Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
[eiseres],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 3 februari 2016
- het (verkort) proces-verbaal van comparitie van 12 april 2016.
2.De feiten
rechtbank; verkeersregelinstallatie, ook wel verkeerslichten). De opstellengten voor de VRI zijn gebaseerd op kruispuntstromen uit het verkeersmodel dat is gebruikt voor de studie naar het effect van een oostelijke ontsluiting. (…) Op basis van die variant is een minimale opstellengte nodig van 130 meter op de [straat 1] . Volgens mij betekent dit dat de huidige locatie van de in/uitrit van het tuincentrum in het opstelvak voor de VRI komt te liggen. Om bij de planvorming voor de aansluiting niet afhankelijk te zijn van de in/uitrit van het tuincentrum dient de in/uitrit minimaal 130 meter van de aansluiting te worden gesitueerd.”
a. het tuincentrum verplaatst naar de gronden gelegen in de hoek [straat 1] / [N nummer 1] (…)
b. de vrijgekomen gronden aan de [adres 1] , na verplaatsing van het tuincentrum naar de locatie hoek [straat 1] / [N nummer 1] , herontwikkelt met woningbouw en bijbehorende voorzieningen van openbaar nut;
Verkeersonderzoek Tuincentrum, Variantenstudie ontsluiting zoeklocatie [straat 1]’ uitgebracht. In hoofdstuk 3 met de titel ‘Uitgangspunten’ is onder paragraaf 3.1 met het opschrift ‘Ontwikkelingen’ onder meer het volgende opgenomen:
6.Samenvatting en conclusies
3.Het geschil
- i) een schadevergoeding van € 1.131.225,65, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 409.363,65 (gemaakte onderzoekskosten) vanaf 20 november 2010 en over € 721.862,00 (waardevermindering grond) vanaf 30 oktober 2015, beide tot aan de dag der algehele voldoening;
- ii) een schadevergoeding, nader op te maken bij staat, bestaande uit gemist rendement uit de onderneming vanaf 3 juli 2007 tot heden, althans tot en met eind 2010;
- iii) € 9.096,00 en € 12.179,86 en € 8.932,27 aan buitengerechtelijke kosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 oktober 2015 tot aan de dag der algehele voldoening;
- iv) de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na vonnisdatum tot aan de dag der voldoening.
4.De beoordeling
6.422,00(2,0 punten × tarief € 3.211,00)
5.De beslissing
mr. E.C.G. Okhuizen en in het openbaar uitgesproken op 15 juni 2016.