In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Gelderland, is de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [eiseres] betrokken, die op 15 december 2015 in staat van faillissement is verklaard. De curator, mr. L.T. Lonis, is aangesteld om het faillissement te beheren. De procedure in conventie is aangehouden om de gedaagde partij, Red Dragon B.V., de gelegenheid te geven de curator op te roepen om het geding over te nemen. Red Dragon heeft de curator opgeroepen, maar deze heeft geen gevolg gegeven aan de oproeping. Hierdoor heeft Red Dragon ontslag van instantie gevorderd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de curator de procedure in conventie niet overneemt, wat betekent dat de vordering tot ontslag van instantie in beginsel toewijsbaar is op grond van artikel 27 lid 2 van de Faillissementswet. De rechtbank heeft ook overwogen dat er geen feiten of omstandigheden zijn die zouden kunnen leiden tot de conclusie dat toewijzing van de vordering in strijd zou zijn met de eisen van een goede procesorde. De advocaat van [eiseres], mr. E.J. Kuper, heeft zich niet verzet tegen het ontslag van instantie en heeft geen reactie gegeven op de brief van de rechtbank.
De rechtbank heeft daarom de vordering van Red Dragon toegewezen en [eiseres] veroordeeld in de proceskosten. De kosten zijn begroot op € 2.000,-- voor salaris advocaat en € 3.864,-- voor griffierecht. De rechtbank heeft de veroordeling uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het geding in reconventie van rechtswege geschorst, met verwijzing naar de parkeerrol van 5 oktober 2016. De beslissing is openbaar uitgesproken op 20 juli 2016.