Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van [gedaagde] .
2.De feiten
5.De beslissing
3.De beslissing
3.Het geschil
4.De beoordeling
rechtsmacht
816,00
Rechtbank Gelderland
In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, is behandeld, gaat het om een kort geding tussen een Duitse vennootschap (eiseres) en haar financieel directeur (gedaagde). De gedaagde had zich ziek gemeld na een arbeidsconflict en de eiseres had de arbeidsovereenkomst op dringende redenen opgezegd. Gedaagde verzocht de kantonrechter om hem weer toe te laten tot de werkvloer en om het ontslag op staande voet te vernietigen. De kantonrechter oordeelde dat het ontslag niet onverwijld was gegeven en vernietigde het ontslag. Eiseres ging in hoger beroep, maar gedaagde vorderde in kort geding schorsing van de tenuitvoerlegging van de eerdere beschikkingen en stelde dat er dwangsommen waren verbeurd. De voorzieningenrechter oordeelde dat eiseres had voldaan aan de eerdere beschikkingen en dat er geen dwangsommen waren verbeurd. De vordering van eiseres om executiemaatregelen te schorsen werd toegewezen, terwijl de vordering van gedaagde om dwangsommen te incasseren werd afgewezen. De voorzieningenrechter veroordeelde gedaagde in de proceskosten.