Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], V-nummer: [nummer], eiseres
de minister van Asiel en Migratie, de minister
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Conclusie en gevolgen
907,-. [5] De rechtbank ziet geen aanleiding om een lagere wegingsfactor toe te passen. In principe behoort een behandeling van een beroepszaak tot de categorie gemiddeld, tenzij er redenen zijn om daarvan af te wijken. Die redenen ziet de rechtbank hier niet. Het beroep tegen de ingangsdatum vraagt namelijk een inhoudelijke beoordeling. Ook in de uitspraak van de Afdeling van 20 januari 2025 ziet de rechtbank geen aanknopingspunten om van een lagere wegingsfactor uit te gaan.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit van 17 november 2023, voor zover daarin de ingangsdatum van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd is vastgesteld op 23 mei 2022;
- stelt de ingangsdatum van de verblijfsvergunning vast op 16 mei 2022;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het besluit van 17 november 2023, voor zover dat is vernietigd;
- veroordeelt de minister tot betaling van € 1.814,-