ECLI:NL:RBDHA:2025:9727
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak met betrekking tot medische zorg in Marokko
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 3 juni 2025 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van een vreemdeling die in vreemdelingenbewaring is gesteld. De verzoeker, die ernstige medische problemen heeft, verzoekt om uitstel van vertrek naar Marokko op medische gronden, omdat hij meent dat de benodigde zorg daar niet toegankelijk is. De voorzieningenrechter heeft het verzoek behandeld op 21 mei 2025, waarbij de verzoeker en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de minister van Asiel en Migratie en een tolk. De voorzieningenrechter oordeelt dat er sprake is van spoedeisend belang, maar dat de verzoeker niet aannemelijk heeft gemaakt dat de zorg in Marokko feitelijk niet toegankelijk is. De voorzieningenrechter baseert zich op een advies van het Bureau Medische Advisering (BMA) dat stelt dat de benodigde zorg in Marokko aanwezig is en dat de verzoeker niet in staat is om te reizen zonder adequate medische begeleiding. De voorzieningenrechter concludeert dat het bezwaar van de verzoeker geen redelijke kans van slagen heeft en wijst het verzoek om voorlopige voorziening af. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open.