ECLI:NL:RBGEL:2014:1236
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van bijstand en inbeslaggenomen goederen in het bestuursrecht
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Gelderland op 27 februari 2014, gaat het om de terugvordering van bijstand door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen. Eisers, die sinds 19 februari 2009 bijstand ontvingen, kregen op 15 februari 2013 te horen dat hun recht op bijstand met terugwerkende kracht was ingetrokken per 1 oktober 2012. Dit leidde tot een terugvordering van € 3.435,86 en een tweede terugvordering van € 33.099,22 over een eerdere periode. De rechtbank heeft de besluiten van de gemeente om de bezwaren van eisers ongegrond te verklaren, in stand gelaten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de eisers in het verleden goederen in beslag hadden laten nemen, die bestemd waren voor verkoop. De rechtbank oordeelde dat de schadevergoeding die eisers ontvingen voor deze inbeslaggenomen goederen, als middelen in de zin van de Wet werk en bijstand (Wwb) moet worden aangemerkt. Dit betekent dat de schadevergoeding niet buiten beschouwing kan worden gelaten bij de beoordeling van hun recht op bijstand. De rechtbank volgde het standpunt van verweerder dat de schadevergoeding niet als algemeen gebruikelijk kan worden beschouwd voor een bijstandsgezin.
Eisers voerden aan dat zij niet redelijkerwijs hoefden te begrijpen dat de schadevergoeding invloed had op hun bijstandsrecht. De rechtbank verwierp dit argument, omdat de hoogte en aard van de schadevergoeding hen duidelijk had moeten zijn. De rechtbank verklaarde het beroep van eisers ongegrond en legde geen proceskostenveroordeling op. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep.