In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 15 mei 2014 uitspraak gedaan in een geschil over de verlenging van de bewijsregel van de 30%-regeling voor een ingekomen werknemer met schaarse specifieke deskundigheid. Eiser, geboren in India en sinds 2009 werkzaam in Nederland, had eerder een verzoek ingediend voor toepassing van de 30%-regeling, welke was ingewilligd. Echter, na zijn dienstverband bij [B] BV eindigde op 1 december 2012, en na een periode van meer dan drie maanden, begon hij op 2 mei 2013 bij [C] BV. Eiser verzocht om verlenging van de bewijsregel, maar dit werd door de Belastingdienst afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de bewijsregel niet kon worden verlengd, omdat de periode tussen het einde van de tewerkstelling bij de oude werkgever en de nieuwe werkgever meer dan drie maanden bedroeg. De rechtbank verwees naar eerdere jurisprudentie van de Hoge Raad, waarin werd vastgesteld dat de regeling geen ruimte laat voor andere aannemelijkmaking van schaarse specifieke deskundigheid. Eiser stelde dat hij niet beschikbaar was voor de arbeidsmarkt vanwege het zoeken naar een woning, maar de rechtbank oordeelde dat deze zelfgekozen periode niet relevant was voor de beoordeling van de termijn. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en legde geen proceskostenveroordeling op. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen.