ECLI:NL:RBDOR:2010:BN9451
Rechtbank Dordrecht
- Raadkamer
- mr. drs. T.F. van der Lugt
- mr. M.A. Waals
- mr. F. van Laanen
- Rechtspraak.nl
Klaagschrift van de officier van justitie inzake inbeslaggenomen voorwerpen in het kader van rechtshulpverzoeken
Op 27 september 2010 heeft de Rechtbank Dordrecht een klaagschrift behandeld dat was ingediend door mr. P.T.R. Bliek, officier van justitie bij het Functioneel Parket. Het klaagschrift was gericht tegen het onthouden van kennisneming van inbeslaggenomen voorwerpen door de rechter-commissaris in het kader van een Nederlands strafrechtelijk onderzoek. De rechtbank oordeelde dat de officier van justitie in dit geval als belanghebbende kan worden aangemerkt, ondanks dat hij normaal gesproken niet tot de kring van belanghebbenden behoort. Dit was te wijten aan de specifieke omstandigheden van de zaak, waarbij het beslag was gelegd naar aanleiding van rechtshulpverzoeken van de Republiek Mauritius.
De rechtbank overwoog dat de officier van justitie alleen gehoord hoefde te worden en dat de beslagenen geen procesdeelnemers waren in deze procedure. De rechtbank verklaarde het klaagschrift ongegrond, omdat het inbeslaggenomene niet ter beschikking kon worden gesteld zonder verlof van de rechtbank, zoals vereist door artikel 552p, tweede lid Sv. De rechtbank benadrukte dat het dwingende voorschrift van de wet niet was nageleefd, aangezien het verlof niet was verleend.
De beslissing werd genomen in een meervoudige raadkamer, waarbij de rechtbank de relevante artikelen van het Wetboek van Strafvordering aanhaalde. De rechtbank concludeerde dat het klaagschrift van de officier van justitie niet verder kon worden behandeld, omdat de beslagenen niet waren opgeroepen. De rechtbank heeft de behandeling van de klaagschriften van de beslagenen aangehouden tot 11 oktober 2010, waarbij de aanwezige advocaten hun bezwaren naar voren brachten. De rechtbank heeft de inhoud van de zitting als proces-verbaal vastgelegd en deze als onderdeel van de uitspraak beschouwd.