ECLI:NL:RBDHA:2025:6740

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 april 2025
Publicatiedatum
22 april 2025
Zaaknummer
C/09/25/36 R
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) en bepaling ingangsdatum

In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 14 april 2025 uitspraak gedaan over het verzoek van [verzoeker] om toegelaten te worden tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). [verzoeker] bevindt zich in een problematische schuldensituatie en heeft verzocht om de ingangsdatum van de WSNP op een eerdere datum te bepalen. De rechtbank heeft het verzoek toegewezen, omdat [verzoeker] aan de voorwaarden voor toelating tot de WSNP voldoet. De rechtbank heeft vastgesteld dat [verzoeker] zich in een problematische schuldensituatie bevindt en dat hij te goeder trouw was bij het ontstaan van zijn schulden. Tevens heeft hij een beroep gedaan op de hardheidsclausule, welke door de rechtbank is gehonoreerd. De rechtbank heeft geoordeeld dat [verzoeker] zijn financiële situatie onder controle heeft gekregen en dat hij zich maximaal inspant om zijn schulden af te lossen. De ingangsdatum van de WSNP is vastgesteld op 27 januari 2025, omdat [verzoeker] vanaf die datum zijn inkomen boven het Vtlb heeft gespaard voor zijn schuldeisers en voldoende heeft gesolliciteerd. De rechtbank heeft de termijn van de WSNP vastgesteld op achttien maanden, te rekenen vanaf de ingangsdatum. Daarnaast zijn er diverse verplichtingen aan de WSNP verbonden, waaronder een informatieverplichting en een inspanningsverplichting. De rechtbank heeft ook de bewindvoerder en rechter-commissaris benoemd en bepaald dat alle gelegde beslagen komen te vervallen.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANKDEN HAAG
Team Insolventies
insolventienummer: C/09/25/36 R
vonnis van 14 april 2025
op het verzoek van:
[verzoeker] ,
wonende te [adres] ,
[postcode] [woonplaats] .
Waar deze zaak over gaat
[verzoeker] bevindt zich in een problematische schuldensituatie. Om tot een oplossing voor zijn schulden te komen heeft [verzoeker] een verzoek gedaan te worden toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). Dit verzoek wordt toegewezen. De rechtbank legt hierna uit waarom zij zo beslist.

1.De procedure

1.1.
[verzoeker] heeft een verzoek ingediend om te worden toegelaten tot de WSNP, waarbij ook is verzocht de ingangsdatum van de termijn van de WSNP op een eerdere datum te bepalen.
1.2.
Het verzoek is behandeld op de zitting van 14 april 2025. Met de uitnodiging voor deze zitting is aan [verzoeker] een WSNP-informatieboekje meegezonden. Op de zitting verschenen:
- de heer [verzoeker] , verzoeker,
- de heer [naam 1] , schuldhulpverlener van de gemeente Den Haag,
- de heer [naam 2] , klantbegeleider van de gemeente Den Haag.

2.De beoordeling van het verzoek

Toelating tot de WSNP

2.1.
[verzoeker] kan alleen worden toegelaten tot de WSNP als hij zich in een problematische schuldensituatie bevindt en hij te goeder trouw was bij het ontstaan en onbetaald laten van zijn schulden. De rechtbank kijkt daarbij vooral naar de afgelopen drie jaar. Ook moet de verwachting bestaan dat [verzoeker] aan de verplichtingen van de WSNP zal voldoen.
2.2.
Op de schuldenlijst van [verzoeker] staan veertien schulden, waarvan twaalf schulden in de afgelopen drie jaar zijn ontstaan. Vier van deze schulden hebben te maken met het niet kunnen betalen van de vaste lasten. De overige acht schulden zijn boetes, omdat [verzoeker] zonder geldig vervoersbewijs gebruik heeft gemaakt van het openbaar vervoer. Bij deze boetes kan worden afgevraagd of ze te goeder trouw zijn ontstaan en of dit toelating tot de WSNP in de weg zal staan.
2.3.
[verzoeker] heeft daarom een beroep op de hardheidsclausule (art. 288 lid 3 van de Faillissementswet) gedaan. Dat beroep slaagt. De rechtbank gaat ervan uit dat [verzoeker] de omstandigheden die (mede) bepalend zijn geweest voor het ontstaan van zijn schulden in voldoende mate onder controle heeft gekregen. De boetes voor het reizen zonder geldig vervoersbewijs zijn ontstaan doordat hij moest reizen voor zijn toenmalige baan. Hij had onvoldoende geld om een vervoersbewijs te kopen. Dit werk via een uitzendbureau is inmiddels geëindigd. Hij heeft sindsdien hulp gezocht in de vorm van budgetbeheer. Sinds hij wordt begeleid door een budgetbeheerder is zijn financiële situatie stabiel en zijn er geen nieuwe schulden meer ontstaan. Verder heeft hij samen met schuldhulpverlening gewerkt aan een oplossing voor zijn schulden. Daarnaast solliciteert hij naar een fulltime baan.
2.4.
[verzoeker] voldoet ook aan de overige eisen en zal daarom worden toegelaten tot de WSNP.
2.5.
De verplichtingen waaraan [verzoeker] tijdens de WSNP moet voldoen staan in het WSNP-informatieboekje beschreven. Samengevat komt dit neer op: een informatieverplichting, een inspanningsverplichting, een verplichting geen nieuwe schulden te laten ontstaan en een afdrachtverplichting.
2.6.
De wet schrijft voor dat de eerste dertien maanden van het traject een postblokkade geldt. Gedurende deze periode zal alle post naar de bewindvoerder gaan. De bewindvoerder stuurt de post na controle weer door aan [verzoeker] .
2.7.
Het WSNP-traject duurt in principe achttien maanden. Als [verzoeker] zich gedurende die periode houdt aan alle verplichtingen die de WSNP met zich brengt, eindigt het traject na verloop van die achttien maanden met de zogenoemde “schone lei”. Dit betekent dat schuldeisers hun vorderingen ten aanzien waarvan de WSNP werkt niet meer op [verzoeker] kunnen verhalen.
Ingangsdatum termijn van de WSNP
2.8.
Een termijn van een wettelijke schuldsaneringsregeling kan beginnen te lopen vanaf de dag waarop de eerste aflossing is gedaan in het kader van de buitengerechtelijke schuldregeling als bedoeld in artikel 285, eerste lid, onder f Fw. Het moet gaan om een eerste aflossing tijdens ‘het minnelijk traject van schuldhulpverlening’ (HR 20 december 2024, ECLI:NL:HR:2024:1913, r.o. 3.9-3.10). Vanaf dat moment moet de schuldenaar maximaal aflossen op zijn schulden. Daarnaast moet hij zich in de verzochte periode maximaal inspannen om zoveel mogelijk baten voor de schuldeisers te verwerven.
2.9.
[verzoeker] verzoekt de ingangsdatum van de termijn van de WSNP te bepalen op 27 januari 2025.
2.10.
De rechtbank zal het verzoek om een eerdere ingangsdatum te bepalen toewijzen. [verzoeker] heeft sinds de genoemde datum zijn inkomen boven het Vtlb gespaard voor zijn schuldeisers. Vanaf dat moment heeft hij ook voldoende gesolliciteerd, waardoor hij zich maximaal heeft ingespannen om zoveel mogelijk baten voor de schuldeisers te verwerven. De rechtbank zal daarom bepalen dat de termijn van een wettelijke schuldsaneringsregeling vanaf die datum (27 januari 2025) begint te lopen.

3.De beslissing

De rechtbank:
- spreekt de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling uit ten aanzien van:
-
[verzoeker] ,
geboren op [geboortedatum] 1986 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] , [postcode] [woonplaats] ;
- wijst het verzoek tot het bepalen van een eerdere ingangsdatum toe;
- stelt de termijn van deze regeling vast op achttien maanden, te rekenen vanaf 27 januari 2025;
- stelt vast dat door deze uitspraak alle gelegde beslagen komen te vervallen;
- benoemt tot rechter-commissaris mr. L. Mundt en tot bewindvoerder: P. Adam (Adam & Noordzij Bewindvoering),
Postbus 7441
3284 ZG Zuid-Beijerland;
- geeft de bewindvoerder opdracht om de komende dertien maanden de post van [verzoeker] in te zien;
- bepaalt dat de bewindvoerder een voorschot op de vergoeding mag nemen volgens het Besluit vergoeding bewindvoerder schuldsanering. Dit kan alleen:
o zolang de schuldsaneringsregeling loopt en
o voor zover de boedel toereikend is.
Dit is de beslissing van mr. L. Mundt, rechter, in samenwerking met mr. M.J.P. Vink, griffier. Deze beslissing is in het openbaar uitgesproken op 14 april 2025.