Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
Ten aanzien van het subsidiair tenlastegelegde geldt dat verdachte ontslagen moet van alle rechtsvervolging wegens afwezigheid van alle schuld. Naar de mening van de raadsvrouw is het aannemelijk geworden dat ten tijde van cq. kort voorafgaand aan het ongeval sprake is geweest van een korte harstilstand bij verdachte tijdens de autorit. De raadsvrouw wijst daarbij, kort gezegd, op een brief van 11 juni 2014 van de cardioloog van verdachte en een aantal getuigenverklaringen. Uit deze getuigenverklaringen blijkt dat er geen enkele reactie vanuit verdachte kwam toen hij met zijn auto naar links reed. Verdachte zelf kan zich ook niets herinneren van momenten vlak voor en tijdens het ongeval. Volgens de raadsvrouw heeft verdachte deze toestand ook niet kunnen voorkomen, nu hij zich voorafgaand aan het ongeval fit voelde. Verdachte was weliswaar voorafgaand aan het ongeval ervan op de hoogte dat hij hartritmestoornissen had maar hij ging elk jaar op controle bij de cardioloog en gebruikte medicijnen.
Zo verklaart de getuige [getuige 1] dat de Mercedes naar links ging en dat hij geen remlichten zag branden bij het voertuig. Ook zag de getuige niet dat er stuurcorrecties werden gemaakt. De getuige verklaart dat het voertuig zonder te slingeren of dat er werd geremd naar links dreef [14] . De getuige [getuige 2] verklaart dat hem een auto was opgevallen door een groene kentekenplaat. Hij reed achter deze auto op de Jan J. Ludenlaan richting Malden. Op enig moment zag de getuige dat de auto naar de andere weghelft begon te glijden. Het viel de getuige op dat hij geen remlichten zag opgloeien [15] .
De rechtbank merkt op dat verdachte tegenover de politie heeft verklaard dat hij in een auto reed met handelaarsplaten, zijnde groene kentekenplaten [16] .
Ook de getuige [getuige 3] verklaart dat de auto straal rechtdoor reed en dat de auto niet werd gecorrigeerd [17] .
Een verricht echocardiogram toonde een onveranderde mild concentrisch linkerkamer hypertrofie met goede systolische functie. De rechterkamer is niet gedilateerd en toont een
3.Bewezenverklaring
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De toegepaste wettelijke bepalingen
8.De beslissing
verdachte niet strafbaaren
ontslaatverdachte voor het
onder subsidiair ten laste gelegdevan alle
rechtsvervolging.