ECLI:NL:RBGEL:2016:1927
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Boete op grond van de Zorgverzekeringswet wegens niet afsluiten zorgverzekering door gedetineerde
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland geoordeeld over de boete die aan eiseres is opgelegd op grond van de Zorgverzekeringswet (Zvw) omdat zij geen zorgverzekering had afgesloten. Eiseres, die sinds 6 november 2011 gedetineerd was, ontving op 11 juli 2014 een boete van € 332,25 van Zorginstituut Nederland, omdat zij niet aan haar verzekeringsplicht voldeed. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze boete, maar dit werd ongegrond verklaard. Tijdens de zitting op 5 januari 2016 heeft eiseres aangevoerd dat zij wel verzekerd was bij Menzis, maar dat haar verzekering ten onrechte was geschorst bij haar binnenkomst in de penitentiaire inrichting.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres op basis van de Zvw verplicht was om een zorgverzekering af te sluiten, ongeacht haar detentie. De rechtbank oordeelde dat de stelling van eiseres dat zij verzekerd was bij Menzis niet geloofwaardig was, omdat zij geen verifieerbare gegevens had overgelegd. De rechtbank benadrukte dat de verantwoordelijkheid voor het afsluiten van een zorgverzekering bij eiseres zelf lag, ook al was zij gedetineerd. De rechtbank concludeerde dat eiseres niet aan haar verplichtingen had voldaan en dat de opgelegde boete in overeenstemming was met de wet.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak benadrukt de verplichtingen van gedetineerden onder de Zvw en de gevolgen van het niet naleven van deze verplichtingen.