhoor verdachte [medeverdachte 3] , p. 090524-090525.
207.V18.03, 3e verhoor verdachte [medeverdachte 5] , p. 0910748.
208.V18.03, 3e verhoor verdachte [medeverdachte 5] , p. 090742.
209.V18.03, 3e verhoor verdachte [medeverdachte 5] , p. 090747-090748.
210.V18.03, 3e verhoor verdachte [medeverdachte 5] , p. 090748.
211.V18.04, 4e verhoor verdachte [medeverdachte 5] , p. 090762.
212.V18.04, 4e verhoor verdachte [medeverdachte 5] , p. 090764.
213.V18.02, 2e verhoor verdachte [medeverdachte 5] , p. 090705.
214.Fotomap, bijlage bij het relaasproces-verbaal, foto’s op p. 39 en 57 en index, p. 38.
215.AH976, PV rectificatie gewicht pakketjes en weging verpakking, p. 090271.
216.AH353, PV bevindingen doorzoeking loc. W – [adres 9] Zeewolde, p. 090059-090061.
217.Bijlagen 001 en 002 bij AH353, p. 090062-090063 en p. 090066.
218.AH516, PV onderzoek verdovende middelen [adres 9] te Zeewolde 2013158762-81, p. 090114‑090119.
219.AH844, NFI rapport 2014.02.11.069-10 [adres 9] Zeewolde, p. 090183-090184.
220.AH516, PV onderzoek verdovende middelen [adres 9] te Zeewolde 2013158762-81, p. 090114‑090119.
221.AH844, NFI rapport 2014.02.11.069-10 [adres 9] Zeewolde, p. 090183-090184.
222.V18.04, 4e verhoor verdachte [medeverdachte 5] , p. 090762-090763.
223.V04.06, 6e verhoor verdachte [medeverdachte 3] , p. 090478.
224.V18.01, 1e verhoor verdachte [medeverdachte 5] , p. 090697-090698.
225.V18.03, 3e verhoor verdachte [medeverdachte 5] , p. 090743.
226.V18.01, 1e verhoor verdachte [medeverdachte 5] , p. 090699.
227.V18.04, 4e verhoor verdachte [medeverdachte 5] , p. 090762.
228.V18.04, 4e verhoor verdachte [medeverdachte 5] , p. 090762-090763.
229.V18.01, 1e verhoor verdachte [medeverdachte 5] , p. 090700.
230.AH332, proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, p. 10034 en 10037 en AH841 NFI‑rapport 2014.07.09.085-1 [adres 9] Putten, p. 10139.
231.AH326 proces-verbaal van politie Unit Regionale tactische recherche, team drugs en wapens, p. 10028.
232.V03.03 PV verhoor [medeverdachte 2] , p. 10152.
233.V03.03 proces-verbaal van verhoor [medeverdachte 2] , p. 10152 en p. 10153.
234.Proces-verbaal van verhoor verdachte V09.09, p. 10240 en p. 10241.
235.AH1010, vergelijkend onderzoek van MDMA-grondstoffen en XTC-tabletten, p. 1520417 en p. 1520423, en AH1010-001, bijlage 1: chemische vergelijking van MDMA-bevattende materialen, p. 1520428 en p. 1520429.
236.GET13.01, Verhoor getuige [getuige 8] (1e verhoor), p. 110382-110386.
237.VE09.07, PV verhoor verdachte [medeverdachte 1] (7e verhoor), p. 11000602-11000603.
238.VE09.08, PV verhoor verdachte [medeverdachte 1] (8e verhoor), p. 11000680-11000681.
239.VE09.11, PV verhoor verdachte [medeverdachte 1] (11e verhoor), p. 11000708-11000709.
240.GET59.01, PV verhoor getuige [getuige 9] (1e verhoor), p. 11000429-11000434.
241.Fotomap, bijlage bij het relaasproces-verbaal, foto op p. 39 en index, p. 38.
242.GET59.01, PV verhoor getuige [getuige 9] (1e verhoor), p. 11000429-11000434.
243.Fotomap, bijlage bij het relaasproces-verbaal, foto op p. 43 en index, p. 38.
244.GET59.01, PV verhoor getuige [getuige 9] (1e verhoor), p. 11000429-11000434.
245.GET59.02, PV verhoor getuige [getuige 9] (2e verhoor), p. 11000456.
246.Proces-verbaal van het verhoor als getuige bij de rechter-commissaris van [getuige 9] , 18 mei 2016.
247.AH939, PV confrontatie aangetroffen [getuige 9] <-> LFO, p. 11000361-11000379.
248.GET58.01, PV verhoor getuige [getuige 9] , p. 11000392.
249.Fotomap, bijlage bij het relaasproces-verbaal, foto op p. 39 en index, p. 38.
250.GET58.01, PV verhoor getuige [getuige 9] , p. 11000390-11000396.