ECLI:NL:RBGEL:2016:3677

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
7 juli 2016
Publicatiedatum
7 juli 2016
Zaaknummer
05/740260-15
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in kinderpornozaak na verwerping van verweer tot nietigverklaring van de dagvaarding

Op 7 juli 2016 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het in bezit hebben en verspreiden van kinderporno. De zaak kwam voor de rechtbank na een verweer van de raadsman, die stelde dat de dagvaarding nietig verklaard moest worden. Dit verweer was eerder door de rechtbank verworpen. De raadsman betoogde dat de tenlastelegging onvoldoende duidelijk was, omdat deze betrekking had op een groot aantal afbeeldingen zonder nadere verduidelijking. De rechtbank oordeelde echter dat de dagvaarding voldoende duidelijkheid bood en verwierp het verweer van de raadsman.

De officier van justitie stelde dat er wettig en overtuigend bewijs was dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de tenlastegelegde feiten. Er waren kinderpornografische afbeeldingen aangetroffen op de laptop en externe harde schijf van de verdachte. De rechtbank overwoog dat, hoewel er aanwijzingen waren dat de verdachte betrokken was bij de afbeeldingen en de chatgesprekken, er niet buiten redelijke twijfel kon worden vastgesteld dat hij de feiten had gepleegd. De verdachte had steeds ontkend en zijn zonen hadden ook verklaard dat zij niet betrokken waren bij de chatgesprekken.

