ECLI:NL:RBGEL:2015:1707
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Misbruik van recht bij verzoek om informatie op basis van de Wet openbaarheid van bestuur
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 17 maart 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, vertegenwoordigd door mr.drs. J.M.C. Niederer, en verweerder, de minister van Veiligheid en Justitie, vertegenwoordigd door mr. H.O. Nieuwpoort. De zaak betreft een verzoek om informatie dat eiser op 16 januari 2013 heeft ingediend, waartegen verweerder op 1 mei 2013 heeft beslist. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing en later beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op het bezwaarschrift. Het bestreden besluit van 2 december 2013 verklaarde het bezwaar ongegrond.
Tijdens de zitting op 12 februari 2015 werd duidelijk dat de gemachtigde van eiser het verzoek om informatie had bedoeld als een Wob-verzoek, ondanks dat het verzoek niet als zodanig kon worden aangemerkt. De rechtbank verwijst naar eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, waarin werd geoordeeld dat er sprake was van misbruik van recht. De rechtbank concludeert dat de gemachtigde van eiser het proces heeft ingezet met als doel geldsommen van de overheid te incasseren, zonder een redelijk doel voor de procedure te hebben.
De rechtbank oordeelt dat het beroep niet-ontvankelijk moet worden verklaard en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak benadrukt dat de gemachtigde de bevoegdheid om informatieverzoeken in te dienen en beroep in te stellen niet op een legitieme manier heeft gebruikt, wat leidt tot de conclusie van misbruik van recht. De beslissing is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.