ECLI:NL:RBDHA:2025:4644
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de ontvankelijkheid van een bezwaarschrift in het bestuursrecht met betrekking tot asiel en migratie
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 4 maart 2025, wordt het beroep van eiseres tegen het besluit van de Minister van Asiel en Migratie beoordeeld. De minister had het bezwaarschrift van eiseres, dat was ingediend tegen een besluit van 20 augustus 2024, niet-ontvankelijk verklaard omdat het te laat was ingediend. Eiseres, die de Russische nationaliteit heeft en de Nederlandse taal niet machtig is, stelde dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was vanwege haar persoonlijke omstandigheden. De rechtbank oordeelt echter dat de termijnoverschrijding aan eiseres kan worden toegerekend. Ondanks haar stressvolle situatie en het gebrek aan juridische kennis, had eiseres hulp moeten inschakelen. De rechtbank concludeert dat de minister duidelijkheid heeft gegeven over de bezwaartermijn en dat eiseres in staat was om op andere momenten te reageren, wat aantoont dat zij de essentie van het besluit begreep. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, bevestigt de niet-ontvankelijkheid van het bezwaarschrift en wijst erop dat eiseres geen recht heeft op terugbetaling van griffierechten of vergoeding van proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van het handhaven van termijnen in bestuursrechtelijke procedures.