ECLI:NL:RBDHA:2025:4702
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak inzake asielaanvraag en motiveringsgebreken in besluit van de minister van Asiel en Migratie
In deze tussenuitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser tegen het besluit van de minister van Asiel en Migratie, waarin zijn asielaanvraag niet-ontvankelijk werd verklaard. De rechtbank heeft op 26 februari 2025 de zaak behandeld, waarbij eiser werd bijgestaan door een tolk en zijn gemachtigde, mr. F. van Dijk. De minister, vertegenwoordigd door mr. J.R. Sotthewes - de Jonge, had het besluit genomen op 19 december 2024, met als reden dat eiser al internationale bescherming had in Spanje. De rechtbank constateert dat het bestreden besluit gebreken vertoont in de motivering, met name in de beoordeling van de band van eiser met Spanje en de toepassing van artikel 8 van het EVRM. De rechtbank stelt de minister in de gelegenheid om deze gebreken te herstellen via een bestuurlijke lus. De rechtbank benadrukt dat de minister alle relevante feiten en omstandigheden moet overwegen, inclusief de ingezonden brieven van eisers begeleiders, mentoren en docenten, die betrekking hebben op het privéleven van eiser. De rechtbank heropent het onderzoek en stelt de minister een termijn van vier weken om de gebreken te herstellen, met de mogelijkheid voor eiser om binnen twee weken te reageren op de herstelpoging. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak.