ECLI:NL:RBGEL:2014:6239
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking van drank- en horecavergunning wegens slecht levensgedrag leidinggevende
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 30 september 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen Café Goffertzicht, een horecagelegenheid in Nijmegen, en de burgemeester van de gemeente Nijmegen. De burgemeester had op 16 december 2013 de drank- en horecavergunning van Café Goffertzicht ingetrokken en een last onder bestuursdwang opgelegd, gericht op sluiting van de inrichting. Dit besluit werd door de burgemeester in een later besluit op 11 februari 2014 bevestigd, waarop Café Goffertzicht beroep instelde.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de burgemeester de vergunning had ingetrokken op basis van het feit dat de leidinggevende van het café, [naam leidinggevende], in het verleden was veroordeeld voor overtredingen van de Opiumwet en de Wegenverkeerswet. De rechtbank oordeelde dat de burgemeester zich in redelijkheid op het standpunt had kunnen stellen dat de leidinggevende niet voldeed aan de eis van goed levensgedrag, zoals vereist door de Drank- en Horecawet. De rechtbank benadrukte dat de wet geen ruimte biedt voor beleidsvrijheid bij de intrekking van de vergunning wanneer niet aan de eisen wordt voldaan.
Tijdens de zitting op 15 juli 2014 zijn de leidinggevenden van het café verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde, terwijl de burgemeester werd vertegenwoordigd door een ambtenaar en twee gemachtigden. De rechtbank concludeerde dat de burgemeester terecht had gehandeld en verklaarde het beroep van Café Goffertzicht ongegrond. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden op de hoogte gesteld van hun recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.