Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 11 maart 2025 in de zaak tussen
[eiser], v-nummer: [nummer], eiser
de minister van Asiel en Migratie
Procesverloop
Overwegingen
Verdachte stond tegen de winkelruit van de Primera. Ik zag dat de verdachte achteruit tegen de ruit hing en zich er dus tegen liet
3a. Nederland niet op de voorgeschreven wijze is binnengekomen, dan wel een poging daartoe heeft gedaan;
3b. zich in strijd met de Vreemdelingenwetgeving gedurende enige tijd aan het toezicht op vreemdelingen heeft onttrokken;
3c. eerder een visum, besluit, kennisgeving of aanzegging heeft ontvangen waaruit de plicht Nederland te verlaten blijkt en hij daaraan niet uit eigen beweging binnen de daarin besloten of gestelde termijn gevolg heeft gegeven;
3d. niet dan wel niet voldoende meewerkt aan het vaststellen van zijn identiteit en nationaliteit;
en als lichte gronden vermeld dat eiser:
4a. zich niet aan een of meer andere voor hem geldende verplichtingen van hoofdstuk 4 van het Vb heeft gehouden;
4c. geen vaste woon- of verblijfplaats heeft;
4d. niet beschikt over voldoende middelen van bestaan.