ECLI:NL:RBDHA:2025:645
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een terugkeerbesluit en zwaar inreisverbod voor een Albanese vreemdeling na veroordeling voor cocaïnesmokkel
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, wordt het beroep van een Albanese vreemdeling beoordeeld tegen een terugkeerbesluit en een zwaar inreisverbod van tien jaar. De eiser, die eerder in Frankrijk verbleef, werd op 10 april 2023 in Nederland aangehouden wegens cocaïnesmokkel en kreeg een gevangenisstraf van 38 maanden opgelegd. De minister van Asiel en Migratie heeft op 26 augustus 2024 een terugkeerbesluit en een inreisverbod uitgevaardigd, waarbij eiser werd opgedragen het grondgebied van de Europese Unie te verlaten. De rechtbank behandelt het beroep van eiser, die aanvoert dat hij ten onrechte als gevaar voor de openbare orde is aangemerkt en dat de raadplegingsprocedure met Frankrijk te laat is gestart.
De rechtbank oordeelt dat de minister terecht heeft geconcludeerd dat eiser een actuele en ernstige bedreiging voor de openbare orde vormt, gezien zijn veroordeling voor een ernstig misdrijf en de recente aard daarvan. De rechtbank wijst erop dat de minister bij de beoordeling van het inreisverbod alle relevante feiten en omstandigheden in acht heeft genomen. Eiser's argument dat de raadplegingsprocedure te laat is gestart, wordt verworpen, omdat de minister verplicht was om het terugkeerbesluit en inreisverbod uit te vaardigen op basis van de openbare orde. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat de minister het terugkeerbesluit en inreisverbod terecht heeft opgelegd. Eiser krijgt geen proceskostenvergoeding.