Uiteindelijk sprak de rechtbank de verdachte vrij van het tenlastegelegde feit, omdat de overtuiging ontbrak dat hij verantwoordelijk was voor het in bezit hebben van de kinderpornografische afbeeldingen. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en de griffier was aanwezig tijdens de openbare terechtzitting.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/740260-15
Datum uitspraak : 07 juli 2016
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , wonende te [adres] .
Raadsman: mr. I.T.H.L. van de Bergh, advocaat te Maastricht.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 4 februari 2016 en 23 juni 2016.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 25 januari 2012 tot 5 februari 2014 in de
gemeente Ede en/of Doesburg, in elk geval in Nederland, één of meermalen 394
en/of (aldus) een (groot) aantal, in elk geval een of meer afbeelding(en) (te
weten 321 foto's en/of 73 films/video's) en/of (een) gegevensdrager(s), te
weten een laptop (zwart) en/of een externe harddisk (Iomega, zilverkleurig)
en/of een desktop (Dell), bevattende 394 en/of (aldus) een (groot) aantal, in
elk geval één of meer afbeeldingen, heeft verspreid en/of aangeboden en/of openlijk tentoongesteld en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of verworven en/of in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog
niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit:
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren met de penis en/of (een)
vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) en/of de mond/tong van het lichaam van
een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
het anaal penetreren met de penis en/of de mond/tong van het lichaam van een
(ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog
niet heeft bereikt
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen met de penis
en/of (een) vinger(s)/hand en/of de mond/tong van een persoon die kennelijk de
leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen met (een) vinger(s)/hand
en/of de mond/tong van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de
leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die
kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze
perso(o)n(en) gekleed is/zijn en/of opgemaakt is/zijn en/of poseert/poseren in
een omgeving en/of met (een) voorwerp(en) en/of in (een)(erotisch getinte)
houding(en) (op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen
en/of waarbij deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in opeenvolgende
afbeeldingen/filmfragmenten van haar/hun kleding ontdoet/ontdoen
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de
wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de
afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen in beeld
gebracht worden
(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft
en/of strekt tot seksuele prikkeling
en/of
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het lichaam van een
perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben
bereikt
en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht/lichaam van een
perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben
bereikt,
terwijl op dat gezicht/lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
MEDEDELINGEN:
De officier van justitie deelt mede dat een representatieve collectie van bovengenoemde afbeeldingen/filmfragmenten is samengesteld, maar ter voorkoming van strafbare feiten en verdere verspreiding van bovengenoemd materiaal, niet in het dossier zijn gevoegd en ook niet in afschrift zullen worden verstrekt. De officier van justitie zal deze collectie als stuk van overtuiging op de terechtzitting aanwezig hebben en aan de rechtbank overleggen. Voorafgaand aan de terechtzitting kan inzage in genoemd materiaal verleend worden op afspraak met de officier van justitie.
1a. De geldigheid van de dagvaarding
Ter terechtzitting van 23 juni 2016 heeft de raadsman het verweer, strekkende tot nietigverklaring van de dagvaarding, hetgeen hij voor het eerst ter terechtzitting van 4 februari 2016 heeft gevoerd en de rechtbank op die zitting verworpen heeft, gehandhaafd. Hij heeft daartoe betoogd dat de onderhavige tenlastelegging, in afwijking van de door de Hoge Raad aanbevolen werkwijze, betrekking heeft op grootschalige kinderporno, te weten 394 afbeeldingen, die zonder nadere verduidelijking of herleidbaarheid tot die 394 afbeeldingen, in zes nader omschreven categorieën is onderverdeeld. Uit de eisen die artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering stelt aan de dagvaarding (deze moet zo duidelijk zijn dat de verdachte zich naar behoren tegen het strafrechtelijke verwijt kan verdedigen), vloeit voort dat de tenlastelegging ten aanzien van elk van de afbeeldingen, hetzij een voldoende concrete beschrijving dient te bevatten, hetzij de vindplaats van die beschrijving in het dossier dient te vermelden. Nu de onderhavige tenlastelegging niet aan deze vereisten voldoet, dient de dagvaarding nietig te worden verklaard.
De rechtbank overweegt als volgt.
Ten aanzien van een soortgelijke tenlastelegging als de onderhavige, heeft de Hoge Raad in het arrest van 28 september 2004, ECLI:NL:HR:2004:AQ3710, overwogen dat deze voldoende feitelijke betekenis had.
De Hoge Raad heeft in het arrest van 17 november 2015, ECLI:NL:HR:2015:3322, aldus geoordeeld: ‘uit de eisen die art. 261 Sv in gevallen als de onderhavige stelt aan de dagvaarding, vloeit voort dat de tenlastelegging met het oog op de in 2.4 genoemde duidelijkheid (‘
de tenlastelegging strekt er toe voor de procesdeelnemers de inzet van het geding en de te volgen beslissingsstructuur met de vereiste duidelijkheid vast te leggen (…) met het oog daarop dient ingevolge art. 261 Sv de dagvaarding een opgave te behelzen van het feit dat ten laste wordt gelegd, met vermelding omstreeks welke tijd en waar ter plaatse alsmede de omstandigheden waaronder het zou zijn begaan’)ten aanzien van elk van die afbeeldingen, hetzij een voldoende concrete beschrijving dient te bevatten, hetzij de vindplaats van die beschrijving in het dossier dient te vermelden. Indien de tenlastelegging niet aan die eisen voldoet en de verdachte daarop beroep doet, kan zulks grond vormen voor nietigverklaring van de dagvaarding.’
Naar het oordeel van de rechtbank maakt de enkele omstandigheid dat in de tenlastelegging niet verwezen is naar de collectiescan zoals die is opgenomen in het dossier, niet dat voor verdachte niet voldoende duidelijk was om welke afbeeldingen het gaat en wat er op die afbeeldingen te zien is. De tenlastelegging dient gelezen te worden in combinatie met het dossier, in welk dossier de collectiescan is opgenomen waarin per soort seksuele gedraging staat aangegeven, op hoeveel procent van het totaal aantal aangetroffen kinderpornografische afbeeldingen die seksuele gedraging is waargenomen. Elk soort seksuele gedraging is te herleiden tot één van de in de tenlastelegging genoemde categorische omschrijving van seksuele gedragingen.
In het dossier staat eveneens helder aangegeven waar de afbeeldingen zijn aangetroffen (het overgrote deel in de map ‘ [naam map 1] ’ op de externe harddisk Iomega van verdachte).
Gelet op het voorgaande is de rechtbank, met de officier van justitie, van oordeel dat de dagvaarding voldoende duidelijkheid biedt en verwerpt zij het verweer van de raadsman.

