Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
VONNIS
[verdachte],
Inleidende overwegingen betreffende het bewijs in zedenzakenVeel zedenzaken kenmerken zich doorgaans door het feit dat er slechts twee personen aanwezig waren bij de (beweerdelijke) seksuele handelingen: het vermeende slachtoffer en de vermeende dader. Dat maakt dat extra zorgvuldig naar de waardering van afgelegde verklaringen moet worden gekeken, zeker als het een ontkennende verdachte betreft.
Vrijspraak ten aanzien van de feiten 2, 5, 7 en 8
Feit 2
Feit 5
Feit 7
Feit 8
Uit de korte opmerkingen in deze brief valt echter naar het oordeel van de rechtbank niet zonder meer af te leiden dat [slachtoffer 6] een zodanige gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis heeft dat zij niet of onvolkomen in staat was haar wil ten aanzien van de vermeende gepleegde seksuele handelingen te bepalen, kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden. Nu in het dossier geen wettige en overtuigende bewijsmiddelen aanwezig zijn waarmee de voorafgaande bestanddelen bewezen kunnen worden verklaard, behoeven de overige vereisten van artikel 243 van het Wetboek van Strafrecht geen bespreking.
Bewezenverklaring ten aanzien van de feiten 1, 3, 4, 6, 9, 10, 11 en 12
Feit 1
€ 200,- had verdiend. Verdachte wist dat ze op dat moment zwanger was.
Feit 3 (en ook deels feit 4)
heeft gedurende een jaar een relatie met verdachte gehad. In de eerste vijf maanden hebben ze regelmatig een woordenwisseling gehad, omdat verdachte seks met [slachtoffer 2] wilde, maar ze daar eigenlijk nog niet aan toe was. Verdachte stond dan voor haar en verhief zijn stem. [slachtoffer 2] was daar erg van onder de indruk. Ze is 1.58 meter lang en weegt 44 kilo, terwijl verdachte 2.03 meter lang is en ruim 100 kilo weegt. De laatste zeven maanden heeft ze meerdere keren onder dwang seks gehad met verdachte dan wel onder bedreiging van een vuuraansteker, slaan met een riem of dat hij haar tijdens de daad vasthield. Ze probeerde zich wel los te rukken en gaf hem duidelijk te kennen geen seks met hem te willen, maar ze had geen kans tegen hem. Verdachte heeft haar regelmatig bedreigd met de dood. Ook dreigde hij haar familie iets te zullen aandoen en dat ze hun nooit weer zou zien. Hij zette zijn bedreigingen kracht bij door een mes tegen haar keel te zetten, te slaan, te dreigen met een riem en haar met kracht bij de armen te pakken zodat ze geen kant op kon. Op een gegeven moment mocht ze niet meer alleen het huis uit. Als ze ergens heen wilde, moest ze hem om toestemming vragen. Als ze telefonisch contact had met haar familie, was verdachte daarbij aanwezig. Hij hield haar op allerlei mogelijke manieren in de gaten. [slachtoffer 2] heeft in dit verband ook verklaard dat ze nauwelijks of geen contact mocht onderhouden met anderen, ook niet met haar ouders [21] . Verdachte had haar gezegd dat als ze sms’jes of andere boodschappen verstuurde, hij daarvan op de hoogte was, omdat er dan tegelijk een naar hem werd verstuurd.
Feit 4
Feit 6
Feit 9
Feit 10 (en deels feit 11)
Feit 12
9 oktober 2011 te Apeldoorn en/of te Rotterdam in elk geval telkens in Nederland
2 april 2012
[geboortedatum 2], heeft onttrokken aan het wettig over die minderjarige gestelde gezag,
Feit 1: mensenhandel, meermalen gepleegd;
Feit 3: verkrachting, meermalen gepleegd;
Feit 4: bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zwaremishandeling, meermalen gepleegd;
Feit 9: opzettelijke benadeling van de gezondheid, meermalen gepleegd;
Feit 10: bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
en
[slachtoffer 1]heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 31.072,89 vermeerderd met de wettelijke rente gevoegd in het strafproces. Vergoeding wordt gevraagd voor de volgende kosten:
- € 4.568,- voor een lening ten behoeve van inrichtingskosten;
- € 500,- voor een laptop;
- € 500,- voor kleding;
- € 800,- voor eigen bijdrage ziektekosten;
- € 704,89 voor reiskosten;
- € 24.000,- voor immateriële schade.
€ 704,89schade heeft geleden. De vordering zal in zoverre worden toegewezen.
€ 3.500,-voor toewijzing vatbaar. [slachtoffer 1] zal voor het overige niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering. De rechtbank merkt in dit verband op dat, voor zover de vordering ziet op de in de toelichting op die vordering genoemde bedreigingen door verdachte, dit niet bedreigingen betreft die bewezen zijn verklaard onder feit 10 of anderszins in één van de andere bewezen feiten (rechtstreeks) terugkomen.
€ 4.204,89vermeerderd met de wettelijke rente toewijsbaar, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. [slachtoffer 1] wordt voor het overige niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering.
[slachtoffer 2]heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 24.100,- vermeerderd met de wettelijke rente gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder 3, 4 en 9 ten laste gelegde.
- € 100,- voor reis- en telefoonkosten;
- € 24.000,- voor immateriële schade.
€ 6.000,-voor toewijzing vatbaar. [slachtoffer 2] zal voor het overige niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering.
€ 6.100,-vermeerderd met de wettelijke rente toewijsbaar, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. [slachtoffer 2] wordt voor het overige niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering. .
