Uitspraak
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Beslissing op voorwaardelijk verzoek
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij
hij
hij
- Het gaat om (verhoudingsgewijs) grote hoeveelheden van stoffen die behoren tot categorie 3, welke gebruikt kunnen worden - zoals van algemene bekendheid is, op de verpakking staat vermeld en verdachte wist - om stoffen als bedoeld in lijst 1 behorende bij de Opiumwet te vervaardigen.
- Verdachte betaalde contant.
- Verdachte heeft onder meer verklaard dat hij een soort tussenhandelaar is. Verder heeft hij onder meer verklaard dat hij de 5000 liter aceton heeft besteld en betaald omdat hij er een afnemer voor had en dat hij contant heeft betaald aan [medeverdachte 1] . Deze partij zou later naar [naam] zijn vervoerd en door deze zijn opgeslagen. Verder heeft verdachte verklaard dat hij onder meer zoutzuur en zwavelzuur heeft besteld voor iemand die de stoffen “nodig had”. In een latere verklaring zegt verdachte weliswaar dat het lijstje met bestellingen afkomstig was van “ [naam] ” maar deze was kennelijk een tussenpersoon voor een “afnemer”. Als de bestelling er was, leverde hij het deels af bij zijn klant, waarvoor hij een paar keer heen en weer is gereden. Van de klant aan wie hij heeft geleverd, verklaart hij dat hij deze niet meer terug zou kunnen vinden. Verdachte had met [medeverdachte 1] de afspraak dat hij contant zou betalen als hij ergens een koper voor had. Verdachte heeft in verband met de bestellingen bij [bedrijf 1] verklaard dat het niet de bedoeling was om de naam [verdachte] op de factuur te hebben staan omdat het eigenlijk niet voor hemzelf was en dat hij er niet blij mee was dat de naam wel was vermeld, maar dat hij het maar zo heeft gelaten.
- [medeverdachte 1] heeft onder meer verklaard dat [verdachte] hem zei dat de partij van 5000 liter aceton voor een bedrijf in België was en dat verdachte - anders dan hij
- stoffen (ook in grotere hoeveelheden) - deels geregistreerde stoffen (feit 1), deels stoffen die (ook) kunnen worden gebruikt voor de vervaardiging of bewerking van drugs (vgl. de bewijsmiddelen met betrekking tot feit 2) - aanschafte en/of bestelde voor en leverde aan
- onbekend gebleven afnemers, onder wie één afnemer die zelf tussenhandelaar was en één afnemer wiens BTW nummer hij - anders dan hij had toegezegd - niet aan [medeverdachte 1] heeft doorgegeven en één afnemer, te weten [bedrijf 2] , waarvan is gebleken dat dit bedrijf niet bestaat maar in werkelijkheid [bedrijf 2] heet,
- terwijl de eigenaar van dat bedrijf niets weet van de bedoelde bestellingen,
- voor onbekend gebleven doelen,
- terwijl alle betalingen in contanten plaatsvonden
- en terwijl verdachte liever niet had dat zijn naam op de facturen werd vermeld.
- Door verdachte zijn vanaf 2007 bij [bedrijf 1] als (een soort) tussenhandelaar chemische stoffen betrokken welke kunnen worden gebruikt voor de vervaardiging of bewerking van drugs. Het hof verwijst naar het door de rechtbank gegeven overzicht. Een en ander zal in geval van cassatie onder de bewijsmiddelen worden opgenomen. Verdachte heeft verklaringen afgelegd die inhouden dat en hoe hij de stoffen heeft besteld en afgeleverd. Uit de aard, de combinatie en de hoeveelheden van de stoffen - in combinatie met de hieronder vermelde feiten en omstandigheden - leidt het hof af dat de stoffen daartoe ook door verdachte zijn verhandeld. Het hof acht niet aannemelijk dat de stoffen zijn gebruikt voor de kunsthandel. Concrete aanknopingspunten daarvoor ontbreken. Voor het overige acht het hof dit ook niet geloofwaardig.
- In [plaats] is een cocaïnewasserij aangetroffen waarbij verdachte betrokken was. Het hof leidt één en ander af uit de verklaringen van [betrokkene 2] die onder meer inhouden dat hij de woning waarin de wasserij zat, heeft gehuurd van verdachte, die hij met name noemt en op wiens foto hij hem ook herkent. In een notitieboekje van verdachte (D452) staat de passage vermeld: “Ruimte geregeld per 1 maart”. In het huurcontract (D408) op naam van [betrokkene 2] betreffende voornoemd pand te [plaats] staat als ingangsdatum 1 maart 2008 vermeld. Op 26 maart 2008 zijn er bij de cocaïnewasserij in [plaats] twee door [bedrijf 1] geleverde vaten met aceton aangetroffen. Zoals vermeld, heeft verdachte 5000 liter aceton bij [bedrijf 1] besteld.
- Bij de doorzoeking van verdachtes woning op 13 april 2010 zijn onder meer een productiebeschrijving en een lijst met benodigdheden van PMK aangetroffen. Het hof leidt uit de bewijsmiddelen af dat het [medeverdachte 2] is geweest die één en ander heeft geschreven. [medeverdachte 2] is (in loondienst) werkzaam geweest bij [bedrijf 1] vanaf 2006. Mede daarom acht het hof niet aannemelijk dat de beschrijving en de lijst dateren uit een vorige strafzaak tegen verdachte in verband met drugs.
- Uit een e-mailbericht van [betrokkene 3] aan verdachte, gedateerd 25 november 2009, blijkt dat een prijsopgave wordt gedaan van een “Rotary Evaporator Type R50002K, een “Jacketed Glass reactor Type RAT-50D” en een “Low Temp. Coolant Circulation Pump Type DLSB40/80”.
Bewezenverklaring
hij
een of meerderetijdstip(pen) gelegen
of omstreeksde periode van 27 juni 2007 tot en met 19 september 2009
en/of zijn mededader(s)
)
hij
een of meerderetijdstip(pen) gelegen
of omstreeksde periode van 1 mei 2006 tot en met 13 april 2010 te [plaats] en/of [plaats] , althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,om een feit, bedoeld in het derde of vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet (oud) en/of in het vierde en vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet (nieuw),
en/of zijn mededader(s)(telkens) (al dan niet via (een) ander(en)):
en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkten/of afgeleverd en/of verstrekt en/of gekocht en/of verkocht en/of gefinancierd en/of ter beschikking gesteld en/of voorhanden gehad
en/of doen/laten bestellen en/of vervoeren en/of opslaan en/of verpakken en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of afleveren en/of verstrekken en/of kopen en/of verkopen en/of financieren en/of ter beschikking stellen en/of voorhanden hebbenen/of
en/of
hij
, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gramvan een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd (hasjiesj), zijnde hasjiesj een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II
, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) jaren.