ECLI:NL:RBDHA:2025:473
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vervolgberoep bewaring met zicht op uitzetting naar Algerije
Op 16 januari 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de voortduring van de maatregel van bewaring van een Algerijnse vreemdeling. De maatregel was eerder opgelegd op 18 oktober 2024 op basis van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel rechtmatig was tot 30 oktober 2024, en dat de beoordeling van de rechtmatigheid van de voortduren van de maatregel enkel betrekking heeft op de periode daarna. Eiser, die sinds drie maanden in bewaring zit, heeft aangevoerd dat er onvoldoende zicht is op uitzetting naar Algerije, omdat de Algerijnse autoriteiten niet reageren op rappelverzoeken van verweerder. Verweerder heeft echter in het verweerschrift aangegeven dat er in het algemeen zicht op uitzetting bestaat en dat eiser zelf verantwoordelijk is voor het aanleveren van documenten die zijn identiteit en nationaliteit kunnen onderbouwen. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder voortvarend handelt en dat er geen aanleiding is om te concluderen dat het voortduren van de maatregel onrechtmatig is. Het beroep van eiser is ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding is afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.