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het tenlastegelegde. Daarbij heeft de officier van justitie gewezen op de volgende omstandigheden.
De laptop en externe harde schijf waarop de kinderpornografische afbeeldingen zijn aangetroffen, zijn van verdachte. Verdachte moet volgens de officier van justitie ook gezien worden als de gebruiker van de map ‘ [naam map 1] ’ waarin de meeste afbeeldingen zijn aangetroffen, nu uit deze map snelkoppelingen zijn aangetroffen op de laptop van verdachte vanuit - alleen – het gebruikersaccount genaamd ‘ [naam gebruikersaccount] ’ en de bestanden in de mappenstructuur in de map ‘ [naam map 2] ’, ook gebruikt zijn of binnen gekomen zijn via het Skypeaccount ‘ [naam Skypeaccount 1] ’, met weergave naam ‘ [naam 1] ’ en via het Skypeaccount ‘ [naam Skypeaccount 2] ’, met weergavenaam ‘ [naam 2] ’. Met deze Skypeaccounts zijn ook kinderpornografische afbeeldingen verstuurd en ontvangen. Daarnaast zijn op de laptop van verdachte met deze Skypeaccounts chats gevoerd, met onder meer minderjarige meisjes, met een duidelijk pedoseksueel karakter en wijst de inhoud van de chats ook naar verdachte. Zo wordt er genoemd: ‘mijn zoon gebruikt soms dezelfde PC als ik, maar ik heb mijn account afgeschermd’, ‘ik ben een [aanduiding afkomst] maar ben opgegroeid in [plaats 1] ’, ‘ik woon nu in [plaats 2] en ga van de week verhuizen naar [plaats 3] ’, ‘ik heb 2 jongens van [leeftijden] ’, ‘ik kom uit [plaats 3] ’, ‘ik ben [beroep] ’, ‘ik ben [naam gebruikersaccount] , [leeftijd] jaar’, ‘dan breng ik eerst mijn zoon weg en kom dan naar jou’, en noemt de gebruiker van het Skypeaccount ‘ [naam Skypeaccount 2] ’ als zijn e-mailadres: ‘ [e-mailadres] ’. Met het Skypeaccount ‘ [naam Skypeaccount 1] ’ zijn bovendien foto’s van verdachte verstuurd onder de bestandsnaam ‘ [bestandsnaam] ’.
De beide zoons van verdachte, [naam zoon 1] en [naam zoon 2] , hebben bovendien beiden verklaard dat zij de map ‘ [naam map 2] ’ niet kennen en ook niet gechat hebben met de genoemde Skypeaccounts en zich in chats ook niet hebben voorgedaan als hun vader. Het ligt ook niet voor de hand dat, als één van hen of zij beiden degene waren die de chatgesprekken hebben gevoerd en uit waren op seks met minderjarige meisjes, zij zich voordoen als iemand van [leeftijd] jaar.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht verdachte van het tenlastegelegde vrij te spreken. Hij heeft daartoe betoogd dat van de tenlastegelegde 394 kinderpornografische afbeeldingen, er 61 zijn aangetroffen op de laptop van [naam zoon 1] en niet bewezen kan worden dat verdachte wetenschap had van deze afbeeldingen. Ten aanzien van de overige kinderpornografische afbeeldingen kan op grond van de wettige bewijsmiddelen niet de overtuiging worden bekomen dat het verdachte is geweest die het feit heeft gepleegd. Verdachte heeft dit stellig en van meet af aan ontkend, ook dat hij de in het dossier opgenomen chats heeft gevoerd. De zoon van verdachte, [naam zoon 1] , heeft toegang gehad tot het hoofdaccount ‘ [naam gebruikersaccount] ’ van verdachte en heeft daar wel eens gebruik van gemaakt. Hij heeft zich ook, tijdens zijn verhoor bij de rechter-commissaris, beroepen op zijn verschoningsrecht ten aanzien van de chatgesprekken. Bovendien is het juist op internet goed mogelijk jezelf uit te geven voor een ander.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank is, met de raadsman, van oordeel dat in ieder geval niet bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het in bezit hebben van de kinderpornografische afbeeldingen die op de desktop (Dell) van [naam zoon 1] zijn aangetroffen. [naam zoon 1] heeft daarover ook een bekennende verklaring afgelegd.
