Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
2.3 Administratie
inkoopfacturen en is het aantal geschat. De heer [X] stond ten tijde van de diefstal op het punt om naar zijn boekhouder te gaan. Later heeft de heer [X] inkoopfacturen regelmatig opgestuurd aan de boekhouder. Eind 2010 kwam het de heer [X] ter ore dat de boekhouder was overleden. De administratie heeft de heer [X] niet meer teruggezien. De erven zouden de administratie weggegooid hebben. Wat wel aanwezig was aan administratie waren de kwitanties wegens huurbetalingen, het kasboek in Excel en de huur- en leningscontracten
- De (kas)administratie vormt geen betrouwbare basis voor de winstberekening.
- De aansluitingen tussen de administratie, de aangiften omzetbelasting alsook de aangiften inkomstenbelasting ontbreken volledig.
3.Geschil
4.Beoordeling van het geschil
5.Proceskosten
6.Beslissing
- verklaart de beroepen inzake de boetebeschikkingen gegrond;
- verklaart de beroepen voor het overige ongegrond;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar inzake de navorderingsaanslag IB/PVV 2008 en de naheffingsaanslag OB over het tijdvak 1 januari 2008 tot en met 31 december 2009 voor zover deze de boetebeschikkingen betreffen;
- vermindert de vergrijpboete inzake de navorderingsaanslag IB/PVV 2008 tot € 2.379;
- vermindert de vergrijpboete inzake de naheffingsaanslag OB tot € 1.197;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde uitspraken op bezwaar;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser ten bedrage van € 944;
- gelast dat verweerder het door eiser betaalde griffierecht van € 198 vergoedt.
Rechtsmiddel