ECLI:NL:RBDHA:2025:4681

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
19 februari 2025
Publicatiedatum
21 maart 2025
Zaaknummer
11233197 MB VERZ 24-21516
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gedeeltelijke gegrondverklaring van beroep tegen verkeersboete met matiging tot nihil

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag op 19 februari 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve verkeersboete van € 229,00 voor het niet rechts houden op een autosnelweg. Betrokkene, vertegenwoordigd door mr. A.H. Vermeulen, heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de zitting op 19 februari 2025 is de zaak behandeld, waarbij zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als betrokkene en zijn gemachtigde aanwezig waren.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging van betrokkene kan worden bewezen, maar dat er in deze zaak sprake is van schending van de hoorplicht en overschrijding van de redelijke termijn van berechting. De kantonrechter heeft de boete daarom gematigd. Eerst werd het bedrag verlaagd met 25% tot € 165,00, maar na verdere overwegingen, waarbij werd vastgesteld dat betrokkene niet hinderde in het verkeer, is de boete uiteindelijk gematigd tot nihil (€ 0,00). De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige procedure en de rechten van de betrokkene in het verkeersrecht.

De beslissing van de kantonrechter is openbaar uitgesproken en biedt betrokkene de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits aan de vereisten wordt voldaan.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Zittingsplaats Gouda
CJIB-nummer: [nummer]
Registratienummer team straf: 11233197 MB VERZ 24-21516
Uitspraakdatum : 19 februari 2025
Beslissing van de kantonrechter, tevens houdende het opgemaakte proces-verbaal van de zitting
in de zaak van
[naam]
wonende dan wel gevestigd te: [postcode] [plaats]
[adres] , nader ook te noemen: betrokkene.
Gemachtigde: mr. A.H. Vermeulen

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 19 februari 2025. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene en gemachtigde zijn ter zitting verschenen.

Overwegingen

Verkeersboete
Het gaat om een bedrag van € 229,00 (inclusief administratiekosten) voor niet zoveel mogelijk rechts houden op een autosnelweg.
Beroepsgronden en standpunten
De beroepsgronden houden in de kern het volgende in. Betrokkene stelt dat hij op de tweede rijstrook van rechts een auto had ingehaald en nog bezig was om een volgende auto in te halen. Hij was redelijkerwijs niet verplicht om intussen naar de meest rechter baan te gaan.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft ter zitting voorgesteld het beroep deels gegrond te verklaren. De vertegenwoordiger heeft daarover in het bijzonder aangevoerd dat hoewel de gedraging kan worden vastgesteld, in deze zaak zowel de hoorplicht is geschonden als de redelijke termijn is overschreden. Om die reden verzoekt de vertegenwoordiger de rechter om tweemaal een korting van 25% toe te passen op de sanctie.
Oordeel
Het beroep is gedeeltelijk gegrond.
Daartoe overweegt de kantonrechter het volgende. De verbalisant heeft in zijn verklaring beschreven dat de meest rechter baan vrij was en dat hij betrokkene heeft aangegeven dat hij naar rechts moest verplaatsen. Er is geen reden om aan de waarneming van de verbalisant te twijfelen.
De kantonrechter constateert dat de redelijke termijn van berechting bij de kantonrechter is overschreden. De lange duur van de procedure is niet aan betrokkene toe te rekenen. De kantonrechter zal het sanctiebedrag dan ook matigen met 25% gelet op het arrest van het hof Arnhem-Leeuwarden van 28 juli 2023 (ECLI:NL:GHARL:2023:6369). Dit komt neer op een matiging tot € 165,00, exclusief administratiekosten.
Voorts stelt de kantonrechter vast dat de hoorplicht is geschonden en dat dit gezien het arrest van het hof Arnhem-Leeuwarden van 22 november 2022 (ECLI:NL:GHARL:2022:9934) leidt tot een verdere matiging tot € 123,75, exclusief administratiekosten.
Vervolgens dient de kantonrechter te beoordelen of er bijzondere omstandigheden zijn waardoor de boete nog verder gematigd moet worden. Hoewel de kantonrechter ervan uitgaat dat de meest rechterrijstrook vrij was en betrokkene dus strikt genomen daar moest gaan rijden, vindt hij het aannemelijk dat betrokkene nog bezig was een volgende auto in te halen. Uit het dossier blijkt onvoldoende dat betrokkene daardoor het overige verkeer hinderde. Om die reden matigt de kantonrechter de boete tot nihil (€ 0,00).

Beslissing:

De kantonrechter:
  • verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
  • wijzigt, met vernietiging van de beslissing van de officier van justitie zoverre, dat de boete wordt gematigd tot nihil (€ 0,00);
  • bepaalt dat het bedrag dat betrokkene aan zekerheid heeft gesteld door de officier van justitie wordt terugbetaald.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W.R. van Hattum, kantonrechter, bijgestaan door
D.C. Carsten, griffier en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
a. de u opgelegde administratieve sanctie meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Den Haag, Team Straf en dient door degene die het beroep heeft ingesteld of door zijn gemachtigde te zijn ondertekend.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.