ECLI:NL:RBGEL:2014:5665
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging WW-uitkering en inkomstenaftrekregeling bij meerdere dienstbetrekkingen
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 9 september 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de beëindiging van haar WW-uitkering per 3 september 2012, na een wijziging in haar dienstbetrekking. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres in privaatrechtelijke dienstbetrekking was bij twee werkgevers, maar dat haar WW-uitkering ten onrechte was beëindigd. Verweerder had aanvankelijk het bezwaar van eiseres gegrond verklaard, maar kwam hier later op terug. De rechtbank oordeelde dat de inkomstenaftrekregeling niet van toepassing was, omdat eiseres niet volledig werkloos was in de week voorafgaand aan haar werkhervatting. De rechtbank heeft de uitleg van artikel 20, zesde lid, van de WW behandeld en geconcludeerd dat de arbeidsuren uit beide dienstbetrekkingen in aanmerking moeten worden genomen. De rechtbank oordeelde dat verweerder terecht had besloten dat eiseres niet in aanmerking kwam voor de inkomstenaftrekregeling, omdat zij nog inkomen uit arbeid ontving. Eiseres' beroep op het rechtszekerheidsbeginsel werd afgewezen, omdat verweerder de inkomstenaftrekregeling tot 24 februari 2013 had toegepast. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.