ECLI:NL:RBDHA:2025:9952
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toetsing van de maatregel van bewaring van een vreemdeling met betrekking tot Ghana
Op 3 juni 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de maatregel van bewaring van een vreemdeling, eiser, die door de minister van Asiel en Migratie was opgelegd op 14 maart 2025. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel, die eerder op 1 april 2025 was getoetst. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen aanleiding is voor een zitting en heeft de zaak op basis van de ingediende stukken beoordeeld.
De rechtbank heeft het toetsingskader uiteengezet, waarbij zij oordeelt dat de maatregel van bewaring rechtmatig is zolang er zicht op uitzetting bestaat. Eiser stelde dat er geen zicht op uitzetting naar Ghana was, maar de rechtbank oordeelde dat deze beroepsgrond niet slaagde. De rechtbank wees erop dat er geen aanwijzingen zijn dat het zicht op uitzetting ontbreekt en dat er actieve stappen zijn ondernomen door de minister, zoals het indienen van een laissez-passer aanvraag bij de Ghanese autoriteiten.
Daarnaast heeft de rechtbank de stelling van eiser dat de minister onvoldoende voortvarend heeft gehandeld, verworpen. De rechtbank concludeerde dat de minister voldoende voortvarendheid heeft getoond in de uitzettingsprocedure, met meerdere vertrekgesprekken en de presentatie van eiser aan de Ghanese autoriteiten. Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen, zonder dat er aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.