Uitspraak
1.De procedure
2.De beoordeling van het verzoek
Toelating tot de WSNP
3.De beslissing
[verzoeker] ,
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 14 april 2025 uitspraak gedaan over het verzoek van [verzoeker] om toegelaten te worden tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). [verzoeker] bevindt zich in een problematische schuldensituatie en heeft verzocht om de ingangsdatum van de WSNP op een eerdere datum te bepalen. De rechtbank heeft het verzoek toegewezen, omdat [verzoeker] aan de voorwaarden voor toelating tot de WSNP voldoet. De rechtbank heeft vastgesteld dat [verzoeker] zich in een problematische schuldensituatie bevindt en dat hij te goeder trouw was bij het ontstaan van zijn schulden. Tevens heeft hij een beroep gedaan op de hardheidsclausule, welke door de rechtbank is gehonoreerd. De rechtbank heeft geoordeeld dat [verzoeker] zijn financiële situatie onder controle heeft gekregen en dat hij zich maximaal inspant om zijn schulden af te lossen. De ingangsdatum van de WSNP is vastgesteld op 27 januari 2025, omdat [verzoeker] vanaf die datum zijn inkomen boven het Vtlb heeft gespaard voor zijn schuldeisers en voldoende heeft gesolliciteerd. De rechtbank heeft de termijn van de WSNP vastgesteld op achttien maanden, te rekenen vanaf de ingangsdatum. Daarnaast zijn er diverse verplichtingen aan de WSNP verbonden, waaronder een informatieverplichting en een inspanningsverplichting. De rechtbank heeft ook de bewindvoerder en rechter-commissaris benoemd en bepaald dat alle gelegde beslagen komen te vervallen.