ECLI:NL:RBDHA:2025:5499

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
2 april 2025
Publicatiedatum
2 april 2025
Zaaknummer
NL25.13394
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Asielaanvraag en interstatelijk vertrouwensbeginsel in het kader van Dublinverordening

Op 2 april 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een asielzaak waarbij de eiser, een Nigeriaanse man, zijn asielaanvraag in Nederland had ingediend. De aanvraag werd niet in behandeling genomen door de minister van Asiel en Migratie, omdat Frankrijk verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de aanvraag op basis van de Dublinverordening. Eiser had eerder in Frankrijk een verzoek om internationale bescherming ingediend, dat was afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de minister terecht had besloten de aanvraag niet in behandeling te nemen, omdat eiser niet had aangetoond dat er structurele tekortkomingen waren in de asielprocedure in Frankrijk. De rechtbank bevestigde het interstatelijk vertrouwensbeginsel, wat inhoudt dat men ervan uit kan gaan dat Frankrijk zijn internationale verplichtingen nakomt. Eiser had geen bewijs geleverd van bijzondere omstandigheden die een overdracht aan Frankrijk onredelijk zouden maken. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees de proceskosten af.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.13394

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser], eiser

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. M. Taheri),
en

de minister van Asiel en Migratie, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 14 maart 2025 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van eiser niet in behandeling genomen omdat Frankrijk verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Eiser stelt te zijn geboren op [datum] 1996 en de Nigeriaanse nationaliteit te hebben. Hij heeft op 26 november 2024 – te weten de datum waarop hij zich in Ter Apel heeft gemeld en een loopbrief heeft ontvangen – een asielaanvraag in Nederland ingediend.
2. Verweerder heeft eisers asielaanvraag niet in behandeling genomen op grond van artikel 30, eerste lid, van de Vw. Uit onderzoek in Eurodac is gebleken dat eiser op 8 februari 2024 in Frankrijk een verzoek om internationale bescherming heeft ingediend. Eiser heeft ook verklaard dat de autoriteiten van Frankrijk dit verzoek om internationale bescherming hebben afgewezen. Verweerder heeft daarom op 13 januari 2025 de autoriteiten van Frankrijk verzocht om eiser terug te nemen op grond van artikel 18, eerste lid, onder d, van de Dublinverordening. Op 27 januari 2025 hebben de Franse autoriteiten dit verzoek aanvaard.
3. Eiser is het niet eens met het bestreden besluit. Hij voert aan dat hij niet terug kan keren naar Frankrijk, omdat hij daar uit de opvanglocatie werd verwijderd terwijl nog niet was beslist op zijn asielaanvraag. Eiser heeft zich vervolgens bij diverse instanties gemeld, maar hij kreeg niet de hulp die hij behoorde te krijgen. Verweerder had naar aanleiding van eisers verklaringen nader onderzoek moeten doen. Omdat Frankrijk zijn internationale verplichtingen niet nakomt, had verweerder aanleiding kunnen zien om eisers asielaanvraag inhoudelijk te behandelen.
De rechtbank oordeelt als volgt.
4. Het is niet in geschil dat Frankrijk verantwoordelijk is voor de behandeling van eisers asielaanvraag.
5. Verweerder stelt zich terecht op het standpunt dat voor Frankrijk mag worden uitgegaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel. Dit uitgangspunt wordt ook bevestigd in de jurisprudentie. [1] Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat er structurele tekortkomingen in de asielprocedure en de opvangvoorzieningen in Frankrijk zijn. [2] Bovendien mag verweerder als gevolg van het claimakkoord ervan uitgaan dat eiser in Frankrijk in de gelegenheid wordt gesteld om een nieuwe asielaanvraag in te dienen en dat deze nieuwe asielaanvraag in behandeling wordt genomen overeenkomstig de internationale verplichtingen en relevante Europese richtlijnen. Bij voorkomende problemen kan eiser zich wenden tot de (hogere) Franse autoriteiten. Niet is gebleken dat dit niet mogelijk of bij voorbaat zinloos is. Eisers stelling dat hij zich eerder in Frankrijk bij diverse instanties heeft gemeld nadat hij werd verwijderd uit de opvang, geeft geen aanleiding tot een ander oordeel. Eiser heeft hiervan geen documenten overgelegd. Ook heeft hij niet gespecificeerd bij welke instanties hij zich heeft gemeld.
6. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat sprake is van bijzondere, individuele omstandigheden die maken dat de overdracht aan Frankrijk van onevenredige hardheid getuigt. Verweerder heeft dan ook geen toepassing hoeven geven aan artikel 17 van de Dublinverordening.
7. Verweerder heeft de asielaanvraag van eiser terecht niet in behandeling genomen. Het beroep is kennelijk ongegrond.
8. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan op 2 april 2025 door mr. M.L. Weerkamp, rechter, in aanwezigheid van mr. R. de Mul, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Informatie over verzet
Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Zie bijvoorbeeld de uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 2 mei 2024, ECLI:NL:RVS:2024:1863 en van 30 augustus 2024, ECLI:NL:RVS:2024:3552.
2.Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.