Ten aanzien van de kinderpornografische afbeeldingen die op de laptop (1 foto) en op de externe harddisk Iomega (272 foto’s en 60 video’s) van verdachte zijn aangetroffen, hetgeen niet ter discussie staat, overweegt de rechtbank het volgende.
De omstandigheden zoals door de officier van justitie genoemd, wijzen in de richting van verdachte als degene die de kinderpornografische afbeeldingen in bezit heeft gehad en ook de chatgesprekken heeft gevoerd via de genoemde Skypeaccounts waarmee ook kinderpornografische afbeeldingen zijn verstuurd en ontvangen.
Voor de rechtbank staat echter, op grond van het hierna volgende, niet buiten redelijke twijfel vast dat het inderdaad verdachte is geweest die dit gedaan heeft.
Verdachte heeft reeds op 4 februari 2014 ontkend kinderpornografische afbeeldingen in zijn bezit gehad te hebben en heeft ter terechtzitting van zowel 4 februari 2016 als 23 juni 2016 stellig volhard in deze ontkenning en de ontkenning dat hij de in het dossier opgenomen chatgesprekken heeft gevoerd en daarbij kinderpornografische afbeeldingen heeft verstuurd en ontvangen.
Beide zoons van verdachte hadden kinderpornografische afbeeldingen aanwezig op hun computer. In de tenlastegelegde periode woonde [naam zoon 2] , tot 11 mei 2013, bij verdachte. [naam zoon 1] heeft de hele tenlastegelegde periode bij verdachte gewoond. De chatgesprekken die gevoerd zijn via de genoemde Skypeaccounts, dateren vanaf de periode van april 2013.
[naam zoon 1] heeft, waar hij eerder bij de politie heeft ontkend dat hij het wachtwoord wist van het account van zijn vader, ‘ [naam gebruikersaccount] ’, om toegang te krijgen tot zijn vaders laptop, bij de rechter-commissaris verklaard dat hij wèl enige tijd het wachtwoord heeft geweten en dit gebruikte om iets op zijn vaders laptop te installeren. Dit laatste is conform hetgeen verdachte ter terechtzitting van 4 februari 2016 heeft verklaard. Op vraag van de rechter-commissaris aan [naam zoon 1] of hij onder het Skypeaccount ‘ [naam Skypeaccount 2] ’ chats heeft gevoerd waarbij gesproken wordt over het hebben van seks met kinderen rond de leeftijd van 10 jaar, heeft hij weliswaar gezegd dat hij nooit heeft gechat onder dat account, maar voor het overige heeft hij, ten aanzien van dit punt, zich beroepen op zijn verschoningsrecht.
De foto’s van verdachte die met het Skypeaccount ‘ [naam Skypeaccount 1] ’ zijn verstuurd, zijn foto’s die afkomstig zijn van zijn Facebook en/of LinkedIn en zijn vakantiefoto’s of foto’s van uitjes, die ook op verdachtes laptop stonden opgeslagen.
In de chatgesprekken is degene die chat via het Skypeaccount ‘ [naam Skypeaccount 2] ’ met weergavenaam ‘ [naam 2] ’ duidelijk uit op het hebben van seks met minderjarige meisjes, waarbij hij zelfs met één van hen een afspraak heeft gemaakt om bij haar thuis te komen wat, volgens het chatgesprek, niet door is gegaan omdat zij er niet was toen hij op het station stond te wachten. In dit chatgesprek noemt ‘ [naam 2] ’ dat hij [leeftijd] jaar oud is. De rechtbank acht het niet waarschijnlijk dat als een persoon uit is op seksueel contact met een minderjarig meisje, die persoon aangeeft dat zijn leeftijd [leeftijd] jaar is.
Gelet op het voorgaande heeft de rechtbank niet de overtuiging bekomen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan en zal zij hem daarvan vrijspreken.

3.De beslissing

De rechtbank:
 Spreekt verdachte vrij van het tenlastegelegde feit.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.M.E. Lagarde (voorzitter), mr. G. Noordraven en mr. N.K. van den Dungen-Dijkstra, rechters, in tegenwoordigheid van mr. N. ter Horst, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 07 juli 2016.