[slachtoffer 3]heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 16.786,96 vermeerderd met de wettelijke rente gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder 5 en 9 ten laste gelegde.
- € 100,- voor een broek;
- € 200,- voor eigen risico;
- € 486,96 voor reis- en parkeerkosten;
- € 16.000,- voor immateriële schade.
€ 486,96worden toegewezen.
€ 1.500,-redelijk en billijk. De vordering voor immateriële schade is derhalve tot dit bedrag voor toewijzing vatbaar. [slachtoffer 3] zal voor het overige niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering.
€ 1.986,96vermeerderd met de wettelijke rente toewijsbaar, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. [slachtoffer 3] wordt voor het overige niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering.
[slachtoffer 5]heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 17.719,86 vermeerderd met de wettelijke rente gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder 7 en 9 ten laste gelegde.
- € 300,- voor een consult bij de diëtist;
- € 371,06 voor reiskosten;
- € 1.048,80 voor hotelovernachtingen;
- € 16.000,- voor immateriële schade.
€ 371,06voor reiskosten. Naar het oordeel van de rechtbank is ook komen vast te staan dat [slachtoffer 5] gelet op haar gezondheid kosten heeft moeten maken voor hotelovernachtingen. De rechtbank acht steeds per aangegeven periode één overnachting redelijk. [slachtoffer 5] heeft onvoldoende gesteld ten aanzien van de onderbouwing van de noodzaak voor het maken van kosten voor de tweede hotel overnachting. Derhalve zijn naar het oordeel van de rechtbank deze kosten onvoldoende onderbouwd. De rechtbank heeft de kosten voor de overnachtingen geschat op
€ 300,-en zal dit bedrag toewijzen.
€ 1.500,-redelijk en billijk. De vordering voor immateriële schade is derhalve tot dit bedrag voor toewijzing vatbaar. [slachtoffer 5] zal voor het overige niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering.
€ 2.171,06vermeerderd met de wettelijke rente toewijsbaar, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. [slachtoffer 5] wordt voor het overige niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering.
[slachtoffer 4]heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 1.380,88, vermeerderd met de wettelijke rente, gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder 6 ten laste gelegde.
- € 880,88 voor reiskosten;
- € 500,- voor immateriële schade.
- 10, 36b, 36c, 36f, 37a, 37b, 57, 63, 91, 240b, 242, 273f, 279, 285 en 300 van het Wetboek van Strafrecht;
- 13, 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.
Beslissing
niet bewezen, dat verdachte het
onder 2, 5, 7 en 8 ten laste gelegdeheeft begaan en
spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als:
- Feit 1: mensenhandel, meermalen gepleegd;
Feit 3: verkrachting, meermalen gepleegd;
Feit 4: bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zwaremishandeling, meermalen gepleegd;
Feit 9: opzettelijke benadeling van de gezondheid, meermalen gepleegd;
Feit 10: bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie,en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II,meermalen gepleegd;
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) jaren;
- beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- gelast dat verdachte
- beveelt de
- gelast de
- gelast de
schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 1], ten bedrage van:
-
€ 1.000,-vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 september 2011;
-
€ 2.500,-vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 oktober 2011;
-
€ 704,89vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 mei 2013,
met veroordeling van verdachte in de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
verplichtingop
om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer 1], een bedrag te betalen van:
-
€ 1.000,-vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 september 2011;
-
€ 2.500,-vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 oktober 2011;
-
€ 704,89vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 mei 2013,
met bevel dat bij gebreke van betaling en verhaal 52 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
benadeelde partij [slachtoffer 1] voor het overige niet-ontvankelijkin haar vordering;
schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 2], ten bedrage van:
-
€ 2.500,-vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 mei 2009;
-
€ 1.000,-vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 november 2009;
-
€ 2.500,-vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 oktober 2011;
-
€ 100,-vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 mei 2013,
met veroordeling van verdachte in de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
verplichtingop
om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer 2], een bedrag te betalen van:
-
€ 2.500,-vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 mei 2009;
-
€ 1.000,-vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 november 2009;
-
€ 2.500,-vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 oktober 2011;
-
€ 100,-vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 mei 2013,
met bevel dat bij gebreke van betaling en verhaal 65 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
benadeelde partij [slachtoffer 2] voor het overige niet-ontvankelijkin haar vordering;
schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 3], ten bedrage van:
-
€ 1.500,-vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 oktober 2011;
-
€ 486,96vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 mei 2013,
met veroordeling van verdachte in de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
verplichtingop
om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer 3], een bedrag te betalen van:
-
€ 1.500,-vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 oktober 2011;
-
€ 486,96vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 mei 2013,
met bevel dat bij gebreke van betaling en verhaal 29 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
benadeelde partij [slachtoffer 3] voor het overige niet-ontvankelijkin haar vordering;
schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 5], ten bedrage van:
-
€ 1.500,-vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 oktober 2011;
-
€ 671,06vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 mei 2013,
met veroordeling van verdachte in de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
verplichtingop
om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer 5], een bedrag te betalen van:
-
€ 1.500,-vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 oktober 2011;
-
€ 671,06vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 mei 2013,
met bevel dat bij gebreke van betaling en verhaal 31 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
benadeelde partij [slachtoffer 5] voor het overige niet-ontvankelijkin haar vordering;
schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 4], ten bedrage van:
-
€ 500,-vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 april 2012;
-
€ 880,88vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 mei 2013,
met veroordeling van verdachte in de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
verplichtingop
om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer 4], een bedrag te betalen van:
-
€ 500,-vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 april 2012;
-
€ 880,88vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 mei 2013,
met bevel dat bij gebreke van betaling en verhaal 